Zoeken

30 resultaten gevonden

  1. De (Belgische) Wet Medische Ongevallen en het medisch ongeval zonder aansprakelijkheid

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    Dr. W. Buelens De vaststelling dat het medisch aansprakelijkheidsrecht voor geen van de betrokken actoren een bevredigend vergoedingssysteem is, heeft de wetgever ertoe aangezet om een alternatief vergoedingssysteem voor medische ongevallen in te richten, de Wet Medische Ongevallen (B-WMO). Deze wet introduceert een zogenoemd ‘tweesporensysteem’ voor de vergoeding van medische ongevallen. Dit betekent dat slachtoffers van een medisch ongeval en hun naasten en nabestaanden zich niet enkel tot de rechtbank kunnen wenden om een schadevergoeding te verkrijgen, maar ook een beroep kunnen doen op
  2. De BGK-vordering in een deelgeschilprocedure

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    Mr. R.D. Leen De deelgeschilprocedure is niet meer weg te denken uit de wereld van de letselschade. Naast de vele voordelen die de deelgeschilprocedure biedt – zoals de snelle doorlooptijd – zijn de voordelige spelregels omtrent de proceskosten een belangrijke reden waarom benadeelden kiezen voor een deelgeschil. Een van de belangrijke voordelen van een deelgeschil ten opzichte van een bodemprocedure is dat de kosten die in een deelgeschil worden gemaakt, worden bestempeld als buitengerechtelijke kosten (BGK), waardoor zij voor volledige vergoeding in aanmerking komen. In dit artikel staat de
  3. De deelgeschilprocedure

    VR-kort
    Boek
    15 januari 2020
    Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga De deelgeschilprocedure is bedoeld om het buitengerechtelijke traject bij de afhandeling van personenschade te versterken en wordt in de praktijk veel gebruikt. De deelgeschilprocedure komt voort uit de behoefte van de letselschadepraktijk om het letselschadetraject sneller en soepeler te laten verlopen. Het gaat om een procedure die laagdrempelig is en partijen de mogelijkheid geeft om na een oordeel van de rechter verder met elkaar te onderhandelen over de regeling van de zaak. De deelgeschilprocedure heeft geleid tot een groot aantal uitspraken, waardoor
  4. De vordering van de benadeelde partij in het strafproces: de Hoge Raad geeft college

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    Mr. A.J.J.G. Schijns Op 28 mei 2019 heeft de Hoge Raad een belangrijk overzichtsarrest gewezen over de vordering van de benadeelde partij in het strafproces. In dit arrest geeft de Hoge Raad college over tal van aandachtspunten die bij de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij een rol kunnen spelen. Het gaat daarbij om: 1. uitleg van bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering (Sv) en het Wetboek van Strafrecht (Sr) (rechtstreekse schade en schadevergoedingsmaatregel), 2. toelichting op de beoordeling van beslissing door de rechter (het civiele bewijsrecht), 3. toelichting op
  5. Een maatman op maat? Over de rol en positie van de redelijk handelend verzekeraar sinds het Maatman-arrest

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    Mr. L. Bartels en prof. mr. N. van Tiggele-van der Velde In het Wilhelmina-arrest heeft de Hoge Raad de norm van de verzekeraar ‘als redelijk handelend verzekeraar’ geïntroduceerd. Met het verstrijken der jaren zijn rechtspraak en literatuur wat verdeeld geraakt over de vraag of die redelijk handelend verzekeraar de (per definitie redelijke) maatman-verzekeraar is of de redelijke individuele verzekeraar. Op 5 oktober 2018 heeft de Hoge Raad op deze materie arrest gewezen en geoordeeld dat een beroep op verzwijging in de zin van art. 7:930 lid 4 BW – in lijn met de heersende opvatting in de
  6. Immateriële schade als gevolg van data-inbreuken: het ondergeschoven kindje van de AVG

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    Dr. E.F.D. Engelhard Bij schending van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geeft art. 82 AVG de benadeelde jegens de verwerkingsverantwoordelijke en jegens de verwerker recht op vergoeding van de materiële en immateriële schade. Hiermee biedt de AVG een zekere waarborg om de toegenomen vrijheid van gegevensuitwisseling en -opslag die het internet biedt, te beschermen. Maar wat in dit verband onder immateriële schade wordt verstaan, is verre van duidelijk en veelal is de schade bij AVG-schendingen van geringe omvang. De focus in dit artikel ligt op immateriële schade. De centrale
  7. Ruimer baan voor smartengeld bij ‘persoonsaantastingen op andere wijze’ zonder dat sprake is van geestelijk letsel

