Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

VR 2018/126 Bekeuring op kenteken. Fietsendrager.

Jurisprudentie
Het kenteken op de op de auto bevestigde fietsendrager verschilt van dat op de auto. Doorgaans zal de sanctie in zaken als de onderhavige kunnen worden opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken op de fietsendrager in het kentekenregister is ingeschreven, nu dat kenteken overeen dient te komen met het kenteken van het voertuig waarop die fietsendrager is bevestigd. In de onderhavige zaak is echter gebleken dat het kenteken van het voertuig waarmee de gedraging is verricht niet overeenkomt met het kenteken op de fietsendrager. Het hof stelt dan ook vast dat de gedraging niet met het

VR 2018/125 Milieuzone Utrecht. Verkeersbesluit. Rechtmatigheidbebording. Rechterlijke taakverdeling. Sanctie.

Jurisprudentie
Volgens vaste jurisprudentie van het hof staat het niet ter beoordeling van de weggebruiker of een verkeersteken overeenkomstig de voorschriften en terecht is geplaatst. Dat is slechts anders in geval de situatie klaarblijkelijk zo afwijkend is van die waarop het verkeersteken betrekking heeft dat bij gevolg geven aan dat teken de veiligheid op de weg in gevaar zou worden gebracht.Inhoudelijke bezwaren tegen een verkeersbesluit dienen in de daarvoor openstaande bestuursrechtelijke procedure, die met voldoende rechtswaarborgen is omgeven, te worden aangevoerd.Indien de bestuursrechter in de hem

VR 2018/106 Rijrichting rotonde. Ontbreken verkeersbord. Rechts houden.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting)”. De betrokkene heeft een rotonde genaderd waarbij niet middels het bord D1 een verplichte rijrichting was aangegeven. Bij de nadering van een rotonde is sprake van een rijstrook voor verkeer richting de rotonde. Dit betreft de rechterrijstrook. Op het wegdek van deze rijstrook voor de rotonde bevinden zich haaientanden. De linkerrijstrook is bestemd voor het tegemoetkomende verkeer. Gelet op artikel 3, eerste lid, van het RVV 1990 en wat

VR 2018/105 Kentekenaansprakelijkheid. Mogelijkheid tot staandehouding.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Bij belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met richtingaanwijzer geven”.Artikel 5 WAHV bepaalt - voor zover hier van belang - dat indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, en niet aanstonds is vastgesteld wie daarvan de bestuurder is, de administratieve sanctie wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. Deze bepaling moet aldus worden verstaan dat ingeval zich een

VR 2018/104 Vanuit uitrit de weg oprijden. Matiging sanctie.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “uit uitrit de weg oprijden zonder overige verkeer voor te laten gaan”. Door de gemachtigde is aangegeven dat zij achteruit de uitrit moest verlaten en voorzichtig de uitrit is uitgereden. Bij het achteruit rijden moest ze een trottoir en fietspad oversteken. Vlakbij de uitrit bevond zich een kruispunt met verkeerslichten. Vanuit de uitrit was niet waar te nemen of de verkeerslichten op groen gaan. Dat wordt eerst duidelijk als het verkeer gaat rijden. De verbalisant heeft verklaard dat hij vanaf het kruispunt linksaf de weg op is gereden toen het

VR 2018/86 Snelheidsmeting. Termijn verweerschrift.

Jurisprudentie
Er was een snelheidsmeting verricht door middel van daartoe goedgekeurde meetapparatuur. De radar is ingebouwd in het voertuig waarbij de metingen worden verricht met afscherming tussen antennehuis en gemeten voertuig. De afscherming bestaande uit een kunststof kentekenplaat/kunststof achterruit is in de keuring betrokken geweest. Blijkens de NMi-verklaring voldeed de snelheidsmeter aan de Concept voorschriften meetmiddelen politie. Het hof ziet derhalve geen aanleiding om consequenties te verbinden aan de omstandigheid dat in strijd met de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000

VR 2018/85 Dimverlichting. Verklaring verbalisant.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 85,- opgelegd ter zake van “als bestuurder van een voertuig rijden, terwijl de dimlichten niet aan de eisen voldoen”. Het bepaalde in artikel 5.2.51, eerste lid, aanhef en onder b., van de Regeling voertuigen (RV), in samenhang met het bepaalde in artikel 5.2.55, eerste lid, en 5.2.56, eerste lid RV houdt in - voor zover van belang - dat personenauto's moeten zijn voorzien van 2 goed werkende en goed afgestelde dimlichten. Ingeval een licht wordt gevormd door meerdere lichtbronnen, mag door de defecte

VR 2018/84 Administratieve sanctie. Aankondiging van beschikking.Vergissing in bedrag.

Jurisprudentie
De onjuistheid van het bedrag in de aankondiging van beschikking leidt niet tot het oordeel dat de inleidende beschikking vernietigd dient te worden. De aankondiging van beschikking dient enkel als kennisgeving. Door de uitreiking van een aankondiging van beschikking wordt een betrokkene alvast op de hoogte gesteld van de hem verweten gedraging en van het feit dat hij op korte termijn een inleidende beschikking krijgt toegezonden. Nu de inleidende beschikking geen onjuistheden bevat, is de ontstane verwarring niet van dien aard dat de betrokkene in enig rechtens te respecteren belang is

VR 2018/81 Schending hoorplicht. Geel verkeerslicht. Tijdig kunnen stoppen?

Jurisprudentie
Door te oordelen dat de officier van justitie van het horen mag afzien wanneer een inleidende beschikking voldoende informatie bevat, heeft de kantonrechter een uitzonderingsgrond toegepast die de wet niet kent.Indien een driekleurig verkeerslicht geel licht uitstraalt, houdt dit in beginsel in dat moet worden gestopt. Slechts indien men het verkeerslicht zo dicht genaderd is dat stoppen niet meer mogelijk is, mag men doorrijden. Daarbij dient er in beginsel vanuit te worden gegaan dat de duur van de geellichtfase lang genoeg is om dat voertuig op verantwoorde wijze tijdig tot stilstand te