Zoeken

53 resultaten gevonden

  1. VR 2024/01 Het Verstekeling-arrest revisited

    Artikel
    In deze bijdrage staat centraal het bekende Verstekeling-arrest (HR 27 januari 1984, NJ 1984, 536, m.nt. W.C.L. van der Grinten). Daarin oordeelde de Hoge Raad kort gezegd dat een bestuurder die een verkeersfout maakt waardoor zijn auto over de kop slaat, niet aansprakelijk is jegens een meerijdende verstekeling aangezien de bestuurder niet op diens aanwezigheid bedacht hoefde te zijn. Dit arrest staat tot op de dag van vandaag zonder veel commentaar in de handboeken. In deze bijdrage wordt verdedigd dat de uitspraak in Verstekeling inhoudelijk aanvechtbaar is en dat het bovendien valt te betwijfelen of zij nog geldend recht is in het licht van in 2022 gewezen shockschade arrest.
  2. VR 2024/02 Dr. L.H. Pals, pionier en visionair

    Column
    Op het omslag van de titelpagina van zijn dissertatie Onrechtmatige doodslag, Van beperkte naar volledige schadevergoeding, staat vermeld: “L.H. Pals, drs. in de rechtsgeleerdheid, promoveerde op 18 oktober aan de Rijksuniversiteit van Groningen op dit proefschrift. Promotor was prof. C.J.H. Brunner.” Dat was in het jaar 1983. Het zal toeval zijn geweest dat ik op de datum van zijn promotie, 18 oktober, doch 40 jaar later door zijn zoon Bas werd geïnformeerd over het overlijden van Bert Pals enkele dagen eerder.
  3. VR 2024/03 Procesafspraken. Keskin. Prejudiciële vragen.

    Jurisprudentie

    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor het niet stoppen voor een rood uitstralend verkeerslicht. De betrokkene stelt echter dat hij door een geel uitstralend verkeerslicht is gereden en dat zijn getuige - die achterop de scooter zat - dit kan bevestigen. Deze getuige zou bij de zittingen van de kantonrechter ten onrechte niet zijn gehoord. De betrokkene is bij kantonrechter echter meermaals de gelegenheid geboden om zijn getuige mee te nemen. Ook tijdens de procedure bij het hof heeft de betrokkene meerdere kansen gehad om de getuige mee te nemen, maar heeft

  4. VR 2024/04 Verkeersongeval met dood door schuld. Tractorbestuurder. Vorenpakker op onjuiste wijze bevestigd. Aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft als bestuurder van een tractor, met aan de voorzijde een vorenpakker en aan de achterzijde een ploeg, een ongeval veroorzaakt. De verdachte heeft zijn vaart geminderd en naar rechts gestuurd om een groep tegemoetkomende wielrenners ruimte te geven. Doordat de verdachte bij het naar rechts sturen over het beschadigde bermbeton is gereden, is de vorenpakker losgekomen van de tractor en de weg over gerold. Het slachtoffer heeft deze 1.327 kilo wegende vorenpakker niet kunnen ontwijken en heeft als gevolg van de botsing zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waarna hij in het

  5. VR 2024/05 Dood door schuld. Mate van schuld. Voetgangersoversteekplaats.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft een voetganger die doende was met oversteken op een voetgangersoversteekplaats als bedoeld in artikel 49 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) aangereden. Ingevolge het bepaalde in artikel 49, tweede lid, van het RVV moeten bestuurders voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staat zulks te doen, voor laten gaan. De verdachte heeft de heer (het slachtoffer) niet voor laten gaan, omdat hij hem niet heeft gezien. Er is echter niet gebleken van omstandigheden die het zicht van de verdachte belemmerden. Het betrof voorts

  6. VR 2024/06 Val over biggenrug op parkeerterrein. Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal.

    Jurisprudentie

    In maart 2015 heeft de benadeelde zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van een ABN AMRO-filiaal. Het parkeerterrein heeft twee rijen van vijf parkeervakken met betonnen drempels (biggenruggen) aan de koppen van de vakken om te voorkomen dat auto's te ver doorrijden. Tijdens het verlaten van het parkeerterrein is de benadeelde gestruikeld over een biggenrug en heeft daarbij een incomplete dwarslaesie opgelopen. De benadeelde verzocht de rechtbank een verklaring voor recht dat ABN AMRO aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had de