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    Dr. E.F.D. Engelhard Uit twee recente arresten over art. 6:106 sub b, slot BW kan worden afgeleid dat ernstige normschendingen of activiteiten met ernstige persoonlijke gevolgen recht kunnen geven op smartengeld, ook als geen sprake is van geestelijk letsel of van een fundamentele rechtsinbreuk. Op 15 maart 2019 wees de Hoge Raad een arrest, het EBI-arrest, waarin hij lijnen neerzet voor het recht op smartengeld bij het ontbreken van lichamelijk of geestelijk letsel. Dit is een belangrijk arrest, zo blijkt ook uit nadien verschenen uitspraken van de Hoge Raad. Tot de komst van EBI was het
  8. Schade van kinderen

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    In dit themanummer staat de schade van kinderen centraal. Het themanummer wordt ingeleid met een redactioneel over de schade die kinderen kunnen lijden doordat ouders tekortschieten in hun zorgplicht. Aansluitend komt de schade van het nog ongeboren kind aan de orde. Kan het kind schade die tijdens de zwangerschap is ontstaan, verhalen op de ouders? Twee auteurs gaan in op de vraag of geboorte(hersen)letsel daadwerkelijk ontstaat bij de geboorte of dat dit letsel meestal eerder is ontstaan. Vervolgens wordt de vraag beantwoord in hoeverre een kind bij het verhaal van zijn schade eigen schuld
  9. Schadevergoeding anders dan in geld: cash is not always king

    VR-kort
    Artikel
    15 januari 2020
    S. de Rey Naast schadevergoeding in geld, is ook schadevergoeding in natura een wettige vorm van schadeloosstelling (art. 6:103 BW). Anders dan schadevergoeding in geld biedt schadevergoeding in natura geen louter financiële compensatie voor de geleden schade. Met een materiële handeling of een rechtshandeling probeert het deze schade in werkelijkheid te vergoeden of ongedaan te maken. Tot voor kort bleven de toepassingen van schadevergoeding in natura in de Nederlandse rechtspraak eerder schaars. Er bestaan geen empirische onderzoeksresultaten die deze vaststelling steunen, maar uit een
  10. VR 2020/01 Verkeersveiligheid en verkeershandhaving

    Artikel
    VR 2020/1 Verkeersveiligheid en verkeershandhaving Wetgeving en beleid 2016-2019 Mr. A.H.J.M. Damen * * Officier van justitie bij het parket CVOM van het Openbaar Ministerie. Inleiding Het terrein van de verkeershandhaving is volop in beweging. Na de beide alcoholslot-uitspraken in 2015 van de Hoge Raad 1) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2) zijn er verschillende beleidsbrieven door de beide verkeersministers aan de Kamer geschreven, is er een regeerakkoord met een verkeersparagraaf en ligt een wetsvoorstel voor voor wijziging van de Wegenverkeerswet. In deze bijdrage
  11. VR 2020/02 'Roekeloze rijders' en rare wetgeving (deel 2)

    Column
    VR 2020/2 ‘Roekeloze rijders’ en rare wetgeving (deel 2) In de vorige aflevering van dit tijdschrift zijn wat woorden gewijd aan het nieuwe, op 1 januari jongstleden ingevoerde art. 5a WVW 1994. Naast het rare verbod om ‘opzettelijk zich zodanig in het verkeer te gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden’, bevat dat art. 5a ook nog een tweede lid dat de moeite van het belichten waard is. In dit artikellid is het volgende bepaald: ‘Bij de toepassing van het eerste lid wordt mede in aanmerking genomen de mate waarin de verdachte verkeerde in de toestand, bedoeld in
  12. VR 2020/03 Parkeren zonder parkeerschijf. Blauwe streep.

    Jurisprudentie
    Bestuurlijke sanctie ter zake van “motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij blauwe streep terwijl niet is voorzien van een duidelijk geplaatste parkeerschijf”. Hoewel de blauwe streep in afwijking van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens mogelijk smaller is dan tien cm, brengt dit echter niet mee dat geen sanctie aan de betrokkene kan worden opgelegd. Vaste rechtspraak van dit hof is dat de bepalingen in de Uitvoeringsvoorschriften BABW zijn gericht tot de wegbeheerder. Weggebruikers kunnen aan die regels geen rechten ontlenen. Het staat niet ter beoordeling van de
  13. VR 2020/04 Parkeren. Parkeerschijfzone. BOA openbare ruimte.

