Zoeken

29 resultaten gevonden

  1. ‘Verlies aan verdienvermogen’ differentieert niet tussen zwart of wit

    VR-kort
    Artikel
    13 oktober 2020
    Mr. R. van Dort Bij zwart werken worden arbeidsactiviteiten verricht waarbij ten onrechte geen belasting en sociale zekerheidspremies worden afgedragen. Kan een letselschadeslachtoffer als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is niet meer werken, dan rijst de vraag of het slachtoffer aanspraak heeft op vergoeding van de daardoor gemiste zwarte inkomsten. In deze bijdrage wordt het vergoeden van gederfd inkomen uit zwart werk bij letselschade onder de loep genomen. Allereerst komt de auteur tot een afbakening van de te dezen relevante vertrekpunten, zowel binnen het
  2. De deelgeschilprocedure: tien jaar appel en cassatie

    VR-kort
    Artikel
    13 oktober 2020
    Mr. dr. M. Wesselink Op 1 juli 2020 bestaat de deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade tien jaar. Dit jubileum leent zich er goed voor om na te gaan welke procesrechtelijke perikelen zich in appel en cassatie hebben voorgedaan. Inherent aan de aard van appel en cassatie is immers dat enige tijd dient te zijn verstreken voordat hiervan sprake is. Dat geldt des te meer voor de toepassing van rechtsmiddelen tegen de deelgeschilprocedure omdat deze procedure juist beoogt partijen te stimuleren om hun geschillen zelf minnelijk af te handelen en het uitlopen van dit traject tijd vergt
  3. De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad past naadloos in rechtspraak en regelgeving

    VR-kort
    Artikel
    13 oktober 2020
    Mr. Chr. H. van Dijk Ruim tien jaar geleden, in 2009, werd door een breed samengestelde groep van belangenbehartigers van nabestaanden, verzekeraars en rekenbureaus de Denktank Overlijdensschade opgericht, omdat naar hun oordeel de tot dan toegepaste methodiek om overlijdensschade te berekenen, ingehaald was door de maatschappelijke ontwikkelingen en te weinig recht deed aan de positie van nabestaanden. Dit heeft in 2015 geleid tot de Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad. Deze Richtlijn is toepasselijk verklaard op alle overlijdensschadezaken waarin de datum van
  4. De Wet Affectieschade in de praktijk: duidelijke afbakening of onsmakelijke discussies?

    VR-kort
    Artikel
    13 oktober 2020
    Mr. C. van der Roest en mr. J.G. Keizer Na een langdurig wetgevingsproces is de Wet Affectieschade per 1 januari 2019 in werking getreden. De wet is van toepassing indien de aansprakelijke gebeurtenis die tot het overlijden of het blijvend ernstig letsel heeft geleid, zich heeft voorgedaan op of na die datum. Door aanpassing van de artikelen 6:107 en 6:108 BW is het sinds 1 januari 2019 voor een beperkte groep naasten en nabestaanden mogelijk geworden om aanspraak te maken op vergoeding van affectieschade. Met deze uitbreiding heeft de wetgever beoogd om alsnog tegemoet te komen aan de wens om
  5. Onderzoek naar kenmerken van langlopende letselschadezaken: meer dan één oorzaak voor langlopende letselschade zaken

    VR-kort
    Bericht
    13 oktober 2020
    Wetenschappers van de Universiteit Utrecht hebben in opdracht van De Letselschade Raad in 2019 en 2020 onderzoek gedaan naar langlopende letselschadezaken. De centrale vraag was: wat zijn kenmerken van letselschadezaken die niet binnen twee jaar zijn afgesloten? De twee belangrijkste conclusies uit dit onafhankelijke onderzoek zijn dat in de meeste zaken niet sprake is van één, maar van meer redenen waarom zo’n zaak nog niet is afgewikkeld en dat er niet één meest voorkomende reden of omstandigheid benoemd kan worden die zich in het merendeel van de zaken voordoet. Letselschadezaken zijn zaken
  6. Rekenmethodiek overlijdensschade nieuwe stijl compleet

    VR-kort
    Artikel
    13 oktober 2020
    Mr. C.C.J. de Koning en J. Laumen-de Valk In de zomer van 2014 heeft de Denktank Overlijdensschade hun notitie en de rapportage van het Nationaal Instituut voor Budget-voorlichting (NIBUD) uitgebracht. In 2015 heeft De Letselschade Raad de aanbevelingen van de Denktank overgenomen en verwerkt in De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade. Overlijdensschade wordt sinds de Richtlijn van kracht is vrijwel alleen nog volgens deze methodiek berekend. Nu er een paar jaar gerekend is volgens de nieuwe methode uit 2015 en deze breed geaccepteerd is door zowel de markt als de rechtspraak
  7. VR 2020/154 Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking

