opzet

VR 2022/093 Naar betere praktische hanteerbaarheid van de opzetclausule

Artikel
VR 2022/093 Naar betere praktische hanteerbaarheid van de opzetclausule
Ter inleiding is een korte schets van de problematiek rond de opzetclausule wellicht welkom. Bij aansprakelijkheidsverzekeringen sluit de opzetclausule opzet van de verzekerde van dekking uit en het gaat er om hierbij een goed evenwicht te vinden tussen de belangen van verzekeraars, verzekerden (daders) en slachtoffers. Te bedenken valt dat de uitkering van de verzekeraar niet zelden het enige substantiële vermogensbestanddeel is waarover de dader beschikt. Er rijzen vragen als: moet onder opzet ook voorwaardelijk opzet vallen? Moet bepaald worden dat het opzet gericht dient te zijn zowel op de gedraging als op het gevolg daarvan of alleen op de gedraging? Moet de opzetclausule beperkt zijn tot het geval dat het opzet van de dader (de verzekerde) precies was gericht op het ingetreden feitelijk gevolg (zodat daarbuiten geen dekking bestaat), of moet de dekking ruimer zijn en ook het geval bestrijken dat het opzet van de dader was gericht op niet nader gespecificeerde gevolgen van vergelijkbare ernst? Denk bijv. aan de voorshands onduidelijke, uiteenlopende gevolgen die lukraak gerichte trappen tegen het lichaam kunnen hebben. Het is meermalen voorgekomen dat een opzetclausule in de rechtspraak anders werd uitgelegd dan verzekeraars bedoeld hadden. Dan kwam er een nieuw model opzetclausule om hun bedoeling te verduidelijken.

VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht

Artikel
VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht Bespreking van A.E. Harteveld en R. Robroek, Hoofdwegen door het verkeersrecht 1) H.D. Wolswijk * * Hoogleraar straf(proces)recht Rijksuniversiteit Groningen, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Vorig jaar verscheen de zevende druk van Hoofdwegen door het verkeersrecht. Het boek verschijnt niet langer in de serie Studiepockets, maar als een zelfstandige uitgave. Deze zevende druk is opnieuw verzorgd door Harteveld en Robroek, waarmee het boek in zeer deskundige handen is gebleven. Er was alle aanleiding voor een nieuwe druk (de vorige

VR 2021/143 Verkeersongeval. Poging tot doodslag. Voorwaardelijk opzet. Bewijs.

Jurisprudentie
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte in de nacht van 29 oktober 2017, zonder over een rijbewijs te beschikken, in een personenauto is gaan rijden. Met de rechtbank kan het hof niet vaststellen wat de exacte snelheid van de Citroën C3 is geweest. Evenwel staat het voor het hof - evenals de rechtbank - vast dat de verdachte met een veel te hoge snelheid heeft gereden voor een veilig verkeer ter plaatse. Het rijgedrag van de verdachte werd door meerdere onafhankelijke getuigen omschreven als agressief en gevaarlijk. De plaats van het ongeval is bovendien gelegen in een 30

VR 2020/128 Doodslag? Dood door schuld. Rijden onder invloed.

Jurisprudentie
(Na terugwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 19 maart 2019, VR 2019/148). Het is een feit van algemene bekendheid dat door het gebruik van alcoholhoudende drank het reactievermogen afneemt, de waarneming slechter wordt en het derhalve moeilijker wordt om te rijden. Het risico op een ongeval neemt door het gebruik van alcohol dan ook aanzienlijk toe. In dit geval had de verdachte een zeer grote hoeveelheid alcoholhoudende drank genuttigd. Gelet hierop, in samenhang bezien met de aard van de weg waarop de verdachte reed, het nachtelijk tijdstip en de afwezigheid van straatverlichting, is

VR 2019/173 Opzettelijke aanrijding fietser: geen strafrechtelijke
veroordeling voor opzetdelict nodig.

