schadevergoeding

VR 2022/128 De toekomst van de fiscale schade binnen de letselschade-uitkering

Artikel
Sinds 2017 gaat de Belastingdienst bij de heffing in box III uit van een forfaitair rendement op het vermogen. Daarnaast wordt uitgegaan van een vaste verdeling van het vermogen dat gespaard en belegd wordt. Naarmate dit vermogen hoger is, stelt de Belastingdienst dat een groter gedeelte belegd wordt. Het beleggingsrendement waarmee gerekend wordt, ligt hierbij aanzienlijk hoger dan het spaarrendement. Voor welk rendement een belastingplichtige aangeslagen wordt ligt daarmee dus op voorhand al vast. Met de extreem lage spaarrente van de laatste jaren zijn veel belastingbetalers in opstand gekomen. De diverse rechtszaken die zijn aangespannen, hadden lange tijd niet het gewenste resultaat, totdat op 1 november vorig jaar Advocaat-Generaal Niessen met een belangrijk advies kwam. Hij adviseerde de Hoge Raad om niet uit te gaan van een vaststaande vermogensmix waarbij op voorhand vastligt welk deel van het vermogen belegd wordt en welk deel gespaard. De Hoge Raad heeft dit advies overgenomen en kwam op 24 december 2021 tot het befaamde ‘kerstarrest’. In dit artikel wordt uitgebreid stilgestaan bij deze uitspraak. Daarnaast worden de implicaties van deze uitspraak voor de toekomstige heffing in box III besproken en, meer in het bijzonder, de (mogelijke) gevolgen van deze uitspraak voor de hoogte van de fiscale schade binnen een letselschade-uitkering.

VR 2022/41 Schadeafwikkeling: som ineens of periodiek? Doorslaggevend is gewekte verwachting. Toepasselijke rekenrente volgens Aanbevelingen rechtspraak, niet 'spiegelmethode'.

Jurisprudentie
Op 8 augustus 2010 raakt X als bijrijder ernstig gewond door een verkeersongeval. Hij houdt hieraan een mate van blijvende functionele invaliditeit van 81% over, is blijvend aangewezen op begeleiding, verblijft in een zorgcentrum en is niet in staat om loonvormende arbeid te verrichten. Univé heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid erkend. A en B, de ouders en bewindvoerders van hun zoon X, regelen de schadeafwikkeling met Univé. Partijen kunnen geen overeenstemming bereiken over de schadepost verlies aan verdienvermogen. Ze zijn verdeeld over de te hanteren rekenrente en de vraag of de

VR 2021/117 De Aanbevelingen rekenrente in personenschadezaken

Artikel
VR 2021/117 De Aanbevelingen rekenrente in personenschadezaken Mr. G.J.M. Verburg * * Advocaat te Amsterdam. 1. Inleiding De te hanteren rekenrente bij het berekenen van nog niet ingetreden schade, oftewel toekomstige schade in personenschadezaken, houdt de letselschadepraktijk al enige jaren, in toenemende mate bezig. 1) De 3% rekenrente, die vanaf de jaren 80 grofweg een kleine 30 jaar stand heeft gehouden 2) , lijkt te hebben afgedaan. In debat is, zowel in als buiten rechte, wat daarvoor in de plaats moet komen. Verscheidene oplossingen zijn gesanctioneerd in de rechtspraak en er lijkt

VR 2021/092 Schadefonds Geweldsmisdrijven als vangnet voor schaderegeling

Artikel
VR 2021/92 Schadefonds Geweldsmisdrijven als vangnet voor schaderegeling Mr. Amber Back * * Zij was tot 1 mei 2021 werkzaam als jurist bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. 1. Inleiding ‘Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan slachtoffers met ernstig psychisch of fysiek letsel. Daarmee erkent het Schadefonds namens de samenleving vanuit de overheid het onrecht dat hun is aangedaan. Zo draagt het Schadefonds bij aan herstel van vertrouwen en doet recht aan slachtoffers en hun naasten.’ 1) Dit citaat beschrijft kort en bondig de taak die het Schadefonds

