schadevergoeding

VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd

Artikel
VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd Mr. E.W. Bosch * * (LSA/ASP) letselschadeadvocaat/ partner bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten. 1. Inleiding Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. 1) Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de

VR 2020/138 Vordering ter beschikking stellen passende woonruimte.

Jurisprudentie
Eiseres is op een kruispunt ten val gekomen doordat zij onvoldoende voorrang/ruimte kreeg van een eveneens links afslaande vrachtwagen. Zij kwam hierdoor ten val waarna een van de wielen van de vrachtwagen over haar bekken is gereden en zij enkele meters werd meegesleept voordat de vrachtwagen stilstond. Zij vordert dat Allianz wordt veroordeeld om passende woonruimte ter beschikking te stellen. Hiermee wordt beoogd een voorschot op de schadevergoeding te krijgen, namelijk een betaling in natura (art. 6:103 BW). Volgens de voorzieningenrechter heeft eiser een spoedeisend belang bij haar

VR 2020/122 Schade in verband met zorg door partner van benadeelde.

Jurisprudentie
In juni 2009 is verzoeker met een mes in de borstkas gestoken. Tijdens de behandeling in het ziekenhuis in Rotterdam is als gevolg van het inbrengen van een Flexi-Seal (systeem voor de opvang van ontlasting) een perforatie van de darm ontstaan, waardoor er een buikvliesontsteking ontstond en er blijvend een stoma dient te worden aangebracht. Prof. dr. J.G. van der Hoeven heeft als deskundige een rapport uitgebracht over de juistheid van de medische behandeling en heeft gerapporteerd dat de behandelaars de darmperforatie eerder hadden moeten ontdekken. Verweerster heeft naar aanleiding van het

VR 2020/64 Eigen schuld en verplicht verwijderen persoonsgegevens uit het Interne Verwijzingsregister van verzekeraar?

Jurisprudentie
Eiser is betrokken geraakt bij een aanrijding met een auto bestuurd door naam 1, hierna: X, wier auto verzekerd was bij Allianz. Eiser reed op de rotonde en is tegen de linker voorzijde van de van rechts komende auto van X aangereden. De door X bestuurde auto bevond zich op het moment van de botsing met de voorwielen en het linkerachterwiel voorbij de op het wegdek aangebrachte haaientanden en stond stil kort voordat eiser daar tegenaan reed. De auto van eiser bevond zich ten tijde van de botsing met het linkerachterwiel op de linkerrijstrook van de rotonde en voor het overige op de

VR 2020/21 Onvolledig informeren van rechtbank.

Jurisprudentie
Op 11 maart 2015 is eiseres een ongeval overkomen op de snelweg A12. Gedaagde reed diezelfde avond in een vrachtwagen eveneens op de A12, achter eiseres. Eiseres vordert een verklaring voor recht dat gedaagde jegens haar een onrechtmatige daad heeft gepleegd en vordert schadevergoeding omdat gedaagde een verkeersongeval zou hebben veroorzaakt. De vordering van eiseres wordt afgewezen op grond van art. 21 Rv. Eiseres heeft de rechtbank onvoldoende geïnformeerd en daardoor op het verkeerde been gezet door niet te voldoen aan haar verplichting de voor de beslissing van belang zijnde feiten

VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor

Artikel
VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor J. Dierx * * Bestuurder/mediator bij De Mediation Coöperatie en lid van de commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Inleiding In dit artikel wordt betoogd dat toepassing van herstelrecht en mediation in de Nederlandse letsel- en overlijdensschadepraktijk wordt onderbenut. Restorative Justice (herstelrecht) is een theorie over recht-doen door het herstellen van schade, veroorzaakt door strafbaar gesteld of onrechtmatig gedrag. Dit wordt het best bereikt door vormen van samenwerking tussen alle belanghebbenden (deze omschrijving is

VR 2019/182 Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel

Artikel
VR 2019/182 Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel Pleidooi voor een consistent uitgangspunt Mr. dr. M.R. Hebly * * Universitair docent bij de sectie Burgerlijk recht van de Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze bijdrage bouwt in belangrijke mate voort op zijn proefschrift Schadevaststelling en tijd (Den Haag: Boom juridisch 2019), waarin de rol van de factor tijd bij vaststelling van schade centraal staat. Met dank aan Janou Kempkes voor onderzoeksassistentie ten behoeve van dit artikel. 1. Inleiding In deze bijdrage wordt bepleit dat de vaststelling van

VR 2019/159 Zorgvuldig procederen in letselschadezaken

Artikel
VR 2019/159 Zorgvuldig procederen in letselschadezaken 1) Prof. mr. Carla J.M. Klaassen * * Hoogleraar burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en bijzonder hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Curaçao. 1. Inleiding Het is me een genoegen enkele gedachten met u te mogen delen over zorgvuldig procederen in letselschadezaken. Bij voorbaat zij opgemerkt dat dit niet slechts loftuitingen betreffen. Immers, de letselschadepraktijk biedt bij uitstek voorbeelden van gevallen waarin hetgeen dat gebeurt procesrechtelijk ontoelaatbaar wordt geoordeeld

VR 2019/74 Regres op veroorzaker schade, schadestaat envaststellingsovereenkomst.

Jurisprudentie
Geïntimeerde heeft op 13 januari 2013 als bestuurder van een voertuig een ongeval veroorzaakt. Bij het ongeval was ook het voertuig van de heer B betrokken. Ten tijde van het ongeval was ten aanzien van het voertuig bestuurd door geïntimeerde een aansprakelijkheidsverzekering van kracht bij verzekeraar Bovemij. De verzekeraar is aangesproken tot betaling van door B geleden schade. Namens B is een voorlopige schadestaat opgesteld met een totaal te vorderen bedrag van € 25.418,28. Enige maanden later is tussen de verzekeraar en B een vaststellingsovereenkomst gesloten. Op grond daarvan heeft de

VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som

Artikel
VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som Een terugblik op schadeafwikkeling na het schietincident in Alphen aan den Rijn in de vorm van een interview Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Op zaterdag 9 april 2011 schoot een jongeman in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn zes mensen dood en verwondde een groot aantal anderen. Na zijn daad beroofde hij zichzelf van het leven. Verschillende personen leden hierdoor verschillende soorten schade: nabestaanden, lichamelijk gewonden, psychisch getroffenen, ondernemers. Een aantal van hen