Verkeersrecht 2019-7-8

Editie
Datum uitgave: 

VR 2019/133 Annulering vlucht bij mist; geen buitengewone omstandigheid.

Jurisprudentie
Een vlucht van Amsterdam naar Parijs wordt geannuleerd. Drie passagiers vorderen compensatie van Air France in verband met de ontstane vertraging. Air France betwist gehouden te zijn tot het betalen van compensatie, aangezien de vlucht is geannuleerd wegens slechte weersomstandigheden (dichte mist). De vertraging was naar de mening van Air France aldus het gevolg van buitengewone omstandigheden (in de zin van de Verordening 261/2004) die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.De kantonrechter stelt vast dat er op het tijdstip in kwestie wel andere

VR 2019/134 Compensatie bij vertraging luchtvaart; buitengewone
omstandigheden.

Jurisprudentie
Vlucht van Amsterdam naar Tel Aviv. Tijdens de 'push back', waarbij het vliegtuig met een sleepwagen van de gate wordt weggeduwd om te gaan taxiën, is de sleepwagen geslipt en tegen de vleugel van het vliegtuig gebotst. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende schade kon het vliegtuig niet zonder reparatie vertrekken. El Al heeft, nadat bleek dat op de luchthaven geen passend reserve-onderdeel beschikbaar was, uiteindelijk een vervangend vliegtuig uit Tel Aviv naar Amsterdam laten komen. De vlucht is vervolgens op zaterdag om 21.41 uur vertrokken. De oorspronkelijke vertrektijd was vrijdag 09

VR 2019/135 Compensatie bij vertraging vlucht; geen bijzondere
omstandigheden.

Jurisprudentie
Eiser heeft bij gedaagde een vlucht geboekt voor 21 maart 2016. Deze vlucht is geannuleerd. Conform de Verordening 261/2004 vordert eiser financiële compensatie van € 400,-. Gedaagde stelt dat sprake was van bijzondere omstandigheden in de zin van art. 5 lid 3 van de Verordening: de Franse luchtverkeersleiding staakte, waardoor gedaagde 20-30% van de vluchten over Frankrijk diende te annuleren. De rechtbank overweegt dat met de annulering van de vlucht het recht op compensatie in beginsel is gegeven, behoudens indien inderdaad sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden. Een staking als de

VR 2019/136 Compensatie bij vertraging vlucht; geen bijzondere
omstandigheden.

Jurisprudentie
Eiseres heeft bij gedaagde een vlucht naar Venetië geboekt voor 9 april 2016. Deze vlucht is geannuleerd. Gedaagde heeft eiseres een alternatieve vlucht aangeboden naar Bergamo; eiseres heeft daarvan gebruik gemaakt en is vervolgens per bus en trein naar Venetië gereisd. Conform de Verordening 261/2004 vordert eiseres financiële compensatie (€ 250,-) en vergoeding van haar extra (reis)kosten. Gedaagde stelt dat sprake was van bijzondere omstandigheden in de zin van art. 5 lid 3 van de Verordening: de Italiaanse luchtverkeersleiding staakte van 8.00 tot 14.00 uur, in verband waarmee de vlucht

VR 2019/137 Deelgeschil; letselschade; fietswiel in spoorrails spoorwegovergang; aansprakelijkheid spoorweg- en wegbeheerder afgewezen.

Jurisprudentie
Verzoekster is op 2 januari 2018 gevallen op de spoorwegovergang, doordat het wiel van haar fiets in de spoorrails terechtgekomen is. Door haar val heeft zij ernstig letsel opgelopen. Volgens verzoekster heeft de ligging van de spoorlijn ten opzichte van de weg het ongeval veroorzaakt. Omdat de rails niet haaks maar schuin over de weg ligt en omdat de weg die naar de overweg toevoert een flauwe bocht maakt, komen fietsers gemakkelijker met hun wiel in de rails terecht. Verzoekster stelt dat de afgelopen jaren al meerdere mensen op deze spoorwegovergang met de fiets zijn gevallen en zij