aansprakelijkheid wegbeheerder

VR 2021/114 Fietser valt over biggenrug; wegbeheerder aansprakelijk; eigen schuld.

Jurisprudentie
In de nacht van 12 op 13 januari 2019 is fietser A gevallen op een kruising van straat X met straat Y. A kwam vanuit straat X rijden. Op de kruising stak zij schuin over om linksaf te slaan straat Y in. A is toen gevallen over een biggenrug die als afscheiding diende tussen het fietspad en de rijbaan aan straat Y. Aan weerszijden van de biggenruggen was een doorgetrokken witte belijning aangebracht. De biggenruggen hadden de kleur van het asfalt, gelijk aan de rijbaan. Het fietspad was rood. Links van de ingang van het fietspad stond een verkeerszuil met een verkeersbord dat een verplicht

VR 2021/110 Val op voetpad; gemeente erkent aansprakelijkheid; gemeente niet aansprakelijk jegens verzekeraar voetganger.

Jurisprudentie
Mevrouw X is op 2 augustus 2013 gevallen op een voetpad in Rotterdam. Zij heeft hierbij letsel opgelopen. De gemeente (G) heeft naderhand vastgesteld dat het voetpad gebrekkig was en heeft aansprakelijkheid ex art. 6:174 BW erkend. G heeft de persoonlijke schade van X vergoed. X had ten tijde van het ongeval een ziektekostenverzekering bij V. Op grond van die verzekering heeft V de ongevalsgerelateerde ziektekosten van X vergoed. V vordert een verklaring voor recht dat G op grond van art. 6:162 BW gehouden is de schade van V als gevolg van de val van X te vergoeden.De kantonrechter is, anders

VR 2021/105 Eenzijdig fietsongeval; wegbeheerder aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is A met haar elektrische fiets gevallen op een fietspad waarvan B de wegbeheerder is. Het ongeval vond plaats in een bocht, vlak voor de ingang van een fietstunnel. De bocht was betegeld met 30 x 30 cm betontegels. Vaststaat dat de tegels uit verband waren geraakt, dat tussen enkele tegels een groef was ontstaan en dat een hoogteverschil tussen de tegels bestond. A stelt B aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval op grond van art. 6:174 BW en vordert schadevergoeding. Het hof gaat ervan uit dat de groef tussen de tegels zo'n 3 cm breed en zo'n 1,5 cm diep was. Aangezien een

VR 2021/53 Fietser botst tegen laaghangend verkeersbord; gemeente aansprakelijk.

Jurisprudentie
In maart 2019 is tennisleraar A een ongeval overkomen toen hij van het tennispark naar huis fietste. A is met zijn mountainbike op het gedeelte van het fietspad terecht gekomen dat bestemd is voor tegemoetkomende fietsers. Vervolgens is hij op het iets hoger liggende trottoir terechtgekomen, waarbij hij met zijn hoofd tegen een verkeersbord is gebotst. De afstand tussen de onderkant van het verkeersbord en het wegdek bedroeg 1,30 meter. Als gevolg van het ongeval heeft A een hersenschudding, gekneusde ribben en een diepe hoofdwond opgelopen. A stelt de gemeente (B) als wegbeheerder op grond

VR 2021/48 Aansprakelijkheid wegbeheerder; oneffenheden in fietspad door boomwortel opgroei.

