Zoeken

9841 resultaten gevonden

  1. VR 2024/114 Artikel 6 WVW 1994. Hypoglykemie bij vrachtwagenchauffeur met diabetes. Vaststelling schuld.

    Jurisprudentie

    De bestuurder van een vrachtwagen is met zeer hoge snelheid door een rood licht uitstralend verkeerslicht gereden en is daarbij in botsing gekomen met een personenauto. De bestuurder van deze personenauto is als gevolg van dit ongeval om het leven gekomen. De verdachte had voorafgaand en tijdens het ongeval een extreem lage glucosewaarde, ook wel een hypoglykemie genoemd, en was tijdens en kort na het ongeval nauwelijks bij bewustzijn. Het hof is van oordeel dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld en het risico op een plotselinge black-out in het verkeer heeft aanvaard. De

  2. VR 2024/115 Van rechtswege ongeldig rijbewijs. Recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten. Belgisch rijbewijs.

    Jurisprudentie

    De verdachte is op 7 juni 2021 aangehouden wegens het rijden zonder een geldig rijbewijs. De verdachte is, nadat hij zijn Nederlandse rijbewijs in 2016 heeft omgewisseld voor een Belgisch rijbewijs, op 5 juli 2018 veroordeeld voor het weigeren mee te werken aan een bloedonderzoek. Door een eerdere veroordeling wegens artikel 8 WVW 1994 in 2015 is het rijbewijs naar het oordeel van het hof van rechtswege ongeldig geworden op grond van de recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten. Aangezien de verdachte op het moment van onherroepelijk worden van de tweede uitspraak in Nederland woonde, is

  3. VR 2024/116 Artikel 5 WVW 1994. Voorrang. Uitrit.

    Jurisprudentie

    De verdachte is als fietser in botsing gekomen met een bromfietser. De vraag die voorligt is of de verdachte voorrang had moeten verlenen aan de van links komende bromfietser. Het hof stelt vast dat de weg waar de bromfietser op reed geen voorrangsweg betrof. Wel is het hof van oordeel dat sprake was van een uitrit, nu het ging om een kruising van twee wegen waarbij het trottoir een zichtbare afscheiding vormt van de hoofdrijbaan. Ook is ter plekke een verkeersbord met de aanduiding 'einde dertigkilometerzone' zichtbaar. Dit brengt met zich mee dat de verdachte een bijzondere manoeuvre

  4. VR 2024/117 Dood door schuld.

    Jurisprudentie

    Verdachte wordt veroordeeld voor dood door schuld ex. art. 6 WVW 1994. Er is sprake van aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig of onachtzaam verkeersgedrag aangezien de verdachte als bestuurder van een vrachtauto met daarop een stalen afvalcontainer in het centrum van Amsterdam zich niet genoeg vergewiste van achter zich verkerend verkeer bij het achteruitrijden. Aangezien de verdachte met een bedrijfsauto een bijzondere manoeuvre verrichtte in de zin van art. 54 RVV 1990, gold er een bijzondere zorgplicht die meebrengt dat er extra voorzichtig gehandeld moet worden. Daarnaast vereiste de

  5. VR 2024/118 Art. 6 WVW 1994. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid fietser. Zwaar lichamelijk letsel buspassagier.

    Jurisprudentie

    De destijds 13-jarige verdachte is met zijn fiets door rood licht gereden en is daarbij een busbaan overgestoken. Op de busbaan stond een bus geparkeerd voor een fietsersoversteekplaats. De verdachte stak zonder uit te kijken de busbaan over voorlangs de geparkeerde bus. Een aankomende bus moest een noodstop maken om een botsing met de verdachte te voorkomen. Het slachtoffer stond in deze bus en sloeg door de noodstop met haar gezicht tegen een paal, waardoor haar bril brak en zij oogletsel opliep. Dit resulteerde in een litteken en vreemde lichamen in het hoornvlies van haar rechteroog

