verkeersongeval

VR 2024/135 Eenzijdig verkeersongeval. Verhaalsrecht WAM-verzekeraar op nabestaanden.

Jurisprudentie

In de nacht van 23 op 24 november 2018 heeft X met te veel alcohol op een auto bestuurd en een eenzijdig ongeval veroorzaakt waarbij een inzittende overleden is. De verzekeraar van X, De Vereende, heeft een schadevergoeding betaald aan de nabestaanden van het slachtoffer. De verzekeraar verhaalt nu de uitgekeerde schade en gemaakte kosten op X. Daar is X het niet mee eens en hij stelt dat het niet vast is komen te staan dat het ongeval is veroorzaakt door zijn alcoholgebruik. Op basis van artikel 8 WVW 1994 is het verboden om een voertuig te besturen onder invloed van te veel alcohol. De Hoge

VR 2024/133 Bekende derde, mededelingsplicht verzekeringnemer, opzet om te misleiden, verval van recht op uitkering.

Jurisprudentie

Op 1 januari 2019 was A, in de uitspraak genoemd geïntimeerde 4, betrokken bij een eenzijdig verkeersongeval als passagier met een Citroën Xsara Picasso, bestuurd door haar zus. De auto is meerdere keren over de kop geslagen. A raakte bekneld en liep wervelfracturen op, resulterend in een incomplete dwarslaesie. Na operatie en revalidatie verblijft ze nu in een aangepaste woning met 24-uurs zorg. Op het moment van het ongeval was A 50 jaar oud en stond ze onder beschermingsbewind. De auto was tot 6 december 2018 geregistreerd op naam van C. Op het moment van het ongeval stond de auto op naam

VR 2024/122 Aansprakelijkheid, verkeersongeval, gevaarlijk fietsgedrag.

Jurisprudentie

Het geschil draait om de aansprakelijkheid van A voor een verkeersongeval op 5 oktober 2020, waarbij B orthopedisch letsel aan haar schouder opliep. A is verzekerd bij Dekra en wordt strafrechtelijk vervolgd voor overtreding van art. 5 WVW 1994, maar er is nog geen vonnis. B stelt A aansprakelijk voor de schade, maar A erkent geen aansprakelijkheid. B vordert dat de rechtbank A aansprakelijk verklaart voor de geleden schade, A en Dekra veroordeelt tot schadevergoeding en in de proceskosten en nakosten. De rechtbank stelt allereerst de rechtsmacht en het toepasselijk recht vast in deze

VR 2024/121 Pools recht, schade, verkeersongeval, aansprakelijkheid, rechtsmacht.

Jurisprudentie

Op 18 juni 2008 was A betrokken bij een verkeersongeval op de A4-snelweg in Polen. De toedracht betrof een aanrijding waarbij een door B bestuurde DAF-trekker met oplegger de voorliggende Mercedes van A aanreed. Dit leidde tot een reeks botsingen met andere voertuigen, resulterend in letsel bij A en anderen. Allianz, de verzekeraar van de DAF-trekker-opleggercombinatie, heeft de aansprakelijkheid erkend. Na het ongeval is A opgenomen geweest in het ziekenhuis in Tsjechië. De gemachtigde van A verzoekt op 19 januari 2009 Allianz, de verzekeraar van B, om aansprakelijkheid te erkennen. Hierbij

VR 2024/97 Dodelijk ongeval tussen wielrenners. Onrechtmatige daad? Aansprakelijkheid.