Jurisprudentie
In 2014 is A (geboren in 1997) met zijn bromfiets vanaf een fietspad tegen een aan de linkerzijde van het fietspad staande boom gereden. Als gevolg van dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen, bestaande uit fracturen van bovenbeen en bekken, scheuren in de milt en een nier en kneuzingen van hart en longen. In het met asfaltbeton verharde fietspad waren op 81, 75 en 21,5 meter vóór de plaats van het ongeval, overdwars oneffenheden als gevolg van boomwortel opgroei. Het fietspad lag in de bebouwde kom en de maximale snelheid bedroeg 30 km per uur. A vordert een verklaring voor recht dat de

VR 2021/34 Botsing fietser en snorfietser; wegwerkzaamheden; gebrekkige bewegwijzering; gemeente en aannemer aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 heeft een aanrijding plaatsgevonden op een fietspad in Groesbeek. Een fietser reed op een fietspad aan de - voor hem - rechterkant van de weg. Een snorfietser reed op datzelfde fietspad in tegengestelde richting. Hij reed aan de - voor hem - linkerkant van de weg, omdat hij kort daarvoor door een verkeersbord naar de overkant van de weg was verwezen wegens wegwerkzaamheden. De bebording was geplaatst door een aannemer. De fietser en snorfietser hebben elkaar bij het passeren geraakt, waarbij de fietser is gevallen en letsel heeft opgelopen. De WAM-verzekeraar (A) van de snorfietser

VR 2021/32 Fietsongeval; aanrijding paaltje; gemeente aansprakelijk; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2011 is A in het donker tegen een rood-wit verkeerspaaltje aangefietst. Het paaltje stond midden op een onverlicht verhard fietspad door een bosrijk gebied. Als gevolg van het ongeval heeft A ernstig lichamelijk letsel opgelopen. A stelt de gemeente aansprakelijk op grond van art. 6:174 BW en vordert schadevergoeding. De rechtbank overweegt dat algemeen bekend is dat obstakels, zoals paaltjes, die geplaatst worden op een fietspad potentieel gevaarlijk zijn en ongelukken kunnen veroorzaken met aanzienlijk letsel tot gevolg. Het is daarom aan de gemeente om voldoende veiligheidsmaatregelen te

VR 2021/06 Val tussen twee brugdelen; onvoldoende beveiligingsmaatregelen; wegbeheerder aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2005 heeft op de Hagesteinsebrug (onderdeel van de A27) een noodlottig ongeval plaatsgevonden. Deze brug bestaat uit twee brugdelen, elk voorzien van rijbanen. Langs beide delen lopen aan de binnen- en buitenzijde vangrails. Tussen de beide brugdelen liggen normaal gesproken roosters, maar deze waren ten tijde van het ongeval verwijderd wegens onderhoudswerkzaamheden. Achter de middenvangrail was een veiligheidsleuning van één meter hoogte aangebracht en er waren verschillende 'oversteekplaatsen'. De toedracht van het ongeval was als volgt. Het was donker en door sneeuw en hagel was de weg

VR 2020/152 Fietsongeval; reparatie asfalt; gemeente niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
Op 21 mei 2018 is A met zijn fiets ten val gekomen tijdens een toertocht. Op de plek waar A ten val kwam, had de gemeente in maart 2018 reparaties met koud asfalt uitgevoerd om scheuren in het wegdek op te vullen. A verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat sprake is van een gebrek in de weg in de zin van art. 6:174 BW en dat een causaal verband bestaat tussen de val van A en dit gebrek.De kantonrechter overweegt dat A op basis van de in het geding gebrachte foto's van de situatie onvoldoende heeft onderbouwd dat ter plaatse sprake is van een ondeugdelijk wegdek. Uit de foto's

VR 2020/123 Eenzijdig fietsongeval; uitritconstructie; wegbeheerder aansprakelijk; 80% eigen schuld.

Jurisprudentie
A is met zijn fiets gevallen. Toen hij vanuit laan X linksaf sloef om laan Y - een straat met een uitritconstructie - in te fietsen, is hij met zijn voorwiel tegen een trottoirband met trottoirkolk aangekomen, waardoor hij is gevallen. A verzoekt dat de rechtbank voor recht verklaart dat de gemeente op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden. De rechtbank overweegt dat een onverharde driehoek van het wegdek aan het einde van laan Y (de kant waar A laan Y in fietste) recent is bestraat, waardoor laan Y nu breder is dan de uitrit