gevaarlijk rijden

VR 2022/58 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig?

Jurisprudentie
De verdachte, bestuurder van een auto, heeft op de kruising (ten onrechte) geen voorrang verleend aan de snorfiets. Hij heeft stilgestaan, heeft naar links en rechts gekeken en heeft geen tegemoetkomend verkeer gezien. Vervolgens is hij linksaf opgetrokken, waarbij er van rechts een snorfiets met daarop een bestuurder en een passagier aan kwam rijden op het fietspad, waaraan de verdachte geen voorrang heeft verleend. Daardoor heeft een botsing met de snorfiets plaatsgevonden. Het hof is - met de verdediging - van oordeel dat het handelen van de verdachte niet zodanig onvoorzichtig was dat

VR 2022/56 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Zeer onvoorzichtig en onoplettend. Strafmaat. Oriëntatiepunten.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurder van een auto onder invloed gereden en daarbij zeer onvoorzichtig en onoplettend twee voetgangers aangereden met (zwaar) lichamelijk letsel van deze voetgangers als gevolg.Bij de bepaling van de op te leggen straf is de rechter niet gebonden aan de door het LOVS vastgestelde oriëntatiepunten. Het LOVS heeft niet de bevoegdheid om rechters hetzij bij wijze van algemeen verbindend voorschrift hetzij bij wijze van beleidsregel (bindende) aanwijzingen te geven ten aanzien van de strafoplegging in strafzaken. De opvatting van de advocaat-generaal dat de

VR 2021/160 Dood door schuld. Recht op leven. Positieve verplichtingen.

Jurisprudentie
De ouders en de zuster van een slachtoffer van een verkeersongeval bij het EHRM over schending van art. 2 EVRM. Het slachtoffer kwam op 7 juli 2012 in Zagreb om het leven bij een botsing met een sports utility vehicle (SUV). Die botsing ontstond doordat de bestuurder van de SUV, D.M., op een kruising een rood verkeerslicht negeerde op het moment dat het slachtoffer, motorrijder, bij voor hem groen licht de kruising opreed. Ten tijde van het ongeval verkeerde de bestuurder van de SUV onder invloed. De bestuurder werd veroordeeld tot een vrijheidsstraf van twee jaar en inhouding van het

VR 2020/180 De veiligheid in gevaar brengen. Verbod een terrein te betreden.

Jurisprudentie
De opvatting dat voor overtreding van art. 5 WVW 1994 is vereist dat medeweggebruikers door het rijgedrag van de verdachte concreet gevaar of hinder moeten hebben ondervonden en/of dat dat gevaar of die hinder zich in het verleden regelmatig heeft verwezenlijkt, vindt geen steun in het recht.Voor een bewezenverklaring ter zake van art. 461 Sr, een overtreding, is niet vereist dat de verdachte opzettelijk een hem bekend toegangsverbod overtreedt.

VR 2020/162 Dood door schuld? Politie. Aanvaardbaar risico. Afwezigheid van alle schuld.

Jurisprudentie
De verdachte rijdt op een voorrangsweg met een politievoertuig zonder optische en/of geluidssignalen met een snelheid van ca. 80 km/u binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid gold van 50 km/u. Hij is op weg naar een op heterdaad ontdekte inbraak. Volgens de Brancherichtlijn Verkeer Politie 2014 mag hij niet harder rijden dan met een snelheid van maximaal 40 km/u boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid. Op een fietsoversteekplaats botst hij op een overstekende fietser die geen licht voert. Het is donker. Ter plaatse brandt straatverlichting. De fietser overlijdt aan de gevolgen van

VR 2020/130 Bedreiging met zware mishandeling. Geen afstand houden.

Jurisprudentie
De verdachte heeft, rijdend in een auto met aanhanger, meermalen een motoragent bedreigd door bijna tegen diens motor aan te rijden. De motoragent gaf de verdachte een stopteken en heeft op twee momenten snelheid geminderd om haar gevolg te laten geven aan het stopteken. De verdachte had gevolg moeten geven aan het stopteken door haar snelheid te verminderen en door te stoppen op de aangewezen plek. In plaats daarvan is zij met onverminderde snelheid doorgereden en bijna tegen de motor aangereden. Hierdoor heeft de verdachte de motoragent, die op dat moment zijn werk deed, ernstige vrees

VR 2020/114 Dood door schuld? Gevaar. Schuldigverklaring zonder toepassing van straf.

Jurisprudentie
Bij de inhaalmanoeuvre met de door de verdachte bestuurde bus is de rechterbuitenspiegelsteun in aanraking gekomen met het linker handvat van de fiets van de fietsster die op dat moment op de fietsstrook fietste. De verdachte heeft dus een inschattingsfout gemaakt ten aanzien van de ruimte die op dat moment beschikbaar was om veilig langs de fietssters te rijden. Bij nader inzien bleek dat met name door de uitstekende rechterbuitenspiegelsteun, de ruimte om de twee naast elkaar rijdende fietssters in te halen, op die plaats en op dat moment te krap was. Hoewel de gevolgen van deze

VR 2020/74 Appen achter het stuur

Artikel
VR 2020/74 Appen achter het stuur Wat zijn de gevaren van appen onder het rijden en is appen met de telefoon gevaarlijker dan appen met een telefoon in een houder naast het stuur? Dr. W.P. Vlakveld * * Senior-gedragsonderzoeker bij SWOV. Willem Vlakveld deed samen met Michelle Doumen en Sander van der Kint onderzoek naar Appen achter het stuur met de telefoon in een houder . Inleiding SWOV heeft onderzoek gedaan naar de negatieve effecten op het rij- en kijkgedrag van appen achter het stuur met de smartphone in de hand en van appen terwijl de smartphone in een houder is geplaatst net naast het

VR 2020/48 Veiligheid op de weg. Gevaar. Mobiele telefoon.

Jurisprudentie
De verdachte heeft tijdens het besturen van zijn personenauto op een mobiele telefoon naar een voetbalwedstrijd gekeken en heeft daarbij slingerend gereden. Hierdoor is de veiligheid op de weg in gevaar gebracht c.q. kon de veiligheid op de weg in gevaar worden gebracht, ook al had de verdachte zijn telefoon bevestigd op een wijze waarop ook een navigatiesysteem kan worden bevestigd.

VR 2020/11 Kop-staartbotsing. Dood door schuld? Gevaarzetting.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto) op de weg, de Rijksweg A27, gereden. Zij heeft op die weg de snelheid van haar voertuig niet voldoende geminderd bij het naderen van haar voorligger en heeft geen of onvoldoende stuurbeweging met haar auto gemaakt toen haar auto de auto van haar voorligger naderde. Zij is vervolgens tegen de linker achterkant van de auto van het slachtoffer aangereden. Hierbij is de auto van het slachtoffer (meermalen) over de kop gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot terecht gekomen, waardoor het slachtoffer is gedood. In