Zoeken

9841 resultaten gevonden

  1. VR 2025/11 Overschrijden doorgetrokken streep. Gebruiken van een verdrijvingsvlak. Voortgezette handeling.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft twee administratieve sancties opgelegd gekregen voor het overschrijden van de doorgetrokken streep en voor het gebruiken van een verdrijvingsvlak. Het hof is van oordeel dat aan de betrokkene ten onrechte twee sancties zijn opgelegd. Het hof komt hiertoe aangezien beide sancties zijn opgelegd naar aanleiding van dezelfde inhaalmanoeuvre, waarbij een doorgetrokken streep is overschreden en een verdrijvingsvlak is gebruikt. Beide gedragingen komen voort uit één ongeoorloofd wilsbesluit, wat maakt dat sprake is van één voortgezette handeling. Het hof stelt het bedrag van de

  2. VR 2025/12 Cassatie in het belang der wet. Proceskostenvergoeding administratiefberoepsfase. Wijziging van sanctiebedrag door regelgever tijdens beroepsprocedure.

    Jurisprudentie

    Advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft beroep in cassatie in het belang der wet ingesteld over de vraag in hoeverre op grond van de Wahv een proceskostenvergoeding moet worden toegekend ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand indien na het opleggen van de sanctie het boetebedrag is verlaagd door de wetgever. Volgens de Hoge Raad heeft het hof terecht als uitgangspunt genomen dat wanneer er na het begaan van een overtreding, waarvoor een administratieve sanctie is of wordt opgelegd, een wijziging in de regelgeving plaatsvindt die leidt tot een gunstigere sanctie, deze

  3. VR 2025/13 Artikel 6 WVW 1994. Aanrijding personenauto met bromfietser en fietser. Roekeloos rijgedrag. Verlaten plaats ongeval.

    Jurisprudentie

    De verdachte wordt verweten op een drukke zaterdagavond als bestuurder van een personenauto twee keer de toegestane snelheid te hebben gereden. Op enig moment is de verdachte in een slip geraakt en in de tegengestelde rijrichting terechtgekomen. Hij heeft daarbij een brommer aangereden en een fietser is ten val gekomen. De bestuurder van de brommer is om het leven gekomen en de fietser is gewond geraakt. De verdachte is na het ongeval doorgereden. Naar het oordeel van het hof is geen sprake van doodslag, nu de gedragingen van de verdachte niet aangemerkt kunnen worden als naar hun uiterlijke

  4. VR 2025/14 Wie is overtreder in de zin van de Awb: verhuurder of huurder van deelscooter?

    Jurisprudentie
    Een boete van € 90,- is opgelegd aan een verhuurder van deelscooters wegens het parkeren van een scooter op een wijze die overlast veroorzaakt of kan veroorzaken. De vraag die voorligt is wie als overtreder kan worden aangemerkt: de huurder of verhuurder van de deelscooter. De kantonrechter zoekt aansluiting bij jurisprudentie van de Hoge Raad. In deze zaak is niet meteen te achterhalen wie de scooter op een zodanige wijze heeft achtergelaten dat daarmee overlast wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt. De vraag is of de gedraging heeft plaatsgevonden, dan wel is verricht in de sfeer van
  5. VR 2025/15 Aansprakelijkheid, bijzondere manoeuvre, eigen schuld.

    Jurisprudentie

    In deze zaak was A betrokken bij een verkeersongeval tijdens een proefrit met een motor, waarbij hij letsel opliep na een botsing met een auto die aan het keren was op de weg. Hij stelde de Duitse verzekeringsmaatschappij AXA aansprakelijk. AXA wordt vertegenwoordigd door haar Nederlandse vertegenwoordiger AVUS. AVUS heeft de aansprakelijkheid afgewezen. Het NBM, dat verantwoordelijk was voor schade veroorzaakt door buitenlandse voertuigen volgens de WAM, werd in de procedure betrokken. In de deelgeschilprocedure oordeelde de rechtbank dat het NBM aansprakelijk was voor de schade van A en

