causaal verband
VR 2022/183 Ongeval tussen links inhalende motor en links afslaande auto. Bestuurder die als eerste bijzondere manoeuvre inzet, mag deze voltooien.
Motorrijder A haalt autorijder B links in, terwijl B links afslaat. Hierdoor ontstaat een ongeval. De verzekeraar van de motor, Achmea, en van de auto, Reaal, zijn in geschil over de toedracht van het ongeval. In eerste aanleg oordeelt de rechtbank in een tussenvonnis bij verstek (Reaal is niet verschenen) van 18 augustus 2021 dat Achmea alleen een regresrecht toekomt als haar verzekerde A een schadevergoedingsvordering heeft op de door Reaal verzekerde B. Bij herstelvonnis van 14 september 2021 draagt de rechtbank Achmea op te bewijzen dat B zijn richtingaanwijzer heeft aangezet en heeft
VR 2022/174 X overlijdt na val uit rolstoel in taxibus. Vervoerder aansprakelijk? Causaal verband. Begroting schade.
Op 10 juli 2016 is X overleden. De dag ervoor, op 9 juli 2016, is hij uit zijn rolstoel gevallen toen A hem achterwaarts uit een rolstoelbus van Stam naar buiten verplaatste. Door deze val is X gewond geraakt. Y, de echtgenoot van X, stelt dat door deze val de hersenbloeding is veroorzaakt waardoor X een dag later is overleden. Y vordert schadevergoeding ex art. 6:108 lid 1 en 2 BW van Stam. Stam betwist dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt. Bij tussenvonnis is beslist dat aannemelijker is dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt, waarmee het causaal verband tussen het
VR 2022/159 Achterop-aanrijding; causaal verband klachten en ongeval.
In 2017 overkomt A een verkeersongeval. A staat met zijn bedrijfswagen met aanhangwagen stil voor een rood verkeerslicht als een automobilist (B) achterop de aanhangwagen van A rijdt. De aanhangwagen schiet los en botst op de bedrijfswagen van A. De WA-verzekeraar van B (VB) erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. A ontwikkelt na het ongeval nekklachten. In 2018 volgt hij een multidisciplinair hersteltraject. Tijdens de uitvoering van een revalidatieoefening schiet het A in de rug, waardoor A klachten in de onderrug ontwikkelt. A verzoekt een verklaring voor recht dat zijn
VR 2022/158 Letselschadezaak; deskundigenrapport; whiplashjurisprudentie niet van toepassing.
In 2012 wordt automobiliste A van achteren aangereden. Zij rijdt door groen licht, maar moet remmen omdat een andere auto met hoge snelheid door rood rijdt. Haar achterligger (een verzekerde van B) botst dan tegen haar auto. Op dat moment heeft A haar rechterhand op de versnellingspook. Na het ongeval ervaart A klachten en beperkingen aan haar rechterduim. B erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. Tussen A en B is in geschil of de klachten en beperkingen van A in causaal verband staan met het ongeval. Zij vragen daarom handchirurg X om een medisch deskundigenrapport. X
VR 2022/156 Lichamelijke en psychische klachten na ongeval. Vaststellen bestaan klachten en causaal verband.
Op 17 september 2018 raakt X betrokken bij een verkeersongeval. Zij stond stil voor een rood stoplicht, terwijl een auto tegen de auto achter X botste, die vervolgens tegen haar auto botste. Nationale Nederlanden (hierna: NN) heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval. Na psychiatrisch en neurologisch onderzoek blijkt dat X verscheidene lichamelijke en psychische klachten heeft. Ze verzoekt een verklaring voor recht dat er een juridisch relevant causaal verband bestaat tussen haar klachten en het ongeval van 17 september 2018. NN stelt dat het bestaan van alle door X
VR 2022/127 Dent v. NFL: een Amerikaanse massaschadezaak in vele bedrijven

VR 2022/126 Letselschadezaak; causaal verband; benoeming deskundige.
In 2013 overkomt A een verkeersongeval. De stilstaande auto waarin A zit, wordt van achteren aangereden door een vrachtauto. De WAM-verzekeraar van de vrachtauto (B) erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanrijding. A ervaart na de aanrijding nek-, schouder- en rugklachten. Sinds begin 2016 ontvangt A van het UWV op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid een WGA-uitkering. Op gezamenlijk verzoek van A en B voert X in 2016 een neurologische expertise uit. X stelt geen objectieve neurologische afwijkingen als gevolg van het ongeval vast. A verzoekt de rechtbank voor recht te
VR 2022/124 Verkeersongeval; causaal verband; deskundigenrapport.
Op 27 mei 2018 wordt A op zijn driewillige motor (trike) van achteren aangereden door een verzekerde van B. B erkent aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval. Vóór het ongeval was A werkzaam als personal (kickboks)trainer op zzp-basis. Ook stond hij bekend als professioneel wedstrijdvechter/kickbokser. Bij een eerdere beschikking heeft de rechtbank een deskundigenonderzoek door neuroloog X bevolen. X heeft zijn rapport in september 2020 uitgebracht. A verzoekt de rechtbank te bepalen dat een causaal verband bestaat tussen het ongeval en zijn nek-, schouder- en rugklachten, hoofdpijn
VR 2022/123 Verkeersongeval; causaal verband; deskundigenrapporten.
In juni 2011 wordt A op zijn mountainbike geschept door een van links komende auto. De WAM-verzekeraar van de auto (B) erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. Tussen A en B is in geschil welke klachten en beperkingen A heeft en of deze in causaal verband staan met het ongeval. Om hierover duidelijkheid te krijgen, schakelen A en B orthopeed X, neuroloog Y en neuropsycholoog Z in. A verzoekt dat de rechtbank vaststelt dat A een groot aantal klachten heeft en dat een causaal verband bestaat tussen die klachten en het ongeval. De rechtbank overweegt dat uit het rapport van X