    Artikel
    VR 2020/154 Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking Prof. C.R.J.J. Rijken * * Conny Rijken is hoogleraar Mensenhandel en Globalisering aan de Tilburg Law School van Tilburg University. Inleiding Op 5 juli 2017 werd bekendgemaakt dat Nederland de vervolging en berechting van de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014, ter hand zou nemen. Op 19 juni 2019 kondigde de officier van justitie de vervolging aan van vier verdachten betrokken bij deze ramp. Op 9 maart 2020, bijna zes jaar na de ramp, ging het proces tegen deze vier verdachten
  8. VR 2020/155 Parkeren. Onderbord 'alleen elektrische voertuigen'.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft zijn elektrisch aangedreven voertuig geparkeerd op een plaats waar een parkeerverbod gold (bord E4). Het voertuig werd niet opgeladen. De tekst op het onderbord bij het bord E4 hield in “alleen elektrische voertuigen". Dat de bestuurder van een elektrisch voertuig slechts op die parkeergelegenheid mag parkeren als het voertuig wordt opgeladen, is op het onderbord echter niet aangegeven. Nu een andere wijze van parkeren evenmin is voorgeschreven, kan niet worden vastgesteld dat de gedraging is verricht.
  9. VR 2020/156 Parkeerverbod. Uitgezonderde categorie. Onderbord "alleen voor autodate".

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “Parkeren op parkeergelegenheid, terwijl voertuig niet tot aangegeven categorie of groep voertuigen behoorde”.Artikel 24, eerste lid, aanhef en onder d sub 1 RVV 1990 bepaalt dat de bestuurder zijn voertuig niet mag parkeren op een parkeergelegenheid voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het bord of op het onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen. Het bord dat hier wordt bedoeld is het bord E8 uit bijlage 1 bij het RVV 1990.Ter plaatse staat een bord E9 als bedoeld in
  10. VR 2020/157 Stilstaan langs gele streep. Wettelijke grondslag. Sanctie.

    Jurisprudentie
    De betrokkene wordt verweten dat zij geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een verbod inhoudt (artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)). Volgens vaste jurisprudentie van het hof staat het niet ter beoordeling van de weggebruiker of een verkeersteken overeenkomstig de voorschriften - daaronder te begrijpen: overeenkomstig een geldig verkeersbesluit - en terecht is geplaatst. Dat is slechts anders in het geval de situatie klaarblijkelijk zo afwijkend is van die waarop het verkeersteken betrekking heeft, dat bij gevolg geven aan dat teken de
  11. VR 2020/158 Dood door schuld. Mate van schuld. Inhalen. Maximumsnelheid.

    Jurisprudentie
    De verdachte, die bekend was met de betekenis van bedoelde dubbele doorgetrokken streep, heeft een ernstige verkeersfout gemaakt door in strijd met het ter plaatse geldende verbod de voor hem rijdende Toyota te gaan inhalen en daarbij de dubbele doorgetrokken streep te overschrijden en met de door hem bestuurde personenauto (deels) op de weghelft voor het hem tegemoetkomende verkeer te gaan rijden.Deze gedraging is op zichzelf al laakbaar, maar is extra onvoorzichtig, aangezien de verdachte naar eigen zeggen, voordat hij de voor hem rijdende Toyota ging inhalen, had gezien dat er op de andere
  12. VR 2020/159 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Rijden onder invloed. Straf.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft onder invloed van alcohol een auto bestuurd, is zonder aanwijsbare oorzaak op de verkeerde weghelft terecht gekomen en heeft een frontale aanrijding veroorzaakt. Deze omstandigheden, in samenhang bezien, leiden tot het oordeel dat de verdachte zich als verkeersdeelnemer 'aanmerkelijk onvoorzichtig' heeft gedragen. Het hof acht voorts bewezen dat verdachte door het gebruik van alcohol niet tot behoorlijk sturen in staat moest worden geacht zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de WVW 1994. Bij het ongeval hebben de slachtoffers zwaar lichamelijk letsel opgelopen
  13. VR 2020/160 Kop-staartbotsing. Dood door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend.

    Jurisprudentie
    De verdachte botste met de door hem bestuurde auto op een stilstaande auto bij de ingang van de Wijkertunnel, waardoor de bestuurder van de laatste auto om het leven kwam. Het rood uitstralende dan wel geel knipperende verkeerslicht voor de ingang van de Wijkertunnel moet gedurende langere afstand en tijd zichtbaar zijn geweest voor de verdachte, evenals de auto van het slachtoffer, die was afgeremd voor voornoemd verkeerslicht en (nagenoeg) stilstond voor de stopstreep.De verdachte heeft op deze voor hem waarneembare waarschuwing en op zijn afremmende of stilstaande voorganger in het geheel
  14. VR 2020/161 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Straf.