  6. VR 2025/16 Letselschade, aanrijding kind, deskundige, geen blijvende beperkingen.

    Jurisprudentie

    In deze uitspraak wordt vastgesteld dat A tijdens de lopende procedure op 13 augustus 2022 meerderjarig is geworden. X en Y zijn de wettelijk vertegenwoordigers van A. Omdat er geen verzoek tot schorsing is ingediend door X en Y, zal de procedure conform artikel 225 lid 2 Rv op naam van X en Y worden voortgezet. De rechtbank handhaaft de eerdere overwegingen en beslissingen in de tussenliggende vonnissen. In het tussenvonnis van 23 juni 2021 heeft de rechtbank bepaald dat de beoordeling moet plaatsvinden of er sprake is van aanhoudende ongevalsgerelateerde schade bij A, die verder gaat dan de

  7. VR 2025/17 Deelgeschil. Letselschade na verkeersongeval op rotonde. Artikel 185 WVW. Billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 5 augustus 2022 vond een verkeersongeval plaats waarbij fietser X aangereden werd bij het oversteken van de rotonde door automobilist A. X moest voorrang verlenen aan het verkeer op de rotonde volgens de verkeersborden en haaientanden. A wisselde op de rotonde van rijbaan via een doorgetrokken streep en zogenaamde “broodjes” om rechtsaf te slaan, hetgeen resulteerde in de aanrijding. Voor en na de opening van een afslag op de rotonde bevinden zich dubbele lijnen, dit zijn de zogenaamde broodjes. Als gevolg van de aanrijding liep X letsel op, waaronder knieklachten en mentale schade. Ook is

  8. VR 2025/18 Het belang van smartengeld voor slachtoffers

    Artikel
    Als je slachtoffers van ernstige en blijvende personenschade vraagt naar de schade, dan beginnen ze als eerste over de immateriële gevolgen van het letsel. Het gaat dan over pijn, de klachten en beperkingen en het moeizame herstelproces, maar vooral over de fundamentele verandering die het letsel in het leven heeft teweeggebracht. Die gevolgen staan voor het slachtoffer centraal. De impact van het letsel is een olievlek, die zich uitbreidt van het dagelijks leven en werk, naar persoonlijke relaties, woonsituaties, et cetera. De kern van het leed is het verlies van autonomie en keuzevrijheid. Het leven kan niet meer worden geleefd zoals het slachtoffer dat wil leven. Het afhankelijk worden van anderen raakt een existentiële kernwaarde.
  9. VR 2025/19 Aansprakelijkheid. Schadevergoeding. Inkomsten uit zwart werk meerekenen?

    Jurisprudentie

    X heeft sinds 1997 een eenmanszaak in internetproducten, beveiligingscamera's en schotelantennes. Tijdens werkzaamheden voor een basisschool van SIPOR viel hij van een ladder en liep hij enkelletsel op. De verzekeraar van SIPOR, Achmea, erkende de aansprakelijkheid. Er was gezamenlijk een bedrijfseconomisch rapport aangevraagd. X stelde echter dat hij in 2013 en 2014 ongedocumenteerde inkomsten had, voornamelijk uit niet-geregistreerde verkopen en werkzaamheden. Middels een deelgeschilprocedure heeft Achmea c.s. de rechtbank Rotterdam verzocht om voor recht te verklaren dat de gestelde

  10. VR 2025/20 Letselschade, whiplash, arbeidsongeschiktheid, aanvullend bedrag schadevergoeding, smartengeld.

    Jurisprudentie

    Op 26 oktober 2010 was X (eiseres) betrokken bij een verkeersongeval op de snelweg A2. Haar auto stond stil in een file toen een achteropkomende auto tegen haar achterkant botste. De bestuurder van die auto was verzekerd bij ASR, de aansprakelijkheid is erkend. Na het ongeval had X direct nekklachten en stijfheid. Neurologen diagnosticeerden een postwhiplashsyndroom. In juli 2013 werd X gezien bij een revalidatiearts. Vanwege aanhoudende klachten en druk op het werk nam ze een andere functie binnen het bedrijf aan. Na een beoordeling door het UWV in oktober 2013 werd X arbeidsongeschikt

