Zoeken

28 resultaten gevonden

  1. Berekening verlies verdienvermogen strafrecht versus civiel recht

    VR-kort
    Artikel
    07 september 2017
    J. Laumen en V. Waaijenberg Net als in het civiele recht kan iemand die slachtoffer of nabestaande is van een misdrijf zich voegen als benadeelde partij in de strafzaak tegen de verdachte. Uit de praktijkervaring van auteurs blijkt dat de claim in het strafrecht niet het niveau (lees: hoogte) van de claim in het civiel recht kan hebben, aangezien al snel geconcludeerd wordt tot niet-ontvankelijkheid vanwege ‘onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure’. In deze bijdrage wordt getoond hoe deze niet-ontvankelijkheid te voorkomen is. Daartoe wordt eerst ingegaan op de situatie van
  2. Bespreking van het wetsvoorstel tot verruiming recht op premierestitutie verzekeringnemer wanneer hij zijn mededelingsplicht te goeder trouw heeft geschonden

    VR-kort
    Artikel
    07 september 2017
    Mr. dr. P.M. Leerink Op de verzekeringnemer rust een precontractuele mededelingsplicht. Als hij deze heeft geschonden en de verzekeraar zou bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering niet hebben gesloten, dan bestaat er geen recht op uitkering. Maar krijgt de verzekeringnemer dan ook de premie terug? Onder het oude recht (Wetboek van Koophandel) was dat wel het geval als de verzekeringnemer te goeder trouw was. Na de invoering van titel 7:17 BW lijkt er dan geen recht op premierestitutie te zijn. Dit voelt onrechtvaardig. Om dit te corrigeren is op 15 maart 2017 het 'voorstel tot
  3. Complexe schadevorderingen in het strafproces

    VR-kort
    Artikel
    07 september 2017
    J.C.C.M. Claassens Deze bijdrage gaat in op de positie van slachtoffers van misdrijven die een complexe schadevordering in het strafproces willen indienen. Daartoe wordt eerst een overzicht gegeven van de sinds 1993 verschenen wetgeving hieromtrent, zoals de zogenaamde Wet Terwee, de Wet Aanvulling Spreekrecht uit 2005, de Wet versterking positie slachtoffer in het strafproces uit 2011 en de implementatie per 1 april 2017 van de Europese slachtofferrichtlijn uit 2012. Aansluitend wordt aandacht besteed aan de onevenredige belasting, de voorschotregeling, de praktische bezwaren van de wetten en
  4. De dertigjarige verjaringstermijn getoetst aan art. 6 EVRM

    VR-kort
    Artikel
    07 september 2017
    Mr. L.C. Dufour De Hoge Raad heeft in een arrest van 24 maart 2017 de dertigjarige – absolute – verjaringstermijn van art. 3:310 lid 2 BW opnieuw getoetst aan het door art. 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) gewaarborgde recht van toegang tot de rechter. Bij de benadeelde was meer dan dertig jaar na afloop van zijn dienstverband bij een rederij mesothelioom (asbestkanker) geconstateerd. In het licht van deze lange tijd voordat de ziekte zich openbaarde, had de benadeelde zijn vordering tot vergoeding van zijn schade niet binnen de dertigjarige termijn kunnen instellen. In
  5. Eigen bijdrage terug door WMO-convenant 2017: is de aanvraag WMO nog zinvol bij letselschade?

    VR-kort
    Artikel
    07 september 2017
    Linda Renders In 2015 hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Verbond van Verzekeraars het convenant ‘Wet maatschappelijke ondersteuning 2015-2016’ gesloten over de afkoop van het regresrecht. Dit convenant was het sluitstuk van wetgeving om het verhaalsproces tussen gemeenten en verzekeraars te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Hiermee was ook de eigen bijdrage voor WMO-voorzieningen afgekocht. Tijdens het opstellen van het nieuwe convenant WMO 2017 meldde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat dit in strijd is met het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke
  6. Onzekerheid bij schadeverzekering: de schone lei van titel 7:17 BW

    VR-kort
    Artikel
    07 september 2017
    Mr. J.S. Overes Een verzekering wordt algemeen gezien als een kansovereenkomst – ook wel: een overeenkomst met een ‘aleatoir’ karakter. Zonder onzekerheid geen verzekering. Als bijvoorbeeld de verzekeraar zeker weet dat iemand schade zal overkomen, zal de verzekeraar die schade in de regel niet willen verzekeren. De verzekeraar zou anders een bij voorbaat verliesgevend product verkopen. En andersom: als iemand zeker weet dat hem geen schade zal overkomen, zal hij daarvoor geen schadeverzekering willen afsluiten. Wanneer echter voor beide partijen die zekerheid niet bestaat, kunnen zij elkaar
  7. VR 2017/103 Nieuwe richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen: veranderingen in aansprakelijkheidsregime?

