deskundigenrapport

VR 2022/141 Bewijs in letselschadezaken bezien vanuit de positie van de rechter

Artikel
VR2022-10_illu
De rechter komt pas in zicht als partijen er onderling niet uitkomen. Vaak zijn er dan al vele jaren verstreken na het incident dat tot schade heeft geleid. En als dan een vordering wordt ingediend (door gelaedeerde) dan komt het aan op de onderbouwing met feiten (en omstandigheden) die de grondslag van de vordering kunnen dragen. Het verloop van de tijd werkt overigens in het nadeel van beide partijen: stukken kunnen zijn zoekgeraakt, namen van andere betrokkenen zijn niet te achterhalen of getuigen weten niet meer zo goed wat er heeft plaatsgevonden. De kunst is natuurlijk voor partijen die zich nog in de voorfase van een gerechtelijke procedure bevinden, de feiten en omstandigheden rondom het incident ‘veilig te stellen’ voor het geval zij er niet uit komen en zij zich – in de toekomst – tot de rechter moeten wenden. Los van de (informele) mogelijkheid dat partijen zelf schriftelijke verklaringen vragen van personen die bij het incident waren betrokken, biedt de wet ook mogelijkheden hiertoe zoals het voorlopig getuigenverhoor. Als er problemen worden voorzien ten aanzien van het causaal verband tussen het incident en de schade, kan een voorlopig deskundigenbericht uitkomst bieden (naast natuurlijk de mogelijkheid dat de gelaedeerde zelf een medisch advies inwint5), dan wel dat partijen dat gezamenlijk doen). In bodemzaken zijn de letselschadedossiers vaak al vele, vele jaren oud, hetgeen de feitenvergaring bemoeilijkt als hierop niet goed is geanticipeerd. Voor partijen én de rechter die de zaak behandelt is dat ook frustrerend, want er moet recht worden gedaan en de rechter wil op basis van de werkelijke, vaststaande feiten een uitspraak kunnen doen. Alleen dan kan een rechtvaardige uitkomst worden bereikt, die door partijen wordt geaccepteerd. Daarom is het belangrijk dat zowel eiser als gedaagde die feiten goed kunnen presenteren: hoe dichter bij de werkelijkheid (‘de waarheid’), hoe groter de kans op acceptatie van het (Salomons)oordeel van de rechter.

VR 2019/179 Overeenstemming over bedrijfseconomisch onderzoek doordeskundige, verzoek om aanvullend voorschot schadevergoeding en verrekeningAOV-uitkering.

Jurisprudentie
Verzoeker is zelfstandig gevestigd smid/lasser. Op 7 november 2007 is verzoeker tijdens de uitoefening van laswerkzaamheden een ongeval overkomen. Tijdens het laden en lossen van een op een vrachtwagen geplaatste container is een deur/klep van de container losgeschoten, waardoor verzoeker is geraakt. Verzoeker heeft als gevolg van het ongeval letsel opgelopen. TVM heeft als WAM-verzekeraar van de vrachtwagen de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Sinds het ongeval ontvangt verzoeker een arbeidsongeschiktheidsuitkering (hierna: AOV-uitkering) van De Amersfoortse

VR 2018/102 Op weg naar een register voor letselschadedeskundigen

Artikel
VR 2018/102 Op weg naar een register voor letselschadedeskundigen Mr. ing. Nico Keijser * * Mr. ing. N.M. Keijser CDPO is Secretaris van het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen LRGD. Inleiding In de afgelopen twee decennia is de rol van de deskundige in rechte in Nederland geprofessionaliseerd. Dat heeft onder meer geleid tot de oprichting in 2005 van het Landelijk Register van Gerechtelijk Deskundigen (LRGD). Begin 2017 heeft de Expertgroep Letselschade van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Kanton & Toezicht (lovck&t) 1) het LRGD verzocht om te onderzoeken op welke wijze en

VR 2018/101 De problematiek van een deskundigenbericht in een kleine samenleving

Artikel
VR 2018/101 De problematiek van een deskundigenbericht in een kleine samenleving Mr. J. Sap * * Vice-President van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, redacteur van Verkeersrecht. In de nadagen van mijn bestaan als advocaat bezocht ik de jaarlijkse ATLA-conferentie. 1) Ik woonde een lezing bij van een Amerikaanse advocaat die te boek stond als toonaangevend op het terrein van medische aansprakelijkheid. Toch liep het begin van zijn carrière niet soepel: ook zaken waarvan hij dacht dat hij die eigenlijk niet kon verliezen, verloor

VR 2018/100 De gerechtelijk medisch deskundige in aansprakelijkheidszaken; onaantastbaar of toch niet?

Artikel
VR 2018/100 De gerechtelijk medisch deskundige in aansprakelijkheidszaken; onaantastbaar of toch niet? Mr. dr. R.P. Wijne * * Universitair docent (UvA), lid Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, medewerker Wetenschappelijk Bureau Holla advocaten, rechtsgeleerde Commissie LZA/LP en voorzitter Geschilleninstantie Verloskunde. 1. Inleiding In aansprakelijkheidskwesties in verband met een verkeers- of arbeidsongeval of een medisch incident komt het geregeld voor dat partijen – een verzekeraar en een slachtoffer – een medisch deskundige vragen om een deskundigenbericht uit te brengen. Het

VR 2018/099 De verkeersongevallenanalyse als bewijsmiddel

Artikel
VR 2018/099 De verkeersongevallenanalyse als bewijsmiddel Over het gebruik van de conclusies van technisch opsporingsambtenaren Mr. R.A. (Rolf) Hoving * * Universitair docent straf- en strafprocesrecht bij de Rijksuniversiteit Groningen. Voor dit artikel heeft hij een dag lang meegelopen met de verkeersongevallendienst van de politie Noord-Nederland te Groningen. Hij dankt alle medewerkers voor hun hartelijke medewerking. 1. Het verslag van de verkeersongevallenanalyse In strafzaken wordt regelmatig gebruik gemaakt van het verslag van de verkeersongevallenanalyse die is uitgevoerd door een

VR 2017/26 Verkeersongeval, whiplash, deskundige, (geen) causaal verband.

Jurisprudentie
Blijkens het eerste tussenarrest (ECLI:NL:GHSHE:2015:2764) is appellant op 30-jarige leeftijd het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Achmea heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid erkend. Appellant heeft whiplash-achtige klachten aan het ongeval overgehouden, maar ook psychische klachten. Enige tijd na het ongeval zijn de psychische klachten verergerd en is appellant langdurig behandeld. Appellant is volledig arbeidsongeschikt geworden. Ingeschakelde psychiaters concludeerden dat er sprake was van schizofrenie en dat die, ook zonder het ongeval, waarschijnlijk vóór het 40e jaar