  11. VR 2025/21 Aanrijding voetganger door auto met fatale gevolgen. Vordering smartengeld door erven.

    Jurisprudentie

    Op 31 augustus 2018 werd A, de moeder van de verzoekende partijen, op een zebrapad aangereden door een automobilist. A liep hierdoor ernstig letsel op waaronder hersenletsel, een verbrijzelde bovenarm, een gebroken linker sleutelbeen, dubbele beenbreuken en een verbrijzelde heupkom. Na een periode van ziekenhuisopname en verblijf in een verpleeghuis overleed zij. De verzekeraar van de automobilist, Euro Insurance, vertegenwoordigd in Nederland door Accident Management Services (AMS), heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Tijdens haar leven maakte A aanspraak op een vergoeding

  12. VR 2025/22 Fietsster overreden door boottrailer. Civiele aansprakelijkheid. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 4 juni 2021 raakte X als fietsster betrokken bij een ongeval op Texel, waarbij het wiel van een aanhanger achter een Volkswagen Amarok over haar heen reed. X naderde de auto van de tegenovergestelde richting en viel vlak voor het wiel van de aanhanger. De automobilist was bij ASR verzekerd. Na het ongeval werd X met een traumahelikopter naar het VUmc gebracht. Daar verbleef ze voor een maand. Daarna werd ze overgebracht naar Heliomare voor klinische revalidatie. In 2023 onderging ze nog behandeling voor traumaverwerking. Uit het verslag van medisch adviseur D. Sok die X ingeschakeld heeft

  13. VR 2025/23 Letselschade passagier bromscooter. Medeschuld. Bedrijfsregeling schuldloze derde. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Eiser raakte bij een verkeersongeval betrokken als passagier van een bromscooter die in botsing kwam met een auto. Als gevolg van het ongeval liep hij ernstige verwondingen op. Hij stelde de minderjarige bromscooterbestuurder B, de moeder van B (tevens de eigenaar van de scooter) en het Waarborgfonds aansprakelijk voor zijn schade. Het Waarborgfonds wees de claim af en adviseerde hem zich te wenden tot de betrokken autobestuurder A. De WAM-verzekeraar van de auto, Allianz, erkende gedeeltelijke aansprakelijkheid, maar paste een eigen schuldpercentage van 50% toe. Eiser is het hier niet mee

  14. VR 2025/24 Aanrijding tussen speed-pedelec en voetganger. Civiele aansprakelijkheid. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 7 juni 2023 vond een ongeval plaats bij het treinstation in Duiven tussen voetganger X en fietser A op een elektrische mountainbike. X liep vanaf het station en wilde het plein oversteken, terwijl A met een snelheid van ongeveer 30 km/u vanuit een fietspad het plein op fietste. Beiden kwamen door de botsing ten val. X liep een gebroken schouder op, waarvoor zij later een schouderprothese kreeg. De elektrische fiets van A veroorzaakte een geschil over de verzekering. Zijn aansprakelijkheidsverzekeraar (Achmea) weigerde dekking, omdat de fiets sneller kon dan 25 km/u, wat niet onder de polis

  15. VR 2025/25 Materieel verkeersstrafrecht:

    Artikel
    In mijn proefschrift, dat ik in september 2024 heb verdedigd, heb ik onderzoek gedaan naar de verhouding tussen het commune en bijzondere materiële strafrecht. Die verhouding heb ik onderzocht vanuit het perspectief van het codificatiebeginsel (dat neergelegd is in artikel 107 Grondwet), met een focus op het legaliteitsbeginsel en het schuldbeginsel. In dit onderzoek kwam naar voren dat het verkeersstrafrecht – als onderdeel van het bijzonder strafrecht – een terrein is dat weliswaar aansluit op het commune strafrecht, maar dat tegelijk een voedingsbodem is voor nieuwe materieelrechtelijke figuren en ontwikkelingen op het terrein van de schuldvormen. De ontstane nouveautés werken bovendien in meer of mindere mate door in het commune strafrecht. De in artikel 107 Grondwet en artikel 91 Sr tot uitdrukking gebrachte verhouding tussen het Wetboek van Strafrecht en de bijzondere strafwetten, waarbij het bijzonder strafrecht een volgzame (artikel 91 Sr) uitzondering (artikel 107 Grondwet) is op het algemene kader van materieel strafrecht in het Wetboek van Strafrecht, verdwijnt hierdoor naar de achtergrond. Dit komt de met het codificatiebeginsel beoogde samenhang en eenvormigheid binnen het gehele materiële strafrecht niet ten goede. In deze bijdrage licht ik enkele onderdelen van mijn promotieonderzoek uit, waarbij ik ook jurisprudentie betrek die nadien gewezen is.
  16. VR 2025/26 Verkeerslawaai

