Verkeersrecht 2018-4

Editie
Datum uitgave: 

VR 2018/55 Parkeren. Berm. Rijbaan.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene was een administratieve sanctie opgelegd ter zake van parkeren in strijd met een parkeerverbod (bord E1). Het voertuig van de betrokkene stond niet op de rijbaan geparkeerd, maar op de met grastegels bedekte en verharde berm.Voor de uitleg van het begrip weg in de zin van artikel 65, tweede lid, van het RVV 1990 dient geen aansluiting bij het begrip weg als bedoeld in artikel 1, onder b van de WVW 1994 te worden gezocht. Het parkeerverbod aangegeven met bord E1 als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 strekt zich niet uit over de berm van de weg (ECLI:NL:GHARL:2016:3927).Het

VR 2018/56 Kruispunt. Parkeren. Stilstaan.

Jurisprudentie
Betrokkene had zijn voertuig geparkeerd op een T-splitsing die bestaat uit een doorgaande weg en een weg die daarop uitloopt. Langs die laatste weg staat een bord G6 uit de bijlage bij het RVV 1990 (einde erf). De in-/uitrit van die straat is afwijkend bestraat: stoeptegels in plaats van klinkers. Het voertuig van de betrokkene stond op de doorgaande weg, zodanig dat bestuurders die via de weg die daarop uitloopt het erf verlaten en de doorgaande weg inrijden, recht op dat voertuig zouden afrijden. De betrokkene heeft dus in strijd met het bepaalde in art 23 RVV1990 zijn voertuig laten

VR 2018/57 Parkeren. Hinder.

Jurisprudentie
Van weggebruikers mag worden verwacht dat zij zich er eventueel na het parkeren van vergewissen of parkeren op de betreffende plaats voor hen is toegestaan. Dit kan meebrengen dat sneeuw moet worden verwijderd. Het hof is op grond van de foto's van oordeel dat nu het vlak waarop de auto van de betrokkene stond geparkeerd voor een trap ligt en afwijkend bestraat is, het voor de betrokkene, ook bij gebreke van enige nadere aanduiding hoe ter plaatse te parkeren, duidelijk had moeten zijn dat het hier geen parkeervak betreft en dat het dus niet de bedoeling is dat zij haar auto hier parkeert. In

VR 2018/58 Parkeren. Elektrische laadpaal.

Jurisprudentie
De betrokkene had zijn - kennelijk niet-elektrische - voertuig geparkeerd op een van een laadpaal voorziene parkeerplaats. Zoals was aangeduid met bord E4 was die parkeerplaats bestemd voor het opladen van elektrische motorvoertuigen. Het bord E4 vormt een toereikende aanduiding van een dergelijke parkeerplaats. De betrokkene heeft dus gehandeld in strijd met het bepaalde in art. 24 RVV 1990.

VR 2018/59 Parkeren. Voor het openbaar verkeer
openstaande weg. Parkeerplaats bij Schiphol. Bevoegdheid verbalisant.

Jurisprudentie
Betrokkene heeft zijn auto geparkeerd op parkeerplaats P3, behorend bij vliegveld Schiphol. Deze parkeerplaats is bestemd voor lang parkeren en is afgesloten door middel van slagbomen. Beslissend voor de vraag of het terrein als een voor het openbaar verkeer openstaande weg dient te worden aangemerkt, is de vraag of dit ten tijde van de gedraging feitelijk voor het openbaar verkeer openstond. Daarvoor zijn mede van belang de verdere feitelijke omstandigheden zoals de vraag of door de rechthebbende wordt geduld dat het algemene verkeer gebruik maakt van dat terrein.Gesteld noch gebleken is dat