Jurisprudentie
Ten gevolge van een aanrijding tussen een auto en een fietser is de fietser ten val gekomen met schade tot gevolg. Voor de aanrijding vond een incident plaats. Na het incident is de auto vanuit stilstand opgetrokken, waarna bestuurder een ruk aan het stuur heeft gegeven richting de fietser met de aanrijding tot gevolg. Volgens de automobilist heeft de kantonrechter ten onrechte buiten beschouwing gelaten of het tegen de automobilist gewezen strafrechtelijk vonnis bewijs oplevert ten aanzien van het opzettelijk veroorzaken van schade en/of letsel aan de fietser. Het hof oordeelt dat een

VR 2019/143 Dodingsopzet in het verkeer

Artikel
VR 2019/143 Dodingsopzet in het verkeer Een bespreking van A.A. van Dijk, Opzet, kans en keuzes , Zutphen 2017 Prof. mr. F. de Jong * * Als hoogleraar strafrecht verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (Ucall) van de Universiteit Utrecht. 1. Een analyse van doodslag in het verkeer In 2017 verscheen bij uitgeverij Paris het boek Opzet, kans en keuzes. Een analyse van doodslag in het verkeer van de hand van Alwin van Dijk. Het is een indrukwekkend boek; indrukwekkend niet alleen vanwege de lijvige omvang

VR 2019/148 Doodslag. Poging tot doodslag. Voorwaardelijk opzet.

Jurisprudentie
De verdachte is veroordeeld voor doodslag en poging tot doodslag, hierin bestaande dat hij met de door hem bestuurde auto achterop een motor is gebotst, ten gevolge waarvan de bestuurster van de motor om het leven kwam en de duopassagier ernstig gewond raakte. Verdachte was onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol, beschikte niet over een rijbewijs voor categorie B en reed met een aanzienlijk hogere snelheid dan de door hem niet waargenomen motor. Niet gebleken is dat de verdachte de aldaar geldende maximumsnelheid heeft overschreden, terwijl ook geen nadere vaststellingen zijn gedaan

VR 2019/80 Verzekeringszaak; uitleg begrip 'opzettelijk veroorzaakteschade' in polisvoorwaarden.

Jurisprudentie
Op 23 juni 2014 heeft een incident plaatsgevonden bij het terrein van de Rooi Pannen (ROC) in Tilburg. Toen gedaagde - vluchtend voor een docent - in zijn auto wegreed van het terrein, is hij tegen een stagiair-toezichthouder aangereden. Als gevolg van deze aanrijding heeft de stagiair-toezichthouder letsel opgelopen. Gedaagde is strafrechtelijk vervolgd voor deze aanrijding en bij verstek veroordeeld voor mishandeling. Ten tijde van het ongeval was de auto van gedaagde verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid bij eiseres. Eiseres heeft aan de stagiair-toezichthouder een schadevergoeding

VR 2017/120 Opzettelijk veroorzaakte aanrijding; regres verzekeraar op
eigen verzekerde.

Jurisprudentie
Op 27 oktober 2012 is gedaagde in zijn auto in botsing gekomen met een fietser op een mountainbike. Uit diverse getuigenverklaringen blijkt (1) dat er een kleine verkeersopstopping ontstond, (2) dat daarbij ruzie ontstond tussen gedaagde en de fietser, (3) dat gedaagde enige tijd achter de fietser stilstond, toen optrok en hem inhaalde, waarbij hij naar rechts stuurde en tegen de fietser aanreed en (4) dat gedaagde na deze botsing is doorgereden. De fietser heeft hierbij fors letsel opgelopen. De WAM-verzekeraar van gedaagde, Univé, heeft de fietser in totaal bijna € 25.000,- betaald. Univé

VR 2017/087 Roekeloosheid in vormen

Artikel
VR 2017/87 Roekeloosheid in vormen Prof. mr. W.H. Vellinga* * A-G i.b.d. bij de Hoge Raad, tevens oud-redacteur van Verkeersrecht. In zijn editorial in Delikt en Delinkwent van zomer vorig jaar schreef Groenhuijsen dat de uitleg die de Hoge Raad geeft aan het begrip roekeloosheid, zoals dat voorkomt in art. 175 WVW1994 en art. 307 en 308 Sr, niet overeenstemt met hetgeen de wetgever voor ogen stond. 1) Zijns inziens beoogde de wetgever roekeloosheid niet te beperken tot wat door de Hoge Raad uitzonderlijke gevallen worden genoemd. Deze restrictieve uitleg door de Hoge Raad van roekeloosheid