Jurisprudentie
Op 2 mei 2020 vond er een ernstig ongeval plaats op de Zeelandbrug. Y kwam tijdens het wielrennen op het fietspad in botsing met X doordat hij over een losgeraakt stuk van een waterleiding op het pad reed. Ten tijde van het ongeval waren er werkzaamheden gaande op de Zeelandbrug. De waterleiding was aan de reling van de brug bevestigd en bestond uit een zwarte tyleenbuis. Als gevolg van het ongeval liepen beiden ernstig lichamelijk letsel op. X is aan zijn verwondingen overleden in het ziekenhuis. Y herinnert zich niets van het incident. Ten tijde van het ongeval was er enkel een getuige

VR 2024/96 Autobotsing. Letselschade. Aansprakelijkheid. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 19 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats tussen X (verzoeker) en Y (verweerder) op de Rijksstraatweg te Dordrecht. In beide auto’s was een passagier aanwezig, respectievelijk mevrouw A en mevrouw B. Y botste tegen X die links afsloeg, terwijl Y probeerde in te halen op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer. X liep ernstig letsel op. De auto van X was WAM verzekerd bij Bovemij en die van Y bij Univé. De politie was ter plaatse en heeft later een verkeersongevallenanalyse uitgevoerd. Onderzoeksbureaus Baan Hofman en Meuwissen Verkeers Ongevallen Analyse (MVOA) hebben analyses

VR 2024/94 Ongeval voetganger - taxibus. Geen afwijkende verdeling primaire schadevergoedingsverplichting.

Jurisprudentie

Op 14 juli 2021 stak appellant een provinciale weg over via een oversteekplaats voor fietsers. Op de eerste rijbaan kreeg appellant net op tijd voorrang van een automobilist. Bij het oversteken van de tweede rijbaan werd appellant aangereden door een taxibus van PMW. Dit resulteerde in ernstig letsel bij appellant. PMW en hun verzekeringsmaatschappij Amlin hebben erkend dat ze voor 50% aansprakelijk zijn volgens artikel 185 WVW. Appellant is echter van mening dat PMW en Amlin voor 100%, of op zijn minst meer dan 50%, aansprakelijk zijn voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft

VR 2024/93 Ongeval door ingrijpen inzittende. Begrip ‘bestuurder’. Prejudiciële vragen.

Jurisprudentie

Op 5 november 2016 vond een eenzijdig ongeval plaats met een personenbusje van Voetbalvereniging Waskemeer. De vereniging had bij Reaal (later Nationale Nederlanden) een WAM-verzekering voor de auto en een SVI-verzekering voor de inzittenden afgesloten. Tijdens de rit trok de trainer plotseling de handrem aan, wat leidde tot een ernstige botsing. Nationale Nederlanden weigerde dekking onder de WAM, omdat de bestuurder niet gedekt is volgens artikel 4 lid 1 WAM. Tevens werd dekking onder de SVI afgewezen, omdat X onder invloed van alcohol was en geen gordel droeg. De rechtbank oordeelde dat X

VR 2024/80 Aanrijding trein en vrachtwagen, onrechtmatige daad, gevaarzetting, verhaalsvordering.

Jurisprudentie
Op 18 november 2016 vond er nabij Winsum een aanrijding plaats tussen reizigerstrein van Arriva en een vrachtwagencombinatie op de onbeveiligde overweg genaamd "Voslaan". De vrachtwagencombinatie werd bestuurd door een werknemer van Melkweg Fritom B.V. De trein, bestaande uit één treinstel, reed met een snelheid van 77 km/u en ontspoorde volledig als gevolg van de aanrijding. Van de ongeveer 50 reizigers raakten 18 personen gewond, waarvan 11 naar het ziekenhuis werden gebracht en 4 ernstig gewond waren. De bestuurder van de vrachtwagen raakte lichtgewond en zowel de trein als de

VR 2024/72 Verkeersongeval auto en motor, eigen schuld, billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

In dit deelgeschil staat de vraag centraal of sprake is van een verkeersovertreding, het toerekenbaar onrechtmatig handelen en zo ja, in hoeverre sprake is van eigen schuld van de motorrijder. De onderstaande feiten zijn in hoger beroep niet in geschil. Op 22 juni 2019 vond op de Leidsestraat in Hillegom een aanrijding plaats tussen een auto, een Toyota Corolla, bestuurd door X, en een motor, een Yamaha YP250, bestuurd door Y. Hierbij kwam Y ten val en liep ernstig letsel op. De Leidsestraat was een tweerichtingsweg met een dubbele doorgetrokken streep in het midden. Langs de rijbaan bevonden