Schadevoorkomingsclaims

VR-kort
Artikel
16 augustus 2017

Prof. mr. A.L.M. Keirse
In het privaatrecht liggen zorgplichten besloten, evenals uit de maatschappelijke zorgvuldigheid voortvloeiende incidentele verplichtingen. Dit zijn positieve verplichtingen tot het betrachten van zorg, door (pro)actief handelen of nalaten, die reeds bestaan voordat schade ontstaat en voordat het aansprakelijkheidsrecht een schending hiervan sanctioneert. Een actor dient de zorgvuldigheid te betrachten die van een redelijk handelend persoon in gelijke omstandigheden mag worden verwacht. Nu deze vereiste zorgvuldigheid gericht is op het voorkomen van schade, spreekt de auteur van de schadevoorkomingsplicht. Het kan hier gaan om het vermijden van een mogelijk risico, om het voorkomen van de realisatie van een bekend risico, alsook om het voorkomen van verdere schade nadat een risico zich heeft verwezenlijkt. De schadevoorkomingsplicht valt uiteen in voorzorgverplichtingen, zorgverplichtingen en nazorgverplichtingen en speelt in verschillende situaties en tal van soorten dreigingen van schade een rol.
Schade voorkomen is beter dan schade vergoeden. Desalniettemin richt de privaatrechtelijke praktijk zich veelal op het schadevergoedingsrecht van de individuele schuldeiser als de schade reeds een feit is, en niet op de daaraan voorafgaande algemene plichten en gedragsnormen. De vorderingen tot schadevergoeding zijn immers ontelbaar, terwijl de vorderingen tot schadevoorkoming nog uitzondering zijn. Deze praktijk is aldus op het verleden gericht, in reactie op een specifiek schadegeval, met het oog op vergoeding. Schadevergoeding is evenwel niet meer dan schadeverplaatsing, een genoegdoening voor onomkeerbare schade. Terwijl schade vergoeden ‘compenseren’ is en daarmee herverdelen, grijpt schade voorkomen daarentegen werkelijk in.
De auteur roept advocaten daarom op om schadevoorkomingsclaims in te stellen (en rechters om deze toe te wijzen), naast schadevergoedingsclaims. Dit vergt een verlegging van de focus van de individuele rechten van de schuldeiser naar de algemene plichten van de schuldenaar. Het individuele schadevergoedingsrecht correspondeert met de plicht van de schuldenaar om de op toerekenbare wijze zonder recht toegebrachte schade te vergoeden. Dit is echter een secundaire plicht die eerst na het schadegeval opkomt. Centraler moet staan de primaire plicht van eenieder; dat is het zich gedragen conform de maatschappelijke verantwoordelijkheid, conform de plicht het onrechtmatig toebrengen van schade aan een ander te voorkomen. Met deze perspectiefwisseling wordt de aandacht in tijd naar voren gehaald en kan een betere balans worden gevonden tussen preventie, compensatie en de daaraan verbonden lasten.
Het is al sinds de Romeinse tijd het grondbeginsel van het recht: ‘alterum non laedere’ (berokken een ander geen schade). Het gaat samen met ‘honeste vivere’(leef eerbaar) en ‘suum cuique tribuere’ (laat ieder het zijne toekomen). Dit betekent dat toekennen van rechtsvorderingen niet volstaat. De boodschap van het recht komt er op neer dat het niet aanvaardbaar is om een ander schade toe te brengen zolang deze achteraf maar wordt vergoed. Een dergelijke remedie ex post strookt onvoldoende met de grondbeginselen van het recht.
Anders dan veelal wordt verondersteld, is het vergoeden van schade niet het doel van het aansprakelijkheidsrecht. De doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht is het onderscheiden van gevallen waarin schade moet worden vergoed. Welnu, daar waar wordt gezocht naar gevallen waarin schade moet worden vergoed, wordt eigenlijk gezocht naar gevallen waarin schade had moeten worden voorkomen en daarmee, met een perspectiefverlegging, meer algemeen, naar situaties waarin schade voorkomen dient te worden. Aldus wordt het perspectief verlegd van het schadevergoedingsrecht naar de schadevoorkomingsplicht.
Hieruit vloeit voort dat de beoefenaar van het privaatrecht zich niet alleen zou moeten richten op de rechten van de individuele benadeelde als het kwaad al is geschied, maar juist vooral ook op de plichten van (collectieve) normschenders op het moment dat zij deze negeren. De eenzijdige focus op individuele rechten maakt de handhaving van het privaatrecht afhankelijk van individuele schuldeisers en dus verre van optimaal. Door het perspectief te verplaatsen van de individuele rechten naar de algemene plichten kan het privaatrecht aan doelmatigheid winnen. Dit betekent dat andere claims moeten worden ingesteld en toegewezen, te weten schadevoorkomingsclaims.
Het is aan de praktijk de aanspraak op schadevoorkoming te effectueren. Een verstandig actor neemt uit zichzelf de gepaste voorzorg, zorg en nazorg, mede uit welbegrepen eigen belang. De onwillige actor kan daartoe via de weg van artikel 3:296 BW met een rechterlijk bevel of verbod worden gedwongen. Het inzetten op schadevoorkomingsclaims is naar mening van de auteur het recht van morgen.

Bron: 
Letsel & Schade 2017, afl. 2, p. 6-8