Verkeersrecht 2018-4

Editie
Datum uitgave: 

VR 2018/49 Dood door schuld. Epilepsie.

Jurisprudentie
De verdachte heeft met een door haar bestuurde personenauto twee voetgangers en een fietser aangereden. De voetgangers zijn hierbij om het leven gekomen. Ten tijde van de aanrijding had de verdachte een epileptische aanval. Gelet op hetgeen zij op dat moment wist omtrent haar medische situatie, moest de verdachte serieus rekening houden met het optreden van een zodanig plotseling bewustzijnsverlies, zoals dit zich ook vlak voor en tijdens het verkeersongeval heeft voorgedaan. De verdachte heeft zich zeer onvoorzichtig en onachtzaam gedragen en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen

VR 2018/50 Inrijden op persoon. Poging tot zware mishandeling. Opzet.

Jurisprudentie
De verdachte is met verhoogde snelheid, zonder te remmen, gericht op de aangever toegereden, hij heeft hem geraakt en hij is vervolgens doorgereden. Dit gedrag van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank naar zijn uiterlijke verschijningsvorm zo zeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij de aangever, dat het niet anders kan dan dat verdachte opzet op zwaar lichamelijk letsel bij de aangever heeft gehad.

VR 2018/51 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een bijzondere manoeuvre - keren - willen uitvoeren op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar deze verboden was, zonder goed uit te kijken of hij daarmee anderen niet in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Als gevolg van deze ernstige verkeersovertreding heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen.De ontzegging van de rijbevoegdheid wordt voorwaardelijk opgelegd omdat de verdachte zonder zijn rijbewijs zijn werk als

VR 2018/53 Mobiele telefoon. Vasthouden. iPhone.

Jurisprudentie
Het begrip 'mobiele telefoon' was ten tijde van de gedraging - anders dan tegenwoordig - niet nader gedefinieerd in het RVV 1990. In een dergelijke situatie wordt voor de uitleg van een begrip doorgaans aansluiting gezocht bij hetgeen de wetgever in de toelichting daaromtrent heeft vermeld. Blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit van 4 februari 2002 tot wijziging van het RVV 1990 (verbod handmatig telefoneren), Stb. 2002, 67 - waaraan de betrokkene ook heeft gerefereerd -, wordt onder mobiele telefoon verstaan: "een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare