causaal verband

VR 2020/147 Verkeersongeval; deskundigenrapporten; causaal verband; arbeidsongeschiktheid.

Jurisprudentie
Op 18 februari 2015 is A een ongeval overkomen, waarbij een bij B tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerde automobilist achterop de stilstaande auto van A is gebotst. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van dit ongeval erkend. A is nadien nog bij vijf andere verkeersongevallen betrokken geweest. Ten tijde van het ongeval werkte A als rijinstructeur en had hij een eigen rijschool. A heeft in 2016 zijn rijschool opgeheven. Hij verzorgt nu rijlessen voor de rijschool van zijn zoon. A ervaart na het ongeval rugklachten en tintelingen in zijn benen. Op gezamenlijk verzoek van A en B

VR 2020/142 Twee aanrijdingen; causaal verband; voorschot wegens studievertraging.

Jurisprudentie
A is in 2016 tweemaal een ongeval overkomen. Op 21 maart is A, toen zij in haar auto reed, van de zijkant aangereden door een auto die ingevolge de WAM verzekerd was bij B. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Op 20 juli is A, toen zij in haar auto reed, van achteren aangereden door een auto die ingevolge de WAM verzekerd was bij C. C heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van dit ongeval erkend. Na het ongeval/de ongevallen ervaart A onder meer hoofdpijn, vergeetachtigheid en concentratieproblemen. Ten tijde van het eerste ongeval zat A in het tweede jaar van

VR 2020/135 Verkeersongeval 2006; deelgeschil 2013; bodemprocedure 2017; niet-ontvankelijk wegens berusting.

Jurisprudentie
A is in 2006, toen was hij 16 jaar oud, op zijn bromfiets aangereden door een auto. B is de WAM-verzekeraar van de auto. Na het ongeval steggelen A en B over de vraag of de (lage) rugklachten van A het gevolg zijn van het ongeval. Op gezamenlijk verzoek heeft orthopeed C twee deskundigenrapporten opgesteld. C heeft geen "blijvende posttraumatische afwijking" of een "medisch oorzakelijk causaal verband" tussen het ongeval en de klachten kunnen vaststellen. Bij beschikking van 7 november 2013 heeft de rechtbank voor recht verklaard dat sprake is van een (juridisch) causaal verband tussen de

VR 2020/134 Schietincident Alpen aan den Rijn: aansprakelijkheid, relativiteit, condicio sine qua non-verband en toerekenbaarheid?

Jurisprudentie
Op zaterdag 9 april 2011 heeft een schutter in en rond het winkelcentrum 'de Ridderhof' in Alphen aan den Rijn met vuurwapens op mensen geschoten. Er werden zes mensen gedood en zestien mensen verwond. Verweerders zijn slachtoffers dan wel nabestaanden, ooggetuigen en winkeliers van wie eigendommen bij het schietincident zijn beschadigd. Onderdeel 1 bestrijdt het oordeel van het hof dat de door de korpschef bij de verlening van het verlof geschonden norm mede tot doel heeft om de burger in zijn individuele belang te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het gebruik van een vuurwapen (op

VR 2020/90 Letselschade; geen mededeling aanspraak op immateriële schadevergoeding; causaal verband ongeval en zelfgekozen levenseinde.

Jurisprudentie
Een 83-jarige vrouw (A) is aangereden door een vuilniswagen van RMN. A heeft daarbij een ernstige wond opgelopen, waardoor amputatie van haar rechteronderbeen noodzakelijk was. A is hierna gestopt met eten en drinken, omdat zij wenste te overlijden. Zij heeft haar advocaat opdracht gegeven haar schade te verhalen. A is later in een hospice overleden. In deze deelgeschilprocedure verzoekt de executeur-afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van A een verklaring voor recht dat de WAM-verzekeraar van RMN, HDI, de immateriële schade van A moet vergoeden en dat de materiële schade (de kosten

VR 2019/198 Deelgeschil bij 7:611-schade; whiplash; (bewijs van) causaal verband.

Jurisprudentie
Verzoekster is in de uitoefening van haar werkzaamheden voor een marketingbedrijf een verkeersongeval overkomen. Zij heeft de werkgever aansprakelijk gesteld op grond van art. 7:611 BW, de verplichting om in het kader van goed werkgeverschap een behoorlijke verzekering af te sluiten. De AVB-verzekeraar van de werkgever (NN) heeft aansprakelijkheid erkend. Nadien is twijfel gerezen over het causaal verband tussen het ongeval en een aantal door verzoekster geuite klachten, te weten (a) licht schedelhersenletsel, (b) migraine, (c) cognitieve klachten en (d) somatisch symptoomstoornis. De

VR 2019/197 Deelgeschil; kop-staart-botsing; causaal verband; frauderegistratie.

Jurisprudentie
Verzoeker is in zijn Renault aangereden door een bij Allianz verzekerde Mercedes. De politie heeft over het ongeval opgenomen dat (1) de Renault uitsluitend al bestaande schade leek te hebben en dat (2) de bijrijder van verzoeker verklaarde dat verzoeker al eerder rug- en nekklachten had. Allianz heeft daarop aangegeven geen schade te zullen vergoeden en heeft verzoeker op verdenking van fraude opgenomen in een intern registratiesysteem. De rechtbank concludeert dat Allianz, alle twijfels over het causaal verband daargelaten, aansprakelijk is jegens verzoeker. Wel moet er nog verder onderzoek

VR 2019/194 Plausibiliteitstoets en beoordeling causaal verband bij klachten ten gevolge van ongeval.

Jurisprudentie
Op 16 november 2011 is verzoekster als bestuurder van een personenauto op de A9 aangereden door een andere automobilist. Er was sprake van een aanrijding tegen de linker achterzijde van de auto van verzoekster, waardoor de auto is gaan spinnen. De automobilist die verzoekster als eerste heeft geraakt, was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea. Achmea heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Verzoekster heeft na het ongeval diverse klachten gekregen. Er heeft een neurologische expertise plaatsgevonden door neuroloog Verlooy en een neuropsychologische

VR 2019/184 Zwaar lichamelijk letsel door schuld? Causaal verband. Gevaar.

Jurisprudentie
Gelet op het verkeersgedrag van X - het maken van een bijzondere manoeuvre met flinke snelheid - en het aandeel dat hij heeft gehad in de botsing, is het hof van oordeel dat het verkeersongeval niet in redelijkheid is toe te rekenen aan het gedrag van de verdachte, ook al getuigt het gedrag van de verdachte van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid.

VR 2019/177 Frontale botsing: causaal verband tussen ongeval en klachten.

Jurisprudentie
Ten gevolge van een frontale botsing tussen twee personenauto's is verzoekster ernstig gewond geraakt. In deze zaak gaat het om de afwikkeling van de letselschade die verzoekster stelt te hebben geleden als gevolg van dit ongeval dat haar veertien jaar geleden, in 2005, is overkomen. Tussen partijen bestaat met name discussie over de vraag of er causaal verband bestaat tussen de gestelde klachten, beperkingen en schade van verzoekster enerzijds en het ongeval anderzijds. Er hebben vier expertises plaatsgevonden. Partijen twisten over de interpretatie van deze rapporten. Ten aanzien van het