    Jurisprudentie
    De verdachte is de rotonde opgereden via een weghelft die bedoeld was voor het verkeer van de tegengestelde richting en is zonder te stoppen voor de haaientanden de rotonde vlot overgereden (eigen waarneming van de beelden door het hof ter terechtzitting in hoger beroep). Daarbij heeft hij zijn snelheid niet aangepast aan de onoverzichtelijke en drukke situatie ter plaatse en is hij zonder oplettend te zijn of er zich verkeer bevond op de rotonde met diezelfde snelheid rechtsaf geslagen zonder richting aan te geven en zonder voorrang te geven aan de op de rotonde rijdende fietsster. Met dit
  15. VR 2020/162 Dood door schuld? Politie. Aanvaardbaar risico. Afwezigheid van alle schuld.

    Jurisprudentie
    De verdachte rijdt op een voorrangsweg met een politievoertuig zonder optische en/of geluidssignalen met een snelheid van ca. 80 km/u binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid gold van 50 km/u. Hij is op weg naar een op heterdaad ontdekte inbraak. Volgens de Brancherichtlijn Verkeer Politie 2014 mag hij niet harder rijden dan met een snelheid van maximaal 40 km/u boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid. Op een fietsoversteekplaats botst hij op een overstekende fietser die geen licht voert. Het is donker. Ter plaatse brandt straatverlichting. De fietser overlijdt aan de gevolgen van
  16. VR 2020/163 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Doorrijden na ongeval. Strafmaat en mediation.

    Jurisprudentie
    De verdachte, bestuurder van een personenauto, was al rijdend zoekende naar een asbak, waarvan hij dacht dat die misschien bij of onder de rechter passagiersstoel was gevallen. In plaats van goed op de weg te letten, was hij daarmee bezig. Dit heeft er toe geleid dat hij op de verkeerde weghelft is beland, waar op dat moment het slachtoffer, mevrouw X, aan het oversteken was. Vervolgens heeft de aanrijding met haar plaatsgevonden. Het letsel dat mevrouw X hieraan heeft overgehouden kwalificeert de rechtbank, gezien de aard, de ernst en de langdurigheid van het herstel ervan, als zwaar
  17. VR 2020/164 Letselschade door afgebroken boomtak; kelderluikcriteria; gemeente aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    Op een windstille zomerdag in juli 2015 is A een ongeluk overkomen. Zij stond met anderen te wachten bij de opstaplocatie van een fluisterboot, toen een hoofdtak van een grote kastanjeboom afbrak en op haar terechtkwam. Bij dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen. A stelt de gemeente (B) als eigenaar van de boom op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) aansprakelijk voor de schade die zij door het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. Volgens A heeft B de boom onvoldoende onderhouden en gecontroleerd, waardoor B een gevaarlijke situatie in het leven heeft geroepen. Het hof stelt
  18. VR 2020/165 Verkeersongeval; motorfiets op fietsstrook; open portier geparkeerde auto; autobestuurder aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    A is een verkeersongeval overkomen. Hij reed op een motorfiets op een weg met aan de rechterzijde een fietsstrook met onderbroken streep. Aan de rechterzijde van de fietsstrook bevonden zich (gehandicapten)parkeervakken. B stond in een van die parkeervakken geparkeerd met een auto. Enkele meters verder van dat parkeervak was een kruising met verkeerslichten. Voor de verkeerslichten (die op rood stonden) stond een andere auto te wachten. A wilde bij de kruising rechtsaf slaan. Bij het naderen van de kruising is hij op de fietsstrook gaan rijden. Toen A ter hoogte van de geparkeerde auto van B
  19. VR 2020/166 Ski-ongeval Zwitserland; art. 15 EVEX II; Nederlandse rechter niet bevoegd.

    Jurisprudentie
    In 2010 is A een ski-ongeval overkomen op een skipiste in Zwitserland. Op een plek waar de piste met een bocht naar links gaat, is A rechtdoor geskied en van de piste gevallen. Hierbij heeft A ernstig letsel opgelopen. Vaststaat dat A een skipas had gekocht bij de exploitant van het skigebied (B). A stelt B aansprakelijk voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. De vraag ligt voor of de Nederlandse rechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.Het hof stelt voorop dat het ambtshalve gehouden is te onderzoeken of de Nederlandse rechter
  20. VR 2020/167 Ongeval opgevoerde snorfiets en auto die geen voorrang verleent; 30% eigen schuld snorfietser.

    Jurisprudentie
    Automobilist (B) is uit een uitrit een fietspad opgereden dat parallel loopt aan de weg waar de uitrit op uitkomt. Op dat moment kwam snorfietser (A) van links op het fietspad aangereden. Nadat A de auto van B heeft opgemerkt, heeft hij geremd en daarbij is hij, zonder de auto te raken, gevallen. Als gevolg van dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen. De snorfiets was opgevoerd tot 57 km/uur. A vordert dat het hof voor recht verklaart dat B en zijn WAM-verzekeraar (C) volledig aansprakelijk zijn voor de door hem geleden schade. Tussen partijen staat vast dat B en C aansprakelijk zijn voor

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!