strafrechtelijke aansprakelijkheid

VR 2017/143 Explosief aan flitspaal. Causaal verband. Opzet. Vervangendehechtenis bij maatregel tot schadevergoeding.

Jurisprudentie
Verdachte en zijn medeverdachte hebben met behulp van een metalen pijp, kruit en een lont een explosief gefabriceerd en met ducttape aan een flitspaal te Voorschoten opgehangen. Tijdens de ontmanteling van de bom door de EOD vindt een ontploffing plaats waarbij twee medewerkers en een politiemedewerker zwaar lichamelijk letsel oplopen.Het ontstane letsel kan redelijkerwijs als gevolg van de bewezenverklaarde gedragingen aan de verdachten worden toegerekend, mede in aanmerking genomen dat voor de verdachten was te voorzien dat anderen zich met het explosief zouden bezighouden en daarbij

VR 2017/088 Slachtofferrechten in het strafproces - de theorie en de praktijk

Artikel
VR 2017/88 Slachtofferrechten in het strafproces – de theorie en de praktijk Mr. A.J.J.G. Schijns * * Advocaat bij Beer advocaten te Amsterdam en onderzoeker aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. 1. Inleiding Er is de afgelopen decennia en jaren sprake van een toenemende aandacht voor de rechtspositie van slachtoffers van misdrijven. Het slachtoffer heeft sinds 2011 een eigen titel in het Wetboek van Strafvordering 1), en daarmee een eigen positie in het strafproces. Ook andere regelgeving en beleid met betrekking tot de positie van slachtoffers zijn in betrekkelijk korte tijd binnen het

VR 2017/097 Dood door schuld. Roekeloosheid.

Jurisprudentie
Verdachte is 's nachts met bijna vier keer het toegestane alcoholpromillage, met te hoge snelheid, zwalkend en zwabberend over de snelweg rijdend en daarbij andere auto’s links en rechts, en zelfs over de vluchtstrook rakelings inhalend, waarbij door de verdachte ook eenmaal bijna tegen de vangrail wordt gereden, over de snelweg gereden. Verdachte is uiteindelijk vermijdbaar en verwijtbaar achterop de auto van het slachtoffer gebotst met als uiteindelijke gevolg het overlijden van het slachtoffer. Het rijgedrag van de verdachte in combinatie met het als gevolg van alcoholgebruik niet in staat

VR 2017/095 Dood door schuld. Verontschuldigbare onmacht. Afwezigheid vanalle schuld.

Jurisprudentie
Het hof acht voldoende aanknopingspunten aanwezig voor de vaststelling dat het niet anders kan zijn dan dat het handelen van verdachte een medische oorzaak heeft, bestaande in een kortdurend gebrek dat met de cardiale functie van verdachte van doen heeft, terwijl verdachte van het veroorzaken van het ongeval geen verwijt kan worden gemaakt, zodat hij niet wist, noch redelijkerwijs kon en behoorde of behoefde te weten of te voorzien dat dat gebrek zich zou voordoen. De verdachte verkeerde ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare onmacht, zodat van schuld als bedoeld in artikel 6 WVW niet

VR 2017/094 Lichamelijk letsel door schuld. Vrijwilligerswerk. Normalebezigheden.

Jurisprudentie
Aanrijding. Onder normale bezigheden als bedoeld in art. 6 WVW 1994 dienen te worden verstaan bezigheden die kunnen worden aangemerkt als ambts- of beroepsbezigheden of bezigheden die daarmee vergelijkbaar zijn (vgl. HR 9 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9370, NJ 2001/162). Het hof heeft vastgesteld dat het slachtoffer door de aanrijding een scheur in zijn borstbeen heeft opgelopen en dat deze als gevolg daarvan gedurende een aantal weken geen vrijwilligerswerk heeft kunnen verrichten. Daaruit heeft het hof kunnen afleiden dat sprake was van tijdelijke verhindering in de uitoefening van de

VR 2017/092 Poging tot doodslag in het verkeer. Medeplegen.
Voorwaardelijk opzet.

Jurisprudentie
Ook zeer gevaarlijke gedragingen in het verkeer