begroting schade
VR 2024/02 Dr. L.H. Pals, pionier en visionair
VR 2023/121 Voetganger aangereden door fietser. Vaststellen klachten en omvang schade.
In december 2017 is voetganger X op een zebrapad aangereden door fietser Y. Bij tussenvonnis oordeelt de rechtbank dat Y onrechtmatig jegens X heeft gehandeld. Daarnaast heeft de rechtbank een causale weging van de bijdrage van Y en X aan het ongeval gemaakt van 60:40. Tot slot overwoog de rechtbank dat X in ieder geval een enkelfractuur heeft opgelopen. X stelt nog meer schadeposten te hebben. Het vaststellen van de verdere klachten en de omvang van de schade staat centraal in dit eindvonnis. X stelt veertien schadeposten te hebben, van in totaal € 39.586,14. Y betwist dat de klachten vier
VR 2023/112 De begroting van de schade door het verlies van arbeidsvermogen:
VR 2023/56 Rugklachten gevolg van ongeval. Deskundigenrapport. Begroting schade.
Op 21 april 2016 is automobilist X van achteren aangereden. Aegon, WAM-verzekeraar van de achterste auto, erkent aansprakelijkheid. X heeft rugklachten, ten aanzien waarvan Aegon betwist dat deze het gevolg zijn van het ongeval. X vordert, onder meer, dat Aegon € 504.888 aan schadevergoeding betaalt. De rechtbank veroordeelt Aegon om X € 32.640 aan schadevergoeding, € 9.925,37 aan buitengerechtelijke kosten en € 2.383,02 aan proceskosten te betalen. Zij overweegt hiertoe als volgt. Het ligt op de weg van X om het causaal verband tussen haar klachten en het ongeval te bewijzen. Aan dat bewijs
VR 2023/48 Secundaire victimisatie bij letselschade
VR 2022/186 Fietser overlijdt na aanrijding. Begroting smartengeld. Smartengeld niet betrekken in overlijdensschade; eigen karakter smartengeld; overeenkomst met affectieschade.
Op 20 februari 2019 is fietser A aangereden door een motorrijder, waarbij A zeer ernstig letsel oploopt. Na enige tijd in het ziekenhuis is A in minimale bewustheidstoestand in een verpleeginstelling opgenomen. Negen maanden na het ongeval overlijdt A. Bovemij erkent aansprakelijkheid. Bovemij en de weduwe van A worden het niet eens over de hoogte van het smartengeld en Bovemij stelt dat het uit te keren smartengeld de behoeftigheid ex art. 6:108 lid 1 BW van de erfgenamen van A vermindert. In dit deelgeschil verzoekt de weduwe van A onder meer om het smartengeld te begroten op € 250.000 en
VR 2022/184 Zwarte inkomsten vergoeden? Niet van belang voor omvang verlies aan verdienvermogen, wel voor schadebegroting.
VR 2022/174 X overlijdt na val uit rolstoel in taxibus. Vervoerder aansprakelijk? Causaal verband. Begroting schade.
Op 10 juli 2016 is X overleden. De dag ervoor, op 9 juli 2016, is hij uit zijn rolstoel gevallen toen A hem achterwaarts uit een rolstoelbus van Stam naar buiten verplaatste. Door deze val is X gewond geraakt. Y, de echtgenoot van X, stelt dat door deze val de hersenbloeding is veroorzaakt waardoor X een dag later is overleden. Y vordert schadevergoeding ex art. 6:108 lid 1 en 2 BW van Stam. Stam betwist dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt. Bij tussenvonnis is beslist dat aannemelijker is dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt, waarmee het causaal verband tussen het
VR 2022/146 Klachten na ongeval in 2009. Causaliteit. Waardering deskundigenberichten. Vaststellen schadeposten.
Op 1 augustus 2009 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden. Een afslaande vrachtwagen zag een auto over het hoofd, waarna de auto om zijn as tolde, tegen twee auto's botste en uiteindelijk frontaal tegen de auto van X aan botste. X stelt aan het ongeval nek- en rugpijn, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, vermoeidheid, prikkelgevoeligheid, vergeetachtigheid, en concentratie- en woordingvindingsproblemen te hebben overgehouden. Allianz, bij wie de vrachtwagen was verzekerd, erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. Na ruim twaalf jaar zijn partijen het nog altijd niet eens over de