  6. VR 2024/119 Gezondheidsrecht. Recht op inzage advies aan aansprakelijkheidsverzekeraar van ziekenhuis.

    Jurisprudentie

    Klaagster is een patiënt die een ziekenhuis en een behandelaar aansprakelijk heeft gesteld voor vermeende medische fouten. In het kader van deze aansprakelijkstelling heeft de verzekeraar van het ziekenhuis aan een gynaecoloog, tevens medisch adviseur, gevraagd een advies te geven over de behandeling. De advocaat van klaagster vroeg om een kopie van het advies, maar de verzekeraar weigerde dit en verwees naar het interne karakter van het advies. Daarop verzocht zij rechtstreeks de medisch adviseur om inzage, maar deze weigerde eveneens. Naar aanleiding hiervan heeft zij bij het Regionaal

  7. VR 2024/12 Hoofdelijke veroordeling, wettelijk verhaalsrecht Waarborgfonds Motorverkeer aansprakelijke personen.

    Jurisprudentie

    De zaak gaat over een aanrijding op 31 augustus 2017 in Enschede, waarbij X met een door hem bestuurd motorrijtuig geen voorrang heeft verleend aan een voorrangsgerechtigde auto, waardoor er schade aan die auto is ontstaan. De auto waarin X reed was op dat moment op naam gesteld van zijn vader, Y, en was niet verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. De Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (SWM) heeft de bestuurder van de voorrangsgerechtigde auto schadeloos gesteld en heeft vervolgens X en Y aansprakelijk gesteld voor het uitgekeerde schadebedrag. Y heeft € 1.025,- betaald aan SWM en SWM

  8. VR 2024/120 Verkeersongeval. Verhaal door zorgverzekeraar op WAM-verzekeraar. Omvang schadevergoedingsplicht.

    Jurisprudentie

    Op 10 april 2019 stak A een voorrangsweg over en werd zij aangereden door geïntimeerde in zijn bestelauto. Als gevolg hiervan liep A ernstig letsel op. Partijen hebben erkend dat er geen sprake was van overmacht aan de zijde van geïntimeerde en dat A een rol gespeeld heeft in het ongeval. De verzekeraar van geïntimeerde, Achmea, heeft met A afgesproken om 75% van haar schade te vergoeden. Menzis, die de medische kosten van A heeft vergoed, stelt op basis van subrogatie recht te hebben op 75% van Achmea en geïntimeerde. Partijen verschillen van mening over de toepassing van de causale verdeling

  9. VR 2024/121 Pools recht, schade, verkeersongeval, aansprakelijkheid, rechtsmacht.

    Jurisprudentie

    Op 18 juni 2008 was A betrokken bij een verkeersongeval op de A4-snelweg in Polen. De toedracht betrof een aanrijding waarbij een door B bestuurde DAF-trekker met oplegger de voorliggende Mercedes van A aanreed. Dit leidde tot een reeks botsingen met andere voertuigen, resulterend in letsel bij A en anderen. Allianz, de verzekeraar van de DAF-trekker-opleggercombinatie, heeft de aansprakelijkheid erkend. Na het ongeval is A opgenomen geweest in het ziekenhuis in Tsjechië. De gemachtigde van A verzoekt op 19 januari 2009 Allianz, de verzekeraar van B, om aansprakelijkheid te erkennen. Hierbij

  10. VR 2024/122 Aansprakelijkheid, verkeersongeval, gevaarlijk fietsgedrag.

    Jurisprudentie

    Het geschil draait om de aansprakelijkheid van A voor een verkeersongeval op 5 oktober 2020, waarbij B orthopedisch letsel aan haar schouder opliep. A is verzekerd bij Dekra en wordt strafrechtelijk vervolgd voor overtreding van art. 5 WVW 1994, maar er is nog geen vonnis. B stelt A aansprakelijk voor de schade, maar A erkent geen aansprakelijkheid. B vordert dat de rechtbank A aansprakelijk verklaart voor de geleden schade, A en Dekra veroordeelt tot schadevergoeding en in de proceskosten en nakosten. De rechtbank stelt allereerst de rechtsmacht en het toepasselijk recht vast in deze