    Jurisprudentie
    Aan de orde is of de betreffende boa Domein Openbare Ruimte bevoegd was om - in de onderhavige zaak - ten aanzien van het parkeren zonder parkeerschijf in een parkeerschijfzone een sanctie op te leggen. Uit een nadere bestudering van de Circulaire BOA volgt dat boa's openbare ruimte onder meer kunnen optreden tegen overtredingen die zien op stilstaand verkeer, zonder dat hiervoor vereist is dat het gaat om een maatregel die is ingesteld in verband met de openbare orde. Slechts ten aanzien van de negatie van C-borden is als voorwaarde gesteld dat zulks verband dient te houden met de openbare
  14. VR 2020/06 Kenteken. Zichtbaarheid

    Jurisprudentie
    Uitgangspunt van het bepaalde in art 40 lid 1 WVW 1994 is dat onder alle omstandigheden een onbelemmerd zicht dient te zijn op de kentekenplaat en dat het kenteken (volledig) zichtbaar dient te zijn. Nu het zicht op de middelste twee karakters van het kenteken deels is geblokkeerd door de aanwezigheid van de trekhaak, is het hof van oordeel dat het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig is op of aan het motorrijtuig.
  15. VR 2020/07 Niet de rijbaan gebruiken. Verwarrende omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (bijv. laten stilstaan op trottoir/voetpad etc.)” (overtreding art. 10 lid 1 RVV 1990). De betrokkene voert aan dat hij goederen leverde aan de centrale markt. Hij is de markt opgereden, heeft zijn bedrijfsauto geparkeerd en goederen uitgeladen en afgeleverd. Er stond nergens een bord dat hij een trottoir of een voetpad opreed. Er is geen trottoir aanwezig, het is een marktplein.Het marktplein was ten tijde van de
  16. VR 2020/08 Voetgangersoversteekplaats. Voor laten gaan.

    Jurisprudentie
    Volgens art. 49, tweede lid, RVV 1990 moeten bestuurders voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten gaan. De term "voor laten gaan" houdt in dat voetgangers ongehinderd hun weg kunnen vervolgen of beginnen. Voor de vaststelling dat de gedraging is verricht, is derhalve van belang dat komt vast te staan dat een voetganger die een voetgangersoversteekplaats oversteekt, dan wel voornemens is deze over te steken, niet ongehinderd zijn weg heeft kunnen vervolgen of beginnen.
  17. VR 2020/09 Rijden tijdens ontzegging. Kennisgeving. Looptijd ontzegging.

    Jurisprudentie
    Anders dan het hof heeft geoordeeld, kan uit de omstandigheid dat de verdachte blijkens het hiervoor weergegeven bewijsmiddel 2 bij onherroepelijk vonnis van de Politierechter van 3 oktober 2012 is veroordeeld tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden en de omstandigheid dat blijkens de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen 3 en 4 een kennisgeving ontzegging rijbevoegdheid op 4 december 2012 aan hem is uitgereikt, niet zonder meer worden afgeleid dat het tenlastegelegde feit is begaan gedurende de periode dat hem de bevoegdheid
  18. VR 2020/10 Dood door schuld? Aanrijding bij duisternis. Gevaar voor de veiligheid op de weg.

    Jurisprudentie
    De verdachte botste met de door haar bestuurde auto achterop een fietser die daardoor overleed. De verdachte reed niet harder dan ter plaatse was toegestaan. Voorts was de snelheid van de verdachte in de gegeven omstandigheden niet zodanig hoog dat haar handelen als zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig kan worden aangemerkt. Het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, is dat zij geen, in elk geval onvoldoende rekening heeft gehouden met de mogelijke aanwezigheid van fietsers op de rijbaan en daarop onvoldoende haar snelheid heeft aangepast om een aanrijding te kunnen voorkomen. De
  19. VR 2020/11 Kop-staartbotsing. Dood door schuld? Gevaarzetting.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto) op de weg, de Rijksweg A27, gereden. Zij heeft op die weg de snelheid van haar voertuig niet voldoende geminderd bij het naderen van haar voorligger en heeft geen of onvoldoende stuurbeweging met haar auto gemaakt toen haar auto de auto van haar voorligger naderde. Zij is vervolgens tegen de linker achterkant van de auto van het slachtoffer aangereden. Hierbij is de auto van het slachtoffer (meermalen) over de kop gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot terecht gekomen, waardoor het slachtoffer is gedood. In

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!