aansprakelijkheid

VR 2018/157 Vererft de vordering tot smartengeld van het slachtoffer van verkrachting en moord?

Artikel
VR 2018/157 Vererft de vordering tot smartengeld van het slachtoffer van verkrachting en moord? Prof. mr. A.J. Verheij * * Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht, Rijksuniversiteit Groningen. Hoofdredacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Deze vraag moet op het eerste gezicht ontkennend worden beantwoord. Art. 6:106 lid 2 BW bepaalt immers in de tweede zin dat voor overgang onder algemene titel “voldoende [is] dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken.” Hoewel het woord ‘voldoende’ wellicht anders suggereert, gaat het

VR 2018/156 De wet affectieschade in werking

Artikel
VR 2018/156 De wet affectieschade in werking Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit is de tekst van een voordracht gehouden tijdens het op 20 september 2018 in Den Haag gehouden symposium ‘De wet affectieschade’. De auteur dankt Arno Akkermans, Ton Hartlief, Marnix Hebly en Femke Ruitenbeek voor hun waardevolle opmerkingen bij een eerdere versie van deze tekst. 1. De ‘lex Frenk’ Wie terugblikt op het ruim vijftien jaar durende wetgevingsproces van het wetsvoorstel affectieschade, kan eigenlijk alleen maar omzien in verwondering. 1) Wie had

VR 2018/155 De wet vergoeding affectieschade

Artikel
VR 2018/155 De wet vergoeding affectieschade De weg naar het Staatsblad Mw. mr. L. van Hoppe * * Raadadviseur bij de sector privaatrecht van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel. 1. Inleiding: de lange weg naar de vergoeding van affectieschade Eindelijk is het wetsvoorstel aanvaard dat een vergoeding van affectieschade in het Nederlandse recht mogelijk maakt. 1) De vergoeding betreft smartengeld voor naasten. Het is een vergoeding van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, maar in

VR 2018/164 Deelgeschil. Ongeval na U-turn auto zonder voorrang te
verlenen, maar bestuurder motorfiets heeft geen rijbewijs en anticipeert
onvoldoende op verkeer. Omvang aansprakelijkheid?

Jurisprudentie
De bestuurder van een auto maakte een U-turn met de intentie om op de andere weghelft terug te rijden. Hierbij verleende hij geen voorrang aan verzoeker die achter hem op een motorfiets reed en vervolgens tegen de linkerkant van de Golf reed en ten val kwam. Verzoeker (de bestuurder van de motorfiets) heeft de rechtbank verzocht om de omvang van de aansprakelijkheid van Achmea (waar de auto WAM-verzekerd was) als gevolg van het ongeval vast te stellen. Vaststaat dat de bestuurder van de auto in strijd met art. 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) heeft

VR 2018/161 (Mede)aansprakelijkheid voor verkeersongeval.

Jurisprudentie
Op 7 april 2013 heeft omstreeks 18.20 uur een aanrijding plaatsgevonden waarbij appellant als bestuurder van een bestelwagen en geïntimeerde als bestuurder van een bromfiets betrokken waren. Geïntimeerde heeft daarbij letsel opgelopen. De weg waarop het ongeval plaatsvond is een fietsstraat met een bochtig verloop alwaar een adviessnelheid van 30 km/u geldt. De weg was verdeeld in twee weghelften door middel van een dubbele onderbroken stippellijn. Appellante is de aansprakelijkheidsverzekeraar van appellant. Met de grieven I tot en met II leggen appellant en appellante de vraag of appellant

VR 2018/153 Deelgeschil; val trappenhuis; zorgplicht werkgever.

Jurisprudentie
Verzoekster overkwam een ongeval toen zij via het trappenhuis van de 17e naar de 16e etage liep voor een overleg met collega's. Zij was op dat moment in loondienst van financieel dienstverlener Robidus die ten tijde van het ongeval de 16e en 17e etage van het kantoorpand huurde. Verzoekster is door de val met haar hoofd tegen een betonnen muur geslagen en heeft hierdoor hersenletsel opgelopen. Partijen twisten over de vraag of de zorgplicht van de werkgever (Robidus) zich uitstrekt tot de trap en het trappenhuis in het kantoorpand. De kantonrechter overweegt dat de centrale toegang van het

VR 2018/102 Op weg naar een register voor letselschadedeskundigen

Artikel
VR 2018/102 Op weg naar een register voor letselschadedeskundigen Mr. ing. Nico Keijser * * Mr. ing. N.M. Keijser CDPO is Secretaris van het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen LRGD. Inleiding In de afgelopen twee decennia is de rol van de deskundige in rechte in Nederland geprofessionaliseerd. Dat heeft onder meer geleid tot de oprichting in 2005 van het Landelijk Register van Gerechtelijk Deskundigen (LRGD). Begin 2017 heeft de Expertgroep Letselschade van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Kanton & Toezicht (lovck&t) 1) het LRGD verzocht om te onderzoeken op welke wijze en

VR 2018/100 De gerechtelijk medisch deskundige in aansprakelijkheidszaken; onaantastbaar of toch niet?

Artikel
VR 2018/100 De gerechtelijk medisch deskundige in aansprakelijkheidszaken; onaantastbaar of toch niet? Mr. dr. R.P. Wijne * * Universitair docent (UvA), lid Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, medewerker Wetenschappelijk Bureau Holla advocaten, rechtsgeleerde Commissie LZA/LP en voorzitter Geschilleninstantie Verloskunde. 1. Inleiding In aansprakelijkheidskwesties in verband met een verkeers- of arbeidsongeval of een medisch incident komt het geregeld voor dat partijen – een verzekeraar en een slachtoffer – een medisch deskundige vragen om een deskundigenbericht uit te brengen. Het

VR 2018/117 Deelgeschil; aanrijding tussen personenauto en lijnbus.

Jurisprudentie
Aanrijding tussen personenauto en lijnbus. Verzoekster zat als bijrijder in de personenauto, die voorrang moest verlenen aan de van rechts komende bus. De WAM-verzekeraar van Connexxion heeft aansprakelijkheid afgewezen. Verzoekster acht de bestuurder van de bus aansprakelijk, onder meer omdat hij te hard zou hebben gereden. Volgens Achmea daarentegen zou het ontstaan van het ongeval uitsluitend te wijten zijn aan de bestuurder van de personenauto. De rechtbank oordeelt dat de verkeersfout van de bestuurder van de personenauto, ten onrechte geen voorrang verlenen, zwaar weegt. Ook aan de zijde

VR 2017/151 Vertrouwen in de toekomst

Artikel
VR 2017/151 Vertrouwen in de toekomst De redactie Met dit nummer sluit Verkeersrecht zijn 65 ste jaargang af. Er is in die jaren in het verkeer en in het recht natuurlijk veel veranderd, maar het tijdschrift maakt het onverminderd goed. Bestuursrechtelijke boeteregelingen, alcoholsloten, de strafmaat bij verkeersdelicten, de – langzaam stijgende – hoogte van het smartengeld in Nederland; het verkeersrecht borrelt van de thema’s die hun weg vinden naar ons blad. Dat is alle reden voor de redactie om vertrouwen te hebben in de toekomst van het tijdschrift Verkeersrecht. ‘Vertrouwen in de