VR 2021/088 Herstelrecht en mediation in verkeersstrafzaken

Artikel
VR 2021/88 Herstelrecht en mediation in verkeersstrafzaken Prof. mr. Jacques Claessen * & Marlène Panis ** * Bijzonder hoogleraar herstelrecht en universitair hoofddocent strafrecht aan de Universiteit Maastricht en rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank Limburg. ** Mediator in strafzaken. De auteurs willen Hans Nijhout bedanken voor zijn meedenken bij en meelezen van dit artikel. 1. Inleiding Herstelrecht beleeft een opmars in Nederland. Herstelrecht kan worden omschreven als ‘Het handhaven van het recht door het herstellen van de schade die is veroorzaakt door een (vermoedelijk) strafbaar

VR 2021/61 Geslachtsspecifieke statistieken en schadebegroting bij jonge kinderen

Artikel
VR 2021/61 Geslachtsspecifieke statistieken en schadebegroting bij jonge kinderen Individuele rechtvaardigheid bij maatschappelijke ongelijkheid: een blik op Noord-Amerika Mr. M. Bouwman * * Mr. M. (Maria) Bouwman is werkzaam als advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn Advocaten en Notarissen. Dit artikel is gedeeltelijk gebaseerd op de scriptie die zij schreef ter afronding van de master Encyclopedie & Filosofie van het Recht aan de Universiteit Leiden. 1. Introductie 1.1. Discriminatie van vrouwen: ook een rechterlijk probleem? Sinds 1969 is de arbeidsparticipatie van Nederlandse

VR 2021/75 Letselschadezaak; noodzakelijke verhuizing; medewerking verzekeraar bij aankoop kavel en bouw woning.

Jurisprudentie
In 2007 is A een verkeersongeval overkomen. Hij heeft daarbij letsel opgelopen dat tot blijvende beperkingen heeft geleid. Verzekeraar B heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Tussen A en B staat vast dat A door zijn beperkingen moet verhuizen naar een woning die daarop is aangepast. A en B hebben C ingeschakeld om in kaart te brengen aan welke eisen een woning voor A moet voldoen. In 2015 heeft C een Programma van Eisen (PvE) opgesteld. Op basis van dat PvE hebben A en B gezocht naar concrete mogelijkheden voor A. A en B hebben echter nog geen bestaande of nieuwbouwwoning gevonden

VR 2021/16 Tendensen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht

Artikel
VR 2021/16 Tendensen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht: het kan verkeren Prof. dr. W. Vandenbussche en C. De Ridder * * Docent Instituut voor Procesrecht Universiteit Gent, advocaat, respectievelijk praktijkassistent en wetenschappelijk medewerker Universiteit Antwerpen, advocaat. 1. Inleiding Deze bijdrage geeft een overzicht van een aantal recente ontwikkelingen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, die relevantie vertonen voor het verkeerscontentieux. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op de aansprakelijkheid bij e-steps (paragraaf 2), het

VR 2020/145 Personenschade: hoe rekbaar is het causaal verband?

Artikel
VR 2020/145 Personenschade: hoe rekbaar is het causaal verband? Arvin Kolder * * Prof. mr. dr. A. Kolder is advocaat bij Kolder Vorsselman Advocaten te Groningen, tevens bijzonder hoogleraar Personenschade aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze bijdrage is een bewerking van de voordracht zoals op 31 januari 2020 gehouden op het 31e LSA-symposion ‘LSA revisited, welke lessen zijn er nog te leren?’. 1. Inleiding Welke lessen zijn te trekken uit dertig jaar causaliteit in personenschadezaken? De LSA verzocht mij om een bijdrage over de vraag hoe ‘toen’ 1) werd en ‘nu’ wordt omgegaan met causaal

VR 2020/144 Een gewoon leerstuk op het (toch) niet zo gewone terrein dat 'medische aansprakelijkheid' heet

Artikel
VR 2020/144 Een gewoon leerstuk op het (toch) niet zo gewone terrein dat ‘medische aansprakelijkheid’ heet Rolinka Wijne * * Mr. dr. R.P. Wijne is universitair docent Gezondheidsrecht en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast bekleedt zij enkele andere functies op het terrein van het gezondheidsrecht. 1. Inleiding In 2013 rondde ik mijn promotieproces af en verdedigde ik mijn proefschrift Aansprakelijkheid voor zorggerelateerde schade . 1) Wat ik van mijn onderzoek onder meer leerde was dat, hoewel het ‘gewoon’ aansprakelijkheidsrecht is, aansprakelijkheid voor