  11. VR 2024/123 Fietsongeval. Aansprakelijkheid fietsverkoper. Gebrekkige zaak?

    Jurisprudentie

    Op 17 juni 2020 koopt X bij 12GO een racefiets van het merk Sensa inclusief accessoires. Na enkele dagen te hebben gefietst, schoot zijn voorwiel los toen hij de fietsbrug opreed. Hierdoor kwam X hard ten val. Hoewel hij een helm droeg, raakte hij hierbij ernstig gewond. Hij liep onder andere een hoge dwarslaesie op en had bij opname zenuwpijn, een wond aan zijn gezicht, een gebroken kaak en afgebroken voortanden. Hij heeft negen dagen in het ziekenhuis gelegen en heeft vervolgens een lang revalidatieproces doorlopen. Tot en met 17 september 2020 was hij daartoe opgenomen in Heliomare en

  12. VR 2024/124 Deelgeschil. Civiele aansprakelijkheid na schade op Piratenfestival. Onrechtmatige daad.

    Jurisprudentie

    Op 24 oktober 2021 bezocht X samen met vrienden het Piratenfestival in Rossum. Tijdens de zoektocht naar een bus om thuis te komen werd X aangereden door een touringcar die werd bestuurd door de heer A. De bus was WAM-verzekerd bij Achmea. X liep daarbij ernstig letsel op, waaronder een verbrijzelde voet en een gescheurde endeldarm. X stelde zowel Achmea als de Stichting die het festival organiseerde aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade. In 2022 vond een deelgeschilprocedure plaats, maar de aansprakelijkheid van Achmea kon niet vastgesteld worden vanwege onvoldoende bewijs

  13. VR 2024/125 Smartengeld aan zedenslachtoffers voorspeld: een statistische analyse

    Artikel
    In deze bijdrage wordt een samenvatting gegeven van het artikel ‘The predictability of court-adjudicated compensation for pain and suffering damages within the criminal proceedings and the role of victim labels: A case study on victims of sexual crime in the Netherlands’ dat dit jaar verscheen in het tijdschrift Criminology & Criminal Justice. Hiervoor is een empirisch-juridisch onderzoek uitgevoerd naar de voorspelbaarheid van smartengeld in Nederland. Een dergelijke studie is nationaal nog niet eerder verricht. Internationaal gezien is dit de eerste studie die specifiek kijkt naar slachtoffers van zedenmisdrijven binnen het strafproces, waarbij ook het effect van kenmerken van ‘het ideale slachtoffer’ op de bepaling van smartengeld is geanalyseerd. Daarmee is niet alleen onderzocht of immateriële schadevergoeding voorspeld kan worden, maar ook welke rol stereotyperingen over seksueel slachtofferschap hierin spelen.
  14. VR 2024/126 Ongezouten mening over de fietshelm van een afzwaaiend redactielid

    Column
    Het zal de oplettende raadpleger van de site van VR niet zijn ontgaan dat de redactieleden van dit blad tegenwoordig helm dragend worden afgebeeld. Het betreft een ludieke actie (tot stand gekomen ondanks enige weerstand binnen de groep) om de acceptatie van de fietshelm te bevorderen. Want het dragen van een helm kan veel vormen van ernstig letsel voorkomen. Nederland is een land van en voor fietsers, maar de intensiteit van het verkeer is enorm toegenomen, terwijl er ook veel andersoortige en veel snellere fietsen zijn bijgekomen. Smoelt een helm? Nee, natuurlijk niet en je haar gaat ervan in de war zitten. Zo’n helm is zo lastig meenemen wanneer je een boodschap gaat doen. Als de anderen geen helm dragen ben ik een nerd, ik rijd alleen korte afstandjes en zo kan ik nog wel even doorgaan. Waarom dan toch die helm?
  15. VR 2024/127 Onverzekerd rijden in auto. Risico dat slachtoffers worden benadeeld doordat zij hun schade niet kunnen verhalen.