  7. VR 2024/07 Verzekeringsrecht, verhaalsrecht, WAM, goede trouw.

    Jurisprudentie

    Univé heeft X (verweerder) aangesproken om een schadevergoeding van € 25.000,- te betalen nadat hij onder invloed van alcohol een auto-ongeval heeft veroorzaakt in 2014, waarbij een inzittende gewond raakte. De auto was eigendom van de ouders van X en verzekerd onder de WAM. De verzekering dekte echter geen schade als de bestuurder onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs was. Univé had al € 105.000,- aan de inzittende betaald en wilde dit bedrag op X verhalen. De kantonrechter wees de vordering af, en het hof bekrachtigde dit besluit. Het hof heeft geoordeeld dat X aansprakelijk was als

  8. VR 2024/08 Motorrijder komt tijdens noodweer ten val. Provincie als wegbeheerder niet aansprakelijk: geen gebrekkige weg.

    Jurisprudentie

    Op 9 maart 2019 kwam motorrijder X tijdens noodweer ten val. Zijn motor is doorgegleden en raakte een auto, die daardoor de sloot in reed. X stelt dat de weg gebrekkig was en vordert een verklaring voor recht dat de provincie, als wegbeheerder, op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor zijn schade. De kantonrechter wijst de vordering af en overweegt hiertoe als volgt. Uit een ongevalsanalyse volgt dat het wegdek niet meer optimaal was, maar mogelijk nog wel boven de wettelijke norm. Voor de vraag of sprake is van een gebrekkige weg in de zin van art. 6:174 BW is niet bepalend of het

  9. VR 2024/09 Verkeersongeval. Aanrijding op snelweg. Aansprakelijkheid WAM-verzekeraar.

    Jurisprudentie
    Op 14 juli 2018 vond er een verkeersongeval met twee auto’s plaats op de A20 in Maasland. Beide auto's reden op de linker rijstrook richting Naaldwijk. Op deze weg gold een maximumsnelheid van 130 km/u. Het ongeval betrof een aanrijding waarbij de Renault Megane de Kia Picanto van achteren raakte. De politie heeft naar aanleiding van het verkeersongeval verschillende processenverbaal opgesteld. De Kia Picanto, bestuurd door X, was WAM-verzekerd bij TVM Verzekeringen. De Renault Megane, bestuurd door Y, was verzekerd bij Euro Insurances DAC in Ierland. In Nederland wordt deze vertegenwoordigd
  10. VR 2024/10 Letselschade, geen toerekenbare verkeersfout.

    Jurisprudentie

    Op 20 juni 2018 vond een ongeval plaats waarbij X achterop de auto van Y reed. Dit vond plaats op de snelweg A6 richting Amsterdam. X is WAM-verzekerd bij Unigarant. Y heeft eerder geprobeerd in een deelgeschilprocedure een oordeel te verkrijgen over de aansprakelijkheid, maar dit werd afgewezen omdat de toedracht van het incident nog niet vaststond. Y eist dat Unigarant aansprakelijk wordt verklaard voor de door hem geleden schade en dat Unigarant deze schade moet vergoeden. Hij beweert dat X te weinig afstand hield en te hard reed, wat volgens hem een overtreding is van verkeersregels en

  11. VR 2024/11 Aansprakelijkheid gemeente, gebrekkige opstal, wegbeheerder, wegdek.

    Jurisprudentie

    De zaak betreft een schadeclaim ingediend door X, die beweert dat zijn auto schade heeft opgelopen tijdens het verlaten van een terrein via een uitrit naar de openbare weg. Deze uitrit bevindt zich op het perceel van de gemeente. X beweert dat het stenen wegdek van de uitrit gebrekkig is, met een verhoging die aan de linkerkant hoger is dan aan de rechterkant. Er zijn volgens hem geen waarschuwingsborden aanwezig. De gemeente heeft aansprakelijkheid afgewezen, waarbij ze stelt dat een kleine verhoging geen schade zou veroorzaken bij langzaam naderen met een standaard voertuig. Als er schade is

