gevaarlijk rijden

VR 2020/114 Dood door schuld? Gevaar. Schuldigverklaring zonder toepassing van straf.

Jurisprudentie
Bij de inhaalmanoeuvre met de door de verdachte bestuurde bus is de rechterbuitenspiegelsteun in aanraking gekomen met het linker handvat van de fiets van de fietsster die op dat moment op de fietsstrook fietste. De verdachte heeft dus een inschattingsfout gemaakt ten aanzien van de ruimte die op dat moment beschikbaar was om veilig langs de fietssters te rijden. Bij nader inzien bleek dat met name door de uitstekende rechterbuitenspiegelsteun, de ruimte om de twee naast elkaar rijdende fietssters in te halen, op die plaats en op dat moment te krap was. Hoewel de gevolgen van deze

VR 2020/74 Appen achter het stuur

Artikel
VR 2020/74 Appen achter het stuur Wat zijn de gevaren van appen onder het rijden en is appen met de telefoon gevaarlijker dan appen met een telefoon in een houder naast het stuur? Dr. W.P. Vlakveld * * Senior-gedragsonderzoeker bij SWOV. Willem Vlakveld deed samen met Michelle Doumen en Sander van der Kint onderzoek naar Appen achter het stuur met de telefoon in een houder . Inleiding SWOV heeft onderzoek gedaan naar de negatieve effecten op het rij- en kijkgedrag van appen achter het stuur met de smartphone in de hand en van appen terwijl de smartphone in een houder is geplaatst net naast het

VR 2020/48 Veiligheid op de weg. Gevaar. Mobiele telefoon.

Jurisprudentie
De verdachte heeft tijdens het besturen van zijn personenauto op een mobiele telefoon naar een voetbalwedstrijd gekeken en heeft daarbij slingerend gereden. Hierdoor is de veiligheid op de weg in gevaar gebracht c.q. kon de veiligheid op de weg in gevaar worden gebracht, ook al had de verdachte zijn telefoon bevestigd op een wijze waarop ook een navigatiesysteem kan worden bevestigd.

VR 2020/11 Kop-staartbotsing. Dood door schuld? Gevaarzetting.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto) op de weg, de Rijksweg A27, gereden. Zij heeft op die weg de snelheid van haar voertuig niet voldoende geminderd bij het naderen van haar voorligger en heeft geen of onvoldoende stuurbeweging met haar auto gemaakt toen haar auto de auto van haar voorligger naderde. Zij is vervolgens tegen de linker achterkant van de auto van het slachtoffer aangereden. Hierbij is de auto van het slachtoffer (meermalen) over de kop gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot terecht gekomen, waardoor het slachtoffer is gedood. In

VR 2019/209 Dood door schuld? Medeplegen? Gevaarzetting.

Jurisprudentie
Verdachtes vader heeft met de door hem bestuurde personenauto met zeer hoge snelheid - 167 km/u waar 50 km/u was toegestaan - en onder invloed van alcohol gereden en is daarbij gebotst op een auto die vanuit een uitrit de weg opreed. De bestuurster van deze auto kwam hierbij om het leven. Verdachte reed met eveneens zeer hoge snelheid achter zijn vader aan. Hij bracht zijn auto tijdig tot stilstand. Geen bewijs voor medeplegen van dood door schuld, wel voor het in gevaar brengen van de veiligheid van het verkeer op de weg.

VR 2019/184 Zwaar lichamelijk letsel door schuld? Causaal verband. Gevaar.

Jurisprudentie
Gelet op het verkeersgedrag van X - het maken van een bijzondere manoeuvre met flinke snelheid - en het aandeel dat hij heeft gehad in de botsing, is het hof van oordeel dat het verkeersongeval niet in redelijkheid is toe te rekenen aan het gedrag van de verdachte, ook al getuigt het gedrag van de verdachte van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid.

VR 2019/168 Zwaar lichamelijk letsel door schuld? Bandenspanning.
Controlelamp. Veiligheid op de weg.

Jurisprudentie
De verdachte hoefde uit de melding over de bandenspanning niet af te leiden dat hij toen niet verder kon rijden. Hoewel hij onvoorzichtig heeft gehandeld en een risico heeft genomen door niet onmiddellijk te voldoen aan zijn onderzoeksplicht en de banden van de Audi te controleren, en ook zijn positie op de weg en zijn snelheid niet aan te passen aan de situatie, leiden zijn gedragingen niet tot het oordeel dat sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onoplettendheid, wat de drempel is die voor een veroordeling op grond van artikel 6 van de Wegenverkeerswet gehaald moet worden. De

VR 2019/150 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid.

Jurisprudentie
De verdachte reed als bestuurder van een personenauto, terwijl hij onder invloed verkeerde van alcoholhoudende drank, met een snelheid van tussen de 90 en 113 km/u terwijl ter plaatse een maximumsnelheid van 50 km/u gold en negeerde vervolgens een rood verkeerslicht. Daardoor botste hij op een andere personenauto waardoor een inzittende van die personenauto zwaar gewond werd. Kennelijk wilde de verdachte ontkomen aan de politie die hem achtervolgde.Het handelen van de verdachte kenmerkt zich door het ontbreken van elke vorm van voorzichtigheid. De verdachte heeft kennelijk zonder enige remming

VR 2019/20 Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten

Artikel
VR 2019/20 Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten Prof. mr. W.H. Vellinga * * Oud A-G bij de Hoge Raad, tevens oud-redacteur van Verkeersrecht. Bestraffing van verkeersdelicten kan bijzonder lastig zijn. Dat komt onder meer doordat bij verkeersongevallen de mate van schuld en de ernst van de gevolgen niet steeds gelijk op lopen. Soms leidt een enkele aanmerkelijke onoplettendheid tot dood of zwaar lichamelijk letsel 1) en pleegt de bestuurder een misdrijf (art. 6 WVW 1994), soms blijven zeer ernstige misdragingen in het verkeer zonder gevolgen en