Opzet verzekerd

VR-kort
Artikel
12 september 2018

Mr. H. van Katwijk
In het eerste PIV-Bulletin van 2018 is een verslag opgenomen van het symposium van de Erasmus School of Law over opzet en verzekerbare schade. Onderdeel van het symposium was ook de vraag of slachtoffers van opzettelijk veroorzaakte letselschade toch op een meer eenvoudige manier hun schade vergoed zouden moeten krijgen. Het pleidooi daarvoor werd gehouden door Mr. A.J.J.G. Schijns en was geheel in lijn met haar proefschrift ‘Naar een verzekerd slachtofferrecht, Effectief schadeverhaal van slachtoffers van misdrijven via het private verzekeringsrecht’. De kern van dat proefschrift is dat er een wetswijziging zou moeten worden doorgevoerd die het verbod bevat voor een verzekeraar om zich jegens het slachtoffer erop te beroepen dat opzettelijk veroorzaakte schade van dekking is uitgesloten. Het doel daarvan is dat slachtoffers van opzettelijk veroorzaakte misdrijven hun letselschade op meer eenvoudige wijze kunnen verhalen. Overeind blijft overigens staan dat verhaal van die schade uiteindelijk mogelijk is op de dader.
Uit het verslag van het symposium blijkt dat aansprakelijkheidsverzekeraars bezwaren houden tegen het verzekeren van opzet, althans zij willen de verzekerde die opzettelijk schade veroorzaakt niet beschermen door een aansprakelijkheidsverzekering. Dat heeft tot gevolg dat slachtoffers van opzettelijk veroorzaakte schade in een veel lastiger parket verkeren dan slachtoffers die door schuld van een ander schade oplopen en zelfs ten opzicht van slachtoffers die schade oplopen buiten schuld van wie dan ook, bijvoorbeeld door kinderen in het gemotoriseerde verkeer.
Een oplossing die ervoor zorgt dat de letselschade van slachtoffers van geweldsmisdrijven wordt vergoed, verandert niets aan het debat met betrekking tot de opzetclausule. De vraag blijft immers of de schade vervolgens wel of niet kan worden verhaald op de feitelijke dader en dat brengt met zich mee dat een precieze en bruikbare formulering van de opzetclausule een vereiste blijft. Toch is het goed om te kijken wat nu de beste methode is om schadevergoeding voor slachtoffer van geweldsmisdrijven te realiseren.
In beginsel is er geen enkel bezwaar tegen om te onderzoeken of slachtoffers van mishandeling hun letselschade eenvoudiger vergoed kunnen krijgen dan nu het geval is. Uit de uitgebreide analyse van Schijns blijken twee mogelijkheden naar voren te komen die een verbetering van de positie van het slachtoffer kunnen brengen: 1. een verbod op het verweermiddel ‘opzet’ in de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren en 2. het verzekeren van schade als gevolg van opzet bij wijze van first-party-verzekering.
In dit artikel worden de voor- en nadelen van een verbod op het verweermiddel ‘opzet’, de voorkeur van Schijns, afgezet tegen de tweede mogelijkheid: het creëren van een dekking bij wijze van een first-party-verzekering. De conclusie van de auteur is dat de tweede mogelijkheid de voorkeur verdient, zeker aangezien de bezwaren tegen Schijns tegen de first-party-verzekering heeft eenvoudig kunnen worden opgeheven.

Bron: 
PIV-Bulletin juni 2018, afl. 2, p. 12-16