letselschade
VR 2023/109 Ongeval voetganger - snorfiets. Aansprakelijkheid en medeschuld.
In de avond van 29 oktober 2021 vond er een ongeval plaats tussen X en C. X bevond zich als voetganger op het fietspad waarop C hem tegemoet reed op een snorfiets. Beide partijen hebben letsel opgelopen en er wordt getwist over de exacte toedracht van het ongeval. Op 12 november 2021 heeft mr. A van TVM namens X Bovemij (de WAM-verzekeraar van C) aansprakelijk gesteld voor het ongeval. Bovemij erkende middels de brief van 23 november 2021 de aansprakelijkheid voor het ongeval en verschafte in dezelfde brief informatie over de letselschaderegeling. Enkele weken later verzocht de zijde van X om
VR 2023/94 Schadestaatprocedure in letselschadezaak. Ongeval in vakantiepark.
Bij vonnis van 6 februari 2019 is Roompot veroordeeld tot vergoeding van schade die eiser ten gevolge van een ongeval heeft geleden. Eiser viel in het zwembad van Roompot en liep hierbij een breuk op aan de rechterbovenarm. Er is een deskundigenonderzoek uitgevoerd door een neuroloog en orthopedisch chirurg van MediLibra Medische Expertise om vragen over de letselschade te beantwoorden. Beide partijen kregen de gelegenheid om te reageren op de conceptrapporten, maar zij hebben hier geen gebruik van gemaakt. De definitieve rapporten zijn door de experts op 16 februari 2022 uitgebracht. In de
VR 2023/93 Aansprakelijkheid verkoper bij proefrit. Letselschade door autobrand.
Tijdens een proefrit op 9 augustus 2017 in een auto van appellant is de motor afgeslagen en ontstond er vervolgens een brand waarbij zowel geïntimeerde als appellant lichte brandwonden opliepen. Appellant heeft de schade aan de auto vergoed gekregen van zijn verzekeraar en de restanten van de auto zijn vernietigd. Geïntimeerde heeft appellant aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de autobrand. De WAM-verzekeraar van appellant heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van geïntimeerde niet onder de WAM-dekking valt. Een
VR 2023/37 Doodslag. Benadeelde partij. Shockschade. Maatstaf. Samenloop van shockschade en affectieschade.
Hoge Raad preciseert zijn rechtspraak over shock- of schokschade vervat in HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356. Iemand die een ander door zijn onrechtmatige daad doodt of verwondt, kan - afhankelijk van de omstandigheden waaronder die onrechtmatige daad en de confrontatie met die daad of de gevolgen daarvan, plaatsvinden - ook onrechtmatig handelen jegens degene bij wie die confrontatie een hevige emotionele schok teweeg brengt. Het recht op vergoeding van schade is beperkt tot de schade die volgt uit door die laatste onrechtmatige daad veroorzaakt geestelijk letsel. Gezichtspunten die
VR 2023/15 Uitgangspunten voor een vereenvoudigde afwikkeling van letselschades
VR 2023/09 Verkeersongeval. Causaal verband. Klachten veroorzaakt door ongeval, niet pre-existent. Geen schending schadebeperkingsplicht. Begroting schade.
Op 12 mei 2016 wordt automobilist X aangereden door een uit een parkeervak wegrijdende auto. X raakt tijdelijk arbeidsongeschikt en volgt een revalidatietraject. Allianz, de WAM-verzekeraar van de wegrijdende auto, erkent aansprakelijkheid. In een deelgeschil is overwogen dat X zijn volledige en ongefilterde patiëntenkaart vanaf 5 jaar voor het ongeval dient te overleggen om het bestaan van de klachten en de causaliteit met het ongeval vast te stellen. In dit geschil is de vraag of Allianz naast de verstrekte voorschotten nog betalingen aan eiser dient te doen. Daartoe is van belang of een
VR 2022/176 Glas valt op hoofd X. Gevaarzetting? Kelderluikcriteria.
X is in de nacht van 7 op 8 april op stap in café De Vooruitgang. Op een gegeven moment valt een glas van de bovenverdieping van het café op het hoofd van X. Kort hierop verliest zij het bewustzijn en wordt ze naar het ziekenhuis gebracht. X verzoekt een verklaring voor recht dat café De Vooruitgang aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. Het café zou namelijk een gevaarzettende situatie in het leven hebben geroepen. De Vooruitgang betwist dat sprake was van gevaarzetting. De rechtbank oordeelt dat geen sprake was van onrechtmatige gevaarzetting en wijst het verzoek af
VR 2022/159 Achterop-aanrijding; causaal verband klachten en ongeval.
In 2017 overkomt A een verkeersongeval. A staat met zijn bedrijfswagen met aanhangwagen stil voor een rood verkeerslicht als een automobilist (B) achterop de aanhangwagen van A rijdt. De aanhangwagen schiet los en botst op de bedrijfswagen van A. De WA-verzekeraar van B (VB) erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. A ontwikkelt na het ongeval nekklachten. In 2018 volgt hij een multidisciplinair hersteltraject. Tijdens de uitvoering van een revalidatieoefening schiet het A in de rug, waardoor A klachten in de onderrug ontwikkelt. A verzoekt een verklaring voor recht dat zijn