    Jurisprudentie

    Het hof heeft de verdachte veroordeeld voor het onverzekerd rijden. Het hof heeft vastgesteld dat door het niet afsluiten van een verzekering de verdachte het risico heeft genomen dat slachtoffers zouden worden benadeeld doordat zij hun schade niet kunnen verhalen. Deze overweging is volgens de Hoge Raad niet zonder meer begrijpelijk, gezien de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen die juist tot doel heeft om slachtoffers te beschermen tegen schade veroorzaakt door onverzekerde motorrijtuigen, waarbij slachtoffers in beginsel schadeloos gesteld worden. Het cassatiemiddel heeft hier

  16. VR 2024/128 Artikel 6 WVW 1994. Rijden onder invloed. Geslaagde mediation.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft een verkeersongeval veroorzaakt waarbij een frontale botsing heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en een fietsster. De fietsster heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen en zal voor de rest van haar leven hulpbehoevend zijn. De verdachte is die dag, na bij een nieuwjaarsfeest te zijn geweest, achter het stuur gestapt terwijl hij onder invloed was van een aanzienlijke hoeveelheid alcohol, cocaïne en MDMA. Uit het bloedonderzoek blijkt dat voor alle middelen de concentraties ruim boven de toegestane grenswaarden lagen. Het hof benadrukt dat uit wetenschappelijk

  17. VR 2024/129 Dodelijk ongeval. Landbouwtractor met aan de achterkant een werktuig dat niet was voorzien van een breedtemarkering. Onvoldoende snelheid geminderd.

    Jurisprudentie

    De verdachte reed als bestuurder van een landbouwtractor met aan de achterkant een werktuig toen uit tegenovergestelde richting een wielrenner naderde. De wielrenner botste bij het passeren op het werktuig, waardoor hij ten val is gekomen en uiteindelijk is komen te overlijden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte niet gehandeld met de voorzichtigheid die van hem mocht worden verlangd, nu het brede werktuig, zonder voorgeschreven breedtemarkering, en de snelheid van de verdachte van 25 km/u ervoor hebben gezorgd dat het slachtoffer onvoldoende tijdig het werktuig achter de

  18. VR 2024/13 Deskundigenrapport niet bindend, omdat het vragen oproept die niet in deelgeschil kunnen worden beantwoord. Toekennen aanvullend voorschot.

    Jurisprudentie

    Op 22 juli 2008 is de destijds 29-jarige X een ongeval overkomen met een paard van de manege van Y. Allianz en Y erkennen aansprakelijkheid. Partijen zijn het erover eens dat sprake is van 25% eigen schuld van X. Op verzoek van X is door de rechtbank Audenaerde als arbeidsdeskundige benoemd. Y en Allianz zijn het niet eens met het rapport van Audenaerde. X verzoekt een verklaring voor recht dat partijen gebonden zijn aan het rapport en verzoekt een aanvullend voorschot op haar schade. De rechtbank wijst de verklaring voor recht af en een (lager) bedrag aan aanvullend voorschot toe. Zij

  19. VR 2024/131 Prejudiciële vragen gezondheidsrecht. Toestemming van patiënt voor inzage dossier.

    Jurisprudentie

    Een patiënte heeft een ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor een medische fout tijdens een operatie. Het ziekenhuis heeft vervolgens de patiënte gevraagd om toestemming om medische gegevens te delen met de medisch adviseur van hun aansprakelijkheidsverzekeraar. De advocaat van de patiënte heeft uitsluitend toestemming gegeven voor de medisch adviseur. Toch had een jurist die betrokken was bij de claim toegang tot haar medisch dossier. Het ziekenhuis kon niet vaststellen of de verwijten van patiënte terecht waren en heeft zich gewend tot de rechtbank. Naar aanleiding van deze situatie heeft de

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!