gevaarlijk rijden

VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht

Artikel
VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht Bespreking van A.E. Harteveld en R. Robroek, Hoofdwegen door het verkeersrecht 1) H.D. Wolswijk * * Hoogleraar straf(proces)recht Rijksuniversiteit Groningen, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Vorig jaar verscheen de zevende druk van Hoofdwegen door het verkeersrecht. Het boek verschijnt niet langer in de serie Studiepockets, maar als een zelfstandige uitgave. Deze zevende druk is opnieuw verzorgd door Harteveld en Robroek, waarmee het boek in zeer deskundige handen is gebleven. Er was alle aanleiding voor een nieuwe druk (de vorige

VR 2022/70 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid.

Jurisprudentie
Verdachte is met de door hem bestuurde personenauto de door benadeelde partij 1 bestuurde personenauto met een hogere snelheid genaderd en is zeer dicht achter deze personenauto gaan en blijven rijden, ook wel bumperkleven genoemd. Daarbij knipperde hij met zijn grootlicht. Nadat de door benadeelde partij 1 bestuurde personenauto was uitgeweken naar de rechter rijbaan om de door verdachte bestuurde personenauto te laten passeren, heeft verdachte vervolgens deze personenauto met grote snelheid ingehaald, waarna hij deze personenauto met de door hem bestuurde personenauto heeft afgesneden

VR 2022/69 Dood door schuld. Roekeloos? Gunstigste strafbepaling.

Jurisprudentie
Verdachte heeft tijdens zijn nachtelijke werkzaamheden als taxichauffeur in het centrum van Breda op 18 mei 2019 het destijds 28-jarige slachtoffer, die rijdend met zijn fiets op het fietspad de weg overstak, aangereden, als gevolg waarvan het slachtoffer is overleden. Verdachte reed op dat moment met een onverantwoord hoge snelheid van minstens 100 kilometer per uur (daar waar 50 kilometer per uur was toegestaan) en reed daarbij door het rode licht, dat (al) bijna drie minuten rood licht uitstraalde.Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeerdelicten die op 1

VR 2022/60 Gevaar. Veiligheid op de weg. Dodelijk ongeval.

Jurisprudentie
De verdachte is als chauffeur op een vuilniswagen zonder te stoppen rechtsaf een kruising opgereden. Hij heeft daarbij twee fietsers over het hoofd gezien en hen geen voorrang verleend. Zij kwamen daardoor ten val. Slachtoffer 2, één van de fietsers, is met haar hoofd op het asfalt terecht gekomen en is enkele dagen later als gevolg van interne bloedingen komen te overlijden. Hoewel het hof terdege beseft dat de verdachte dit eveneens verschrikkelijk vindt en had gewenst dat dit nooit was gebeurd, is door zijn handelen de verkeersveiligheid in gevaar gebracht.

VR 2022/58 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig?

Jurisprudentie
De verdachte, bestuurder van een auto, heeft op de kruising (ten onrechte) geen voorrang verleend aan de snorfiets. Hij heeft stilgestaan, heeft naar links en rechts gekeken en heeft geen tegemoetkomend verkeer gezien. Vervolgens is hij linksaf opgetrokken, waarbij er van rechts een snorfiets met daarop een bestuurder en een passagier aan kwam rijden op het fietspad, waaraan de verdachte geen voorrang heeft verleend. Daardoor heeft een botsing met de snorfiets plaatsgevonden. Het hof is - met de verdediging - van oordeel dat het handelen van de verdachte niet zodanig onvoorzichtig was dat

VR 2022/56 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Zeer onvoorzichtig en onoplettend. Strafmaat. Oriëntatiepunten.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurder van een auto onder invloed gereden en daarbij zeer onvoorzichtig en onoplettend twee voetgangers aangereden met (zwaar) lichamelijk letsel van deze voetgangers als gevolg.Bij de bepaling van de op te leggen straf is de rechter niet gebonden aan de door het LOVS vastgestelde oriëntatiepunten. Het LOVS heeft niet de bevoegdheid om rechters hetzij bij wijze van algemeen verbindend voorschrift hetzij bij wijze van beleidsregel (bindende) aanwijzingen te geven ten aanzien van de strafoplegging in strafzaken. De opvatting van de advocaat-generaal dat de

VR 2021/160 Dood door schuld. Recht op leven. Positieve verplichtingen.

Jurisprudentie
De ouders en de zuster van een slachtoffer van een verkeersongeval bij het EHRM over schending van art. 2 EVRM. Het slachtoffer kwam op 7 juli 2012 in Zagreb om het leven bij een botsing met een sports utility vehicle (SUV). Die botsing ontstond doordat de bestuurder van de SUV, D.M., op een kruising een rood verkeerslicht negeerde op het moment dat het slachtoffer, motorrijder, bij voor hem groen licht de kruising opreed. Ten tijde van het ongeval verkeerde de bestuurder van de SUV onder invloed. De bestuurder werd veroordeeld tot een vrijheidsstraf van twee jaar en inhouding van het

VR 2020/180 De veiligheid in gevaar brengen. Verbod een terrein te betreden.

Jurisprudentie
De opvatting dat voor overtreding van art. 5 WVW 1994 is vereist dat medeweggebruikers door het rijgedrag van de verdachte concreet gevaar of hinder moeten hebben ondervonden en/of dat dat gevaar of die hinder zich in het verleden regelmatig heeft verwezenlijkt, vindt geen steun in het recht.Voor een bewezenverklaring ter zake van art. 461 Sr, een overtreding, is niet vereist dat de verdachte opzettelijk een hem bekend toegangsverbod overtreedt.

VR 2020/162 Dood door schuld? Politie. Aanvaardbaar risico. Afwezigheid van alle schuld.

Jurisprudentie
De verdachte rijdt op een voorrangsweg met een politievoertuig zonder optische en/of geluidssignalen met een snelheid van ca. 80 km/u binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid gold van 50 km/u. Hij is op weg naar een op heterdaad ontdekte inbraak. Volgens de Brancherichtlijn Verkeer Politie 2014 mag hij niet harder rijden dan met een snelheid van maximaal 40 km/u boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid. Op een fietsoversteekplaats botst hij op een overstekende fietser die geen licht voert. Het is donker. Ter plaatse brandt straatverlichting. De fietser overlijdt aan de gevolgen van

VR 2020/130 Bedreiging met zware mishandeling. Geen afstand houden.

Jurisprudentie
De verdachte heeft, rijdend in een auto met aanhanger, meermalen een motoragent bedreigd door bijna tegen diens motor aan te rijden. De motoragent gaf de verdachte een stopteken en heeft op twee momenten snelheid geminderd om haar gevolg te laten geven aan het stopteken. De verdachte had gevolg moeten geven aan het stopteken door haar snelheid te verminderen en door te stoppen op de aangewezen plek. In plaats daarvan is zij met onverminderde snelheid doorgereden en bijna tegen de motor aangereden. Hierdoor heeft de verdachte de motoragent, die op dat moment zijn werk deed, ernstige vrees