    Column
    Verkeerslawaai kent vele verschijningsvormen: knetterende brommers, ploffende en jankende motoren, met piepende banden en veel motorgeraas accelererende auto’s, toeterend rondrijdende stoeten om uiting te geven aan een of andere feestelijkheid, bonkende muziek uit een tot rondrijdende disco omgebouwde auto, het geraas van autobanden over een weg met klinkerbestrating. Allerlei geluiden die ergernis kunnen opwekken en door menigeen worden ervaren als verkeersoverlast.
  17. VR 2025/27 Over de onkenbaarheid van de toekomst en de begroting van schade

    Column
    Een jonge kunstenares die met hele fijne potloodtekeningen haar brood verdient, wordt het slachtoffer van een ongeval waarvoor iemand anders aansprakelijk is. Door dit ongeval raakt de fijne motoriek in haar rechterhand, waarmee zij tekent, beschadigd. Zij ondergaat twee operaties, maar het komt niet meer goed met de fijne motoriek. Die is zij definitief kwijt. Zij ondervindt hiervan geen enkele last bij het verrichten van alledaagse handelingen, maar kan alleen niet meer goed tekenen. Dit betekent het einde van haar carrière als kunstenares.
  18. VR 2025/28 Artikel 6 WVW 1994. Verkeersongeval met dodelijke afloop. Roekeloos rijgedrag.

    Jurisprudentie

    Het hof acht bewezen dat verdachte als bestuurder van een personenauto een verkeersongeval heeft veroorzaakt door roekeloos te rijden. Hij overschreed een dubbele doorgetrokken streep, reed met een hogere snelheid dan was verantwoord gezien de weersomstandigheden en heeft een andere auto aangereden. Hierbij is de passagier om het leven gekomen en heeft de bestuurder zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 5 jaren. Verdachte toonde eerder

  19. VR 2025/29 Artikel 6 WVW 1994. Opzettelijk in ernstige mate schenden meerdere verkeersregels. Rijden onder invloed van alcohol. Overlijden fietser. Geslaagde mediation.

    Jurisprudentie

    De verdachte reed, na alcohol te hebben gedronken, met een huurscooter van Amsterdam Centraal Station naar het Rembrandtplein. Hij negeerde daarbij verkeersborden, reed in een voetgangersgebied en filmde met zijn telefoon. Bij het Muntplein botste hij tegen een fietser, die ter plaatse overleed. De verdachte verliet de plaats van het ongeval en werd later aangehouden in Breda. Zijn bloedalcoholgehalte was significant hoger dan toegestaan. Het gedrag van de verdachte is aanmerkelijk onvoorzichtig geweest. De rechtbank stelt vast dat de verdachte bewust de verkeersregels heeft geschonden en

  20. VR 2025/30 Artikel 6 WVW 1994 met dodelijke afloop. Botsing met achterlangs lopend slachtoffer bij achteruitrijden. Uitkomst mediation meegewogen bij bepaling straf.

    Jurisprudentie

    De verdachte stond met zijn bestelauto geparkeerd bij de ingang van een appartementencomplex om een pakketje af te leveren. Na het bezorgen van het pakketje reed hij ongeveer 50 meter achteruit in een poging om het terrein te verlaten. Tegelijkertijd liep het slachtoffer achter de bestelauto langs, waardoor zij werd geraakt, ten val kwam en werd overreden. Als gevolg hiervan is het slachtoffer om het leven gekomen. De rechtbank constateert dat de verdachte bij het uitvoeren van de bijzondere manoeuvre het slachtoffer voorrang had moeten verlenen en derhalve een ernstige verkeersfout heeft

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!