gevaarzetting

VR 2020/92 Val in tuincentrum; toedracht ongeval onduidelijk; aansprakelijkheid afgewezen.

Jurisprudentie
Een 83-jarige vrouw heeft haar heup gebroken bij een val in een tuincentrum. De vrouw stelt dat de automatische deuren bij de ingang ineens sloten toen zij met haar rollator deze deuren wilde passeren en dat zij hierdoor is gevallen. De vrouw stelt het tuincentrum aansprakelijk op grond van gevaarzetting (art. 6:162 BW) en op grond van art. 6:174 BW, en vordert schadevergoeding.De rechtbank beschikt met betrekking tot de toedracht/oorzaak van het ongeval alleen over de schriftelijke verklaringen van de vrouw en haar echtgenoot, en de verklaring van de vrouw ter zitting. In die verklaringen zit

VR 2020/88 Gebruik van lachgas. Invloed op rijvaardigheid? De veiligheid op de weg in gevaar brengen.

Jurisprudentie
De verdachte raakt met een door hem bestuurde auto van de weg en botst tegen een paal waardoor een inzittende van het door hem bestuurde voertuig gewond raakt. Invloed van twee of drie ballonnetjes lachgas op rijgedrag kan niet worden vastgesteld. Verdachte heeft wel de veiligheid op de weg in gevaar gebracht.

VR 2020/48 Veiligheid op de weg. Gevaar. Mobiele telefoon.

Jurisprudentie
De verdachte heeft tijdens het besturen van zijn personenauto op een mobiele telefoon naar een voetbalwedstrijd gekeken en heeft daarbij slingerend gereden. Hierdoor is de veiligheid op de weg in gevaar gebracht c.q. kon de veiligheid op de weg in gevaar worden gebracht, ook al had de verdachte zijn telefoon bevestigd op een wijze waarop ook een navigatiesysteem kan worden bevestigd.

VR 2020/11 Kop-staartbotsing. Dood door schuld? Gevaarzetting.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto) op de weg, de Rijksweg A27, gereden. Zij heeft op die weg de snelheid van haar voertuig niet voldoende geminderd bij het naderen van haar voorligger en heeft geen of onvoldoende stuurbeweging met haar auto gemaakt toen haar auto de auto van haar voorligger naderde. Zij is vervolgens tegen de linker achterkant van de auto van het slachtoffer aangereden. Hierbij is de auto van het slachtoffer (meermalen) over de kop gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot terecht gekomen, waardoor het slachtoffer is gedood. In

VR 2020/10 Dood door schuld? Aanrijding bij duisternis. Gevaar voor de veiligheid op de weg.

Jurisprudentie
De verdachte botste met de door haar bestuurde auto achterop een fietser die daardoor overleed. De verdachte reed niet harder dan ter plaatse was toegestaan. Voorts was de snelheid van de verdachte in de gegeven omstandigheden niet zodanig hoog dat haar handelen als zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig kan worden aangemerkt. Het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, is dat zij geen, in elk geval onvoldoende rekening heeft gehouden met de mogelijke aanwezigheid van fietsers op de rijbaan en daarop onvoldoende haar snelheid heeft aangepast om een aanrijding te kunnen voorkomen. De

VR 2019/212 Ongeval op rolband in parkeergarage; aansprakelijkheid gemeente afgewezen.

Jurisprudentie
Op 23 mei 2016 is verzoekster een ongeval overkomen op een hellende rolband in een parkeergarage. Als gevolg van dit ongeval heeft zij een breuk in haar scheen- en kuitbeen opgelopen. Verzoekster verzoekt te bepalen dat de gemeente aansprakelijk is voor de door haar geleden materiële en immateriële schade, primair op grond van art. 6:174 BW en subsidiair op grond van art. 6:162 BW. De rechtbank onderzoekt of de rolband in de gegeven omstandigheden aan de veiligheidseisen voldeed en of de gemeente in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs meer veiligheidsmaatregelen had moeten nemen

VR 2019/176 Ongeval parkeerdek; bedrijfsmatig gebruiker; gebrekkig
opstal; gevaarzetting.

Jurisprudentie
X (verzoeker) is een ongeval overkomen op een parkeerdek bij een evenementencentrum. Het parkeerdek ligt iets hoger dan de openbare weg en is omringd met een opstaande betonnen rand. X zou samen met zijn gezin een voorstelling in het evenementencentrum bezoeken. Voorafgaande aan de voorstelling is de echtgenote van X het parkeerdek opgereden. X, die als passagier in de auto zat, is op enig moment uitgestapt om aanwijzingen te geven voor het inparkeren van de auto door de echtgenote. Toen hij achterwaarts richting de rand van het parkeerdek liep, is hij op de opstaande rand gestapt. Vervolgens

VR 2019/164 Dood door schuld. Geen aanmerkelijke schuld. Gevaarzetting.
Rechts afslaan. Vrachtauto.

Jurisprudentie
Het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, is dat hij bij het rechtsaf slaan geen voorrang heeft verleend aan de rechtdoor rijdende fietser. De verdachte heeft aldus een verkeersfout gemaakt met voor het slachtoffer fatale gevolgen, maar deze fout is gelet op de omstandigheden van het geval, voor zover die objectief zijn komen vast te staan, niet zonder meer aan te merken als “schuld” aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De voornoemde verkeersfout heeft wel gevaar op de weg in de zin van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 veroorzaakt.

VR 2019/162 Dood door schuld? Causaal verband.

Jurisprudentie
De verdachte kwam als bestuurder van een personenauto in botsing met een fietsster, die vanaf een als trottoir betegelde aansluiting van een zijweg op de door de verdachte bereden weg die weg overstak. Zij werd ten gevolge van de botsing gedood. Het ongeval is het directe gevolg van de uiterst minimale dan wel geheel ontbrekende tijd die de verdachte resteerde om te reageren op het oversteken door het slachtoffer. Het causaal verband tussen het verkeersongeval en de aan de verdachte in de tenlastelegging verweten gedragingen betreffende de door hem uitgevoerde inhaalmanoeuvre en zijn

VR 2019/148 Doodslag. Poging tot doodslag. Voorwaardelijk opzet.

Jurisprudentie
De verdachte is veroordeeld voor doodslag en poging tot doodslag, hierin bestaande dat hij met de door hem bestuurde auto achterop een motor is gebotst, ten gevolge waarvan de bestuurster van de motor om het leven kwam en de duopassagier ernstig gewond raakte. Verdachte was onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol, beschikte niet over een rijbewijs voor categorie B en reed met een aanzienlijk hogere snelheid dan de door hem niet waargenomen motor. Niet gebleken is dat de verdachte de aldaar geldende maximumsnelheid heeft overschreden, terwijl ook geen nadere vaststellingen zijn gedaan