VR 2020/08 Voetgangersoversteekplaats. Voor laten gaan.
Volgens art. 49, tweede lid, RVV 1990 moeten bestuurders voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten gaan. De term "voor laten gaan" houdt in dat voetgangers ongehinderd hun weg kunnen vervolgen of beginnen. Voor de vaststelling dat de gedraging is verricht, is derhalve van belang dat komt vast te staan dat een voetganger die een voetgangersoversteekplaats oversteekt, dan wel voornemens is deze over te steken, niet ongehinderd zijn weg heeft kunnen vervolgen of beginnen.