  12. VR 2024/12 Hoofdelijke veroordeling, wettelijk verhaalsrecht Waarborgfonds Motorverkeer aansprakelijke personen.

    Jurisprudentie

    De zaak gaat over een aanrijding op 31 augustus 2017 in Enschede, waarbij X met een door hem bestuurd motorrijtuig geen voorrang heeft verleend aan een voorrangsgerechtigde auto, waardoor er schade aan die auto is ontstaan. De auto waarin X reed was op dat moment op naam gesteld van zijn vader, Y, en was niet verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. De Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (SWM) heeft de bestuurder van de voorrangsgerechtigde auto schadeloos gesteld en heeft vervolgens X en Y aansprakelijk gesteld voor het uitgekeerde schadebedrag. Y heeft € 1.025,- betaald aan SWM en SWM

  13. VR 2024/13 Deskundigenrapport niet bindend, omdat het vragen oproept die niet in deelgeschil kunnen worden beantwoord. Toekennen aanvullend voorschot.

    Jurisprudentie

    Op 22 juli 2008 is de destijds 29-jarige X een ongeval overkomen met een paard van de manege van Y. Allianz en Y erkennen aansprakelijkheid. Partijen zijn het erover eens dat sprake is van 25% eigen schuld van X. Op verzoek van X is door de rechtbank Audenaerde als arbeidsdeskundige benoemd. Y en Allianz zijn het niet eens met het rapport van Audenaerde. X verzoekt een verklaring voor recht dat partijen gebonden zijn aan het rapport en verzoekt een aanvullend voorschot op haar schade. De rechtbank wijst de verklaring voor recht af en een (lager) bedrag aan aanvullend voorschot toe. Zij

  14. VR 2024/14 Begroot de strafrechter de hoogte van het smartengeld anders dan zijn civiele collega?

    Artikel
    Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de gelaedeerde, op grond van artikel 6:106 BW, recht op een naar billijkheid vast te stellen bedrag. Dit geldt onder meer als de gelaedeerde lichamelijk letsel opliep, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Door de uitbreiding van de mogelijkheid voor slachtoffers van strafrechtelijk gesanctioneerde gedragingen om de door hen geleden schade te verhalen in het strafrecht, is in de afgelopen jaren een tendens te zien dat het steeds vaker de strafrechter is die de knopen doorhakt in het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Een van deze knopen is de begroting van smartengeld. Hoewel het toetsingskader voor de begroting van het smartengeld voor de civiele en de strafrechter hetzelfde is, zal uit het hiernavolgende (§ 2) blijken dat tot op heden de hoogst toegewezen bedragen in het strafrecht hoger zijn dan in het civiel recht. In deze bijdrage onderzoek ik of er een verklaring is voor het geconstateerde verschil in de hoogst toegewezen bedragen (§ 3). Daarna bespreek ik welke initiatieven er zijn om tot harmonisatie te komen (§ 4). Deze bijdrage sluit ik af met een oproep aan de rechtspraktijk om, vooruitlopend op de uitkomsten van de hiervoor bedoelde initiatieven, het verschil tussen het hoogste in het strafrecht toegewezen bedrag en de hoogste door de civiele rechter toegewezen bedragen weg te nemen (§ 5). Daarbij zie ik een duidelijke rol voor de belangenbehartiger van het gelaedeerde en herhaal ik, ook in deze context, mijn eerdere oproep op het LSA Congres in januari 2023 om ter bevordering van de rechtsontwikkeling niet minder, maar juist meer te procederen in letselschadezaken.
  15. VR 2024/15 Het einde van de 'ncnp'-bureautjes