    Artikel
    VR 2017/103 Nieuwe richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen: veranderingen in aansprakelijkheidsregime? Mr. Janneke Kruijswijk Jansen * * Advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam. Sinds lange tijd bestaat binnen de EU een specifiek regime van reizigersbescherming voor pakketreizen, dat wil zeggen reizen die als pakket zijn verkocht en die bestaan uit ten minste twee reisdiensten, zoals vervoer, accommodatie, of een andere toeristische dienst. Op 11 december 2015 is een nieuwe – aanzienlijk uitgebreidere – richtlijn op het gebied van pakketreizen vastgesteld, Richtlijn (EU)
  8. VR 2017/104 Vasthouden mobiele telefoon of alcoholslotapparaat?

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”. Betrokkene heeft direct bij de staandehouding kenbaar gemaakt niet een mobiele telefoon maar een alcoholslotapparaat in zijn handen te hebben gehad. Dit roept vragen op over de waarneming van de verbalisant. Een nadere toelichting van de verbalisant op dit punt was dan ook op zijn plaats geweest. Nu deze niet voorhanden is, kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de betrokkene een mobiele telefoon in zijn hand had.
  9. VR 2017/105 Vasthouden mobiele telefoon. Overmacht.

    Jurisprudentie
    Betrokkene (wijkverpleegkundige) wordt tijdens het rijden gebeld door een cliënt wiens gezondheidstoestand betrokkene zorgen baarde. De betrokkene heeft daarom, tijdens het rijden, de mobiele telefoon opgenomen. Beroep op overmacht. Hoezeer ook valt te begrijpen dat de betrokkene onder de door haar geschetste omstandigheden haar mobiele telefoon heeft willen opnemen teneinde de betreffende cliënt te woord te staan, acht het hof onvoldoende aannemelijk geworden dat zij daartoe niet eerst haar voertuig op verantwoorde wijze aan de kant had kunnen zetten. Er is onvoldoende gebleken van
  10. VR 2017/106 Bedienen van in houder geplaatste mobiele telefoon:vasthouden? Extensieve interpretatie begrip 'vasthouden'.

    Jurisprudentie
    Bedienen van de telefoon terwijl deze is geplaatst in een telefoonhouder die is gemonteerd op het dashboard. De betrokkene kan tijdens het bedienen van de telefoon, ook wanneer deze in een telefoonhouder is geplaatst, gedurende enige tijd slechts met één hand de noodzakelijke verkeershandelingen verrichten. Dat brengt mee dat het met de andere hand bedienen van de telefoon betrokkene afleidt van de verkeerssituatie, maar ook dat betrokkene fysiek te veel betrokken is bij het bedienen van zijn telefoon. Hij is daardoor minder goed in staat de benodigde verkeershandelingen te verrichten. Uit
  11. VR 2017/107 Onjuist CJIB-nummer in beroepschrift. Ontbreken van gronden.

    Jurisprudentie
    De onjuiste vermelding van het CJIB-nummer in het beroepschrift zou kunnen worden beschouwd als het ontbreken van een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, zodat sprake is van een verzuim als bedoeld in artikel 6:5, eerste lid, sub c, van de Awb. Uit de stukken blijkt echter niet dat (de gemachtigde van) de betrokkene in de gelegenheid is gesteld dit verzuim te herstellen. Gelet hierop dient de beslissing van de kantonrechter te worden vernietigd.Nu het beroepschrift van de gemachtigde een algemene ontkenning bevat van de verweten gedraging, alsmede een algemene
  12. VR 2017/108 Parkeren voor oprit naar eigen garage. Onjuiste feitcode.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (feitcode R315B)” (overtreding van artikel 10, eerste lid, RVV 1990).Met de gemachtigde kan worden vastgesteld dat niet op het trottoir is geparkeerd. Het voertuig van de betrokkene stond voor een inrit. Daar bevond zich geen trottoir. De in de inleidende beschikking opgenomen gedraging en de daarbij behorende feitcode is derhalve niet juist. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht de feitcode te wijzigen in feitcode R397B. Deze feitcode heeft
  13. VR 2017/109 Parkeren. Voor het openbaar verkeer openstaande weg.Schoolplein.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken" (overtreding van artikel 10 RVV 1990). De betrokkene voert hiertegen aan dat, zoals uit de door de hem overgelegde foto's blijkt, zijn auto op een (privaat) schoolplein stond. Op grond van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, WVW 1994 moet onder het begrip wegen worden verstaan: “alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen
  14. VR 2017/110 Hinderlijk parkeren.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd”. De gedraging betreft een overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.Bij de beoordeling van de vraag of er sprake was van gevaar of hinder moet worden uitgegaan van alle soorten verkeer, waaronder ook grote voertuigen van hulpdiensten, zoals een brandweerauto. Op één van de door de betrokkene overgelegde foto's is te zien dat haar auto, gezien de
  15. VR 2017/111 Parkeerverbod.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod (bord E1) (al dan niet in een zone)”. De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigd. Hiertoe heeft de kantonrechter overwogen dat de gemachtigde het voertuig van de betrokkene had geparkeerd in de berm in een gebied waar verkeersbord E1 gold en dat ingevolge het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens een verkeersbord slechts gelding kan hebben voor de rijbaan, zodat niet is
  16. VR 2017/112 Plaats kentekenplaat. Feitcode.

