aansprakelijkheid wegbeheerder

VR 2023/151 Snorfietser rijdt van stenen trap in voetgangersgebied. Zorgplicht wegbeheerder; geen gebrekkige opstal.

Jurisprudentie

Op 9 juni 2022 is X ten val gekomen toen hij met zijn snorfiets van een stenen trap reed. X stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. VGA, de verzekeraar van de gemeente, erkent geen aansprakelijkheid. In dit deelgeschil verzoekt X onder meer een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is omdat sprake is van een gebrekkige weginrichting. De kantonrechter wijst de verzoeken af en overweegt hiertoe als volgt. X betoogt dat de weginrichting gebrekkig was in de zin van art. 6:172 BW. Primair stelt hij dat geen duidelijk waarschuwingsbord of hekje was geplaatst, waarop staat

VR 2023/107 Door storm omgevallen schrikhek. Aansprakelijkheid gemeente als wegbeheerder. Geen eigen schuld bestuurder.

Jurisprudentie

Op maandag 11 maart 2019 vonden omstreeks 6 uur 's ochtends twee afzonderlijke, maar vrijwel identieke ongevallen plaats. Daarbij zijn kort na elkaar twee scooterrijders tegen een omgevallen schrikhek aangereden en ten val gekomen. Scooterrijder A heeft hoofdletsel opgelopen en enkele maanden in het revalidatiecentrum verbleven. Scooterrijder B is aan zijn verwondingen overleden. A was verzekerd bij DSW. DSW voldoet de zorgkosten van A. DSW vordert betaling van die zorgkosten, groot € 155.582,55, van de gemeente, omdat de gemeente als wegbeheerder op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk zou

VR 2023/12 Snorfietser aangereden. Verzekeraar niet aansprakelijk, geen strijd met art. 19 RVV. Gemeente niet aansprakelijk; geen gebrekkige weg of weginrichting.

Jurisprudentie

Op 27 juli 2017 wordt snorfietser X aangereden door automobilist A, waarbij X letsel oploopt. X kwam een uitrit uitgereden en stelt dat de verkeerssituatie onoverzichtelijk was omdat een haag vrij zicht op de weg belemmerde. X stelt de gemeente aansprakelijk als wegbeheerder en eigenaar van de heg, en Achmea als WAM-verzekeraar van de auto. Zowel de gemeente als Achmea wijzen aansprakelijkheid af. X verzoekt, onder meer, een verklaring voor recht dat Achmea en de gemeente aansprakelijk zijn. De rechtbank wijst de verzoeken van X af en overweegt hiertoe als volgt. X baseert de aansprakelijkheid

VR 2022/149 Fietsongeval; oneffenheid in wegdek; gemeente niet aansprakelijk.

Jurisprudentie

In 2018 doet fietser A mee aan een recreatieve fietstoertocht in Brabant. A rijdt in een groep van acht fietsers, die in tweetallen naast elkaar fietsen. A rijdt voorop aan de rechterzijde. Bij het voorsorteren om linksaf te gaan, valt A op een verkeersdrempel. De drempel bestaat uit betonplaten met bovenop klinkers. Als gevolg van de val heeft A diverse ernstige fracturen, een klaplong en een hersenschudding. A vordert een verklaring voor recht dat de gemeente Oss (B) aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval op grond van art. 6:174 lid 2 BW. Volgens A bleef zijn voorwiel

VR 2022/145 Ongeval door onduidelijke verkeerssituatie. Gemeente aansprakelijk wegens gebrekkige weginrichting.

Jurisprudentie

Op 26 april 2016 vond een verkeersongeval plaats, waarbij motorrijder X en autorijder A betrokken waren. X liep hierbij letsel op. X vordert in deze procedure, onder meer, een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is op grond van art. 6:174 BW, dan wel art. 6:162 BW. Hij stelt dat de weginrichting gebrekkig is, nu de verkeerssituatie bij het kruispunt waar het ongeval heeft plaatsgevonden onduidelijk en gevaarlijk is. De geparkeerde auto's ontnamen namelijk het zicht op het geplaatste waarschuwingsbord J8 en op (het verkeer komend uit) de zijstraat. De rechtbank verklaart voor

VR 2022/120 Fietser botst tegen trottoirband; gebrekkig opstal; wegbeheerder aansprakelijk.

Jurisprudentie

In 2016 komt A met haar fiets ten val in de Dorpstraat in Meijel. Het ongeval ontstaat doordat A met het voorwiel van haar fiets tegen de opstaande rand van de trottoirband aankomt, waardoor zij uit balans raakt en valt. Door de val loopt A ernstig letsel op aan haar bovenarm en schouder. De Dorpstraat was vlak daarvoor gereconstrueerd door de gemeente (B). A verzoekt een verklaring voor recht dat B op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek toe, omdat de trottoirband niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de

VR 2022/91 Fietsongeval; bladeren op fietspad; provincie niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 fietst A met zijn collega's X en Y op een eenrichtingsfietspad naar huis. Het fietspad is deels bezaaid met (natte) bladeren en takken. In het linker deel van het fietspad is een smalle bladvrije strook. A, X en Y fietsen achter elkaar op deze bladvrije strook. A fietst voorop. A, X en Y wijken op enig moment uit naar het (met bladeren bedekte) rechter deel van het fietspad, om een van achteren naderende scooter te laten passeren. Na het passeren wil A terugsturen naar het linker deel. Hierbij komt A ten val en loopt hij letsel op. A stelt provincie B (eigenaar van het fietspad)

VR 2022/14 Busje rijdt tegen dranghek; wegbeheerder aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2019 vonden snoeiwerkzaamheden plaats in de gemeente Berg en Dal. Een medewerker van de gemeente had in verband met de snoeiwerkzaamheden een dranghek van 2,5 meter breed op straat X geplaatst. Straat X is 4,5 meter breed. Aan weerszijden zijn fietssuggestiestroken aangebracht. Het hek stond dwars op de weg, met één poot in de berm en de andere poot op ongeveer 20/30 cm van het midden van de weg, op de eigen weghelft. Het hek had aan één zijde reflectoren en een verkeersbord. Die waren zichtbaar voor bestuurders die vanaf straat Y straat X wilden oprijden. A reed met zijn busje vanaf zijn

VR 2021/148 Ongeval velomobiel; wegversperring bospad; wegbeheerder aansprakelijk.

Jurisprudentie
Op 27 december 2018 is X vanuit zijn woonplaats in zijn ligfiets/velomobiel vertrokken richting Roermond. Hier zou hij op 28 december 2018 deelnemen aan een Oliebollentocht voor velomobilisten. X had met een collega velomobilist afgesproken om van 27 op 28 december 2018 te overnachten in een herberg in Swalmen. X gebruikte zijn navigatie om de herberg te bereiken en had een camcorder aan om beelden te maken van de tocht. Het laatste gedeelte van de door de navigatie aangegeven route heeft X in het donker afgelegd over een onverhard en onverlicht bospad. Op dit bospad bevond zich een

VR 2021/147 Fietser botst tegen paaltje; gemeente niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2018 is A in de Museumstraat in Dordrecht met zijn fiets gevallen. De Museumstraat is afgesloten voor auto's door middel van een rij lage bruine paaltjes op de beide trottoirs en de rijbaan van de weg zelf. A is met zijn fiets tegen een van de paaltjes aan gefietst, waardoor hij ten val is gekomen. Hierbij heeft hij onder meer een gebroken jukbeen en een gekneusde schouder opgelopen. A vordert een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval. A beroept zich primair op art. 6:174 BW en subsidiair op art. 6:162 BW. In geschil is of het