    Column
    Bij de meeste rechtbanken op de afdelingen kanton puilen de voorraadkasten uit met beroepen tegen verkeersboetes. Het gaat veelal niet om beroepen van burgers aan wie onterecht verkeersboetes zijn opgelegd, maar om beroepen die door ‘no cure no pay’-bureaus zijn ingesteld. Die bureautjes lieten zich op grote schaal machtigen om namens beboete verkeerszondaars beroepsprocedures volgens de WAHV te voeren. De inzet van procedures was niet gericht op het ongedaan maken van materieel onrecht, maar op het zodanig voeren van beroepsprocedures dat uiteindelijk een proceskostenvergoeding in de wacht kon worden gesleept. Die vergoeding kwam ten goede aan de ncnp-bureautjes. Zij hielden daar een dik belegde boterham aan over.
  16. VR 2024/16 Vasthouden mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Smartwatch. Mobiele telefoon.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een boete opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De gemachtigde van de betrokkene beweert dat de betrokkene een Apple Watch om zijn pols droeg die licht uitstraalde. De betrokkene bracht deze Apple Watch dicht bij zijn gezicht. Het licht dat de ambtenaar waarnam moet afkomstig zijn geweest van deze Apple Watch. De ambtenaar zou de Apple Watch bij vergissing hebben aangezien als mobiel elektronisch apparaat. Een smartwatch is echter uitgezonderd van artikel 61a RVV 1990, aldus de gemachtigde. De nota van toelichting bij

  17. VR 2024/17 Bewijs vasthouden elektronisch apparaat tijdens het rijden.

    Jurisprudentie

    Betrokkene is per beschikking een sanctie opgelegd wegens het vasthouden van een elektronisch apparaat tijdens het rijden. Volgens betrokkene lag diens mobiele telefoon thuis en betrof het een haarborstel. Betrokkene bood de ambtenaar aan om de auto te doorzoeken om dit te controleren, dit werd geweigerd. De ambtenaar zou het vasthouden van het apparaat gezien hebben terwijl de betrokkene stelt dat de ambtenaar erg snel is langsgereden. De ambtenaar meent onbelemmerd zicht te hebben gehad voor twee seconden en hierbij een donker apparaat bij de mond te hebben waargenomen. Bij het gesprek met

  18. VR 2024/18 Parkeergelegenheid. Bestemd voor bepaalde voertuigcategorie.

    Jurisprudentie

    Het voertuig van de betrokkene stond geparkeerd op een parkeergelegenheid bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen, terwijl het voertuig van de betrokkene geen elektrisch voertuig betrof. Volgens de gemachtigde van de betrokkene is ten onrechte een sanctie opgelegd, omdat ter plaatse geen bord E8 aanwezig was waarop werd aangegeven dat de parkeergelegenheid alleen was bestemd voor een bepaalde categorie voertuigen. Dat het ging om een parkeergelegenheid voor het opladen van elektrische voertuigen, werd aangegeven door middel van een bord E4 met een onderbord met daarop de tekst

  19. VR 2024/19 Vermindering verkeersboete en proceskosten bij te late uitspraak.

    Jurisprudentie

    De kantonrechter vermindert ambtshalve de verkeersboete vanwege een te late uitspraak in de zaak. De kantonrechter beslist echter niet dat de proceskosten moeten worden vergoed voor de fase waarin te laat uitspraak wordt gedaan. Hierbij gaat de kantonrechter in op zogeheten no cure no pay-bureau's die vele Wet Mulderzaken voeren. Volgens de rechter is het niet redelijk om een proceskostenvergoeding toe te kennen als de reden daarvoor mede in procedeergedrag is gelegen.

  20. VR 2024/20 Causaal verband, Whiplash Associated Disorder, motiveringsklachten, letselschade.

    Jurisprudentie

    Eiser bezit sinds 2003 een motor- en autorijschool. In 2011 werd hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt vanwege een nekhernia, beoordeeld door De Amersfoortse Verzekeringen. Hij ging deeltijd werken als vrachtwagenchauffeur. In 2012 werd eiser tijdelijk volledig arbeidsongeschikt na een pijnlijke beweging tijdens een rijles. Op 19 mei 2012 raakte hij betrokken bij een ongeval door een bij Vivium verzekerde automobilist. De aansprakelijkheid voor dit ongeval werd door Vivium erkend. De Amersfoortse verhoogde later het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser door toegenomen klachten. Eiser

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!