    Jurisprudentie
    De kentekenplaat van het voertuig van de betrokkene was niet aangebracht overeenkomstig de eisen zoals gesteld in artikel 7, zesde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten. Daarmee heeft de betrokkene de gedraging met feitcode N010c, waarvoor hem een administratieve sanctie is opgelegd, niet verricht. Bij het niet voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 7, zesde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten kan een sanctiebeschikking worden opgelegd voor de gedraging met feitcode K030a met als omschrijving 'het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan
  17. VR 2017/113 Registercontrole wettelijke aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Kentekenregister. Recht op privéleven.

    Jurisprudentie
    Bij raadpleging van het kentekenregister kan enkel informatie worden verkregen over een voertuig met een bepaald kenteken. De uit het kentekenregister kenbare informatie is beperkt tot de tenaamgestelde van het kenteken en de vraag of het voertuig al dan niet verzekerd is en met ingang van welke datum. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat bij de uitgevoerde controle van het kentekenregister zodanige gegevens worden verstrekt dat daardoor het recht van de betrokkene op respect van zijn privéleven is geschonden of sprake is van inmenging in de uitoefening van dit recht als bedoeld in artikel
  18. VR 2017/114 Ontzegging van de rijbevoegdheid. Onbekend gebleven bestuurder. Eigenaar of houder.

    Jurisprudentie
    De bewezenverklaarde overtreding van art. 62 RVV 1990 is ingevolge art. 92 RVV 1990 een strafbaar feit ten aanzien waarvan aan de bestuurder van een motorvoertuig de bevoegdheid om motorvoertuigen te besturen kan worden ontzegd. Op grond van art. 181 WVW 1994 kan die bijkomende straf aan de eigenaar of houder van dat motorvoertuig worden opgelegd, indien deze wordt veroordeeld ter zake van een dergelijke overtreding, terwijl het feit is begaan door een bij de ontdekking van het feit onbekend gebleven bestuurder (vgl. HR 15 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9414, NJ 2008/252). De opvatting dat een
  19. VR 2017/115 WAM-schade; schaderegelaar in buitenland; dagvaarding voornationale rechter.

    Jurisprudentie
    Ongeval in 2007 op Spaanse snelweg. De auto van de aansprakelijke was in Spanje WAM-verzekerd. De slachtoffers waren Portugezen. De slachtoffers hebben op enig moment voor de Portugese rechter gedaagd (1) de schaderegelaar die de Spaanse WAM-verzekeraar voor Portugal had aangewezen en (2) het Portugese Waarborgfonds. De Portugese rechter wees de vorderingen af. In hoger beroep stelde de appèlrechter prejudiciële vragen: een WAM-verzekeraar moet in iedere lidstaat (waar zij niet zelf gevestigd is) een schaderegelaar aanwijzen om schade waarvoor die verzekeraar aansprakelijk is te regelen met
  20. VR 2017/116 Arbeidsongeval; duiken met haaien; schending zorgplicht.

    Jurisprudentie
    B is een onderneming waarvan C directeur is. Een van de activiteiten is haaienduiken met toeristen. A is een ervaren duikster, die al verschillende keren op dergelijke trips is mee geweest en daarvoor betaald kreeg door B. Op 31 oktober 2014 vond een duik plaats onder leiding van C. A is daarbij in haar onderbeen gebeten door een verpleegsterhaai en heeft fors letsel opgelopen. Zij vordert schadevergoeding van zowel B als C, jegens B op grond van art. 7A:1614x (vergelijkbaar met art. 7:658 BW). Er is een video beschikbaar van de hele situatie, die aan het gerecht ter beschikking is gesteld

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!