gevaarzetting

VR 2023/30 Aanrijding met zakpaal bij oprijden privéterrein. Gevaarzetting; kelderluikcriteria. Geen eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 12 januari 2018 is A een ongeval overkomen. Hij wilde zijn bedrijfswagen in het donker parkeren op het privéterrein van Y. Dit terrein was afgesloten met een zakpaal in het midden van het wegdek. De zakpaal was tijdelijk naar beneden gegaan voor een uitrijdende auto en terwijl A het terrein opreed, kwam de zakpaal weer omhoog. Hierdoor is de bedrijfswagen beschadigd en total loss verklaard. De bedrijfswagen is verzekerd bij Allianz. Allianz vordert schadevergoeding van Y, omdat door Y onvoldoende is gewaarschuwd voor het gevaar van de zakpaal, waardoor zij onrechtmatig heeft gehandeld. Y

VR 2023/22 Ernstige mate schenden van verkeersregels. Opzet. Gevaar te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.

Jurisprudentie

Doordat de verdachte, die met veel te hoge snelheid reed op een weg binnen de bebouwde kom met meerdere voetgangersoversteekplaatsen, onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voorliggende voertuig en aldus zeer dicht tegen dat voertuig heeft aangereden (art. 5a, eerste lid, onder h WVW 1994) en zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien (art. 19 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990), is vervolgens ter hoogte van een voetgangersoversteekplaats een botsing met die

VR 2023/20 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid. Inhalen. Maximumsnelheid.

Jurisprudentie

De verdachte is als bestuurder van een auto op een smallere weg, terwijl er vanwege duisternis en mist een beperkt zicht was, evident gevaarlijk een andere auto gaan inhalen. Daardoor heeft hij een tegemoetkomende bromfietser aangereden die daardoor zwaar lichamelijk letsel opliep. Daarbij heeft verdachte, gezien het type weg en het beperkte zicht, een uitzonderlijk hoge en onverantwoorde snelheid gehanteerd. Met dergelijk weggedrag heeft verdachte bewust onverantwoorde risico’s genomen, daarmee geen enkel respect getoond voor de belangen van andere verkeersdeelnemers en daarmee laten zien

VR 2023/11 Dwarslaesie door duik in ondiep recreatiemeer. Provincie niet aansprakelijk; beheerder wel. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 25 juli 2019 neemt X een duik in een ondiep deel van een recreatiemeer. Hij loopt een dwarslaesie op, waardoor hij vanaf zijn schouders naar beneden verlamd raakt. X stelt RAUM als beheerder en de provincie Noord-Holland als toezichthouder van het recreatiegebied aansprakelijk. De verzekeraar van RAUM, Avéro Achmea, erkent aansprakelijkheid, maar is wegens eigen schuld van X niet bereid om meer dan 80% van de schade te vergoeden. X verzoekt in dit deelgeschil onder meer een verklaring voor recht dat RAUM en de provincie hoofdelijk en volledig aansprakelijk zijn. De rechtbank wijst het

VR 2023/08 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Maximumsnelheid. Strafmaat.

Jurisprudentie

De verdachte heeft op buitengewoon onvoorzichtige wijze een auto bestuurd en een verkeersongeval veroorzaakt. Hij is met een veel hogere snelheid dan ter plaatse was toegestaan, volgens diverse getuigen rond de 200 km/u, een tunnel ingereden, waardoor hij niet kon anticiperen op een auto die vóór de verdachte met een normale snelheid de linker rijstrook opreed om in te halen. Door de abrupte uitwijkmanoeuvre die de verdachte hierdoor moest maken, heeft hij met die veel te hoge snelheid de auto van de slachtoffers aangereden, waardoor deze auto tegen de zijwand van de tunnelbuis werd gedrukt

VR 2023/07 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloos?

Jurisprudentie

Verdachte, verkerend onder invloed van alcohol (940 µg/l), reed met een Ford Transit (bedrijfsauto) ca. 24 km/u te snel (ter plaatse gold een maximumsnelheid van 100 km/u) en botste, na een ander voertuig rechts te hebben ingehaald, toen hij scherp naar links stuurde op een voor hem rijdende auto. Door de botsing raakte een inzittende van die auto zwaargewond. Geen roekeloosheid omdat niet van ernstige overschrijding van de maximumsnelheid en/of opzettelijk onvoldoende afstand houden tot voorligger sprake was.

VR 2022/176 Glas valt op hoofd X. Gevaarzetting? Kelderluikcriteria.

Jurisprudentie

X is in de nacht van 7 op 8 april op stap in café De Vooruitgang. Op een gegeven moment valt een glas van de bovenverdieping van het café op het hoofd van X. Kort hierop verliest zij het bewustzijn en wordt ze naar het ziekenhuis gebracht. X verzoekt een verklaring voor recht dat café De Vooruitgang aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. Het café zou namelijk een gevaarzettende situatie in het leven hebben geroepen. De Vooruitgang betwist dat sprake was van gevaarzetting. De rechtbank oordeelt dat geen sprake was van onrechtmatige gevaarzetting en wijst het verzoek af

VR 2022/170 Gevaarlijk rijden. Achteruit rijden. Zwaar lichamelijk letsel. Noodweerexces.

Jurisprudentie

De verdachte heeft zich als bestuurder van een motorrijtuig zodanig gedragen dat gevaar op de weg werd veroorzaakt, de gedraging bestaande uit: verdachte is vanuit de parkeerhaven achteruit gaan rijden terwijl het rechter portier van de auto nog geopend was en verdachte heeft zich er voor en tijdens het achteruit rijden niet voldoende van vergewist dat de weg achter en naast de auto vrij was van enig verkeer en verdachte is vervolgens met het openstaande portier tegen het zich naast of achter de auto bevindende slachtoffer gereden. Naar achteren rijden, weg van de man die zijn vrouw schopte

VR 2022/168 Achteruit rijden. Bijzondere manoeuvre. Gevaar veroorzaken.

Jurisprudentie

Naar geldend recht stelt art. 5 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) gedrag strafbaar waardoor gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Het moet daarbij gaan om gevaar voor de veiligheid op de weg, waaronder de reële mogelijkheid van schade voor goed of lijf op de weg dient te worden verstaan. Of in een concreet geval sprake is van gevaar in de zin van art. 5 WVW 1994 hangt af van de feitelijke waardering van de omstandigheden van het geval. Een enkele overtreding van een verkeersregel uit het Reglement

VR 2022/160 Fietser komt ten val door bouwhekvoet. Gevaarzetting; Kelderluikcriteria. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 16 september 2019 is X een ongeval overkomen. Terwijl zij op een smalle weg fietste, moest zij vanwege remmend verkeer vóór haar uitwijken, waarbij zij een bouwhekvoet op is gereden en ten val is gekomen. X stelt BAN Bouw en HDI aansprakelijk, omdat zij door het plaatsen van de bouwhekvoeten een gevaarzettende situatie in het leven zouden hebben geroepen. De kantonrechter oordeelt in deze mondelinge uitspraak dat BAN Bouw voor 50% aansprakelijk is voor de door het ongeval geleden schade en dat BAN Bouw en HDI die schade moeten vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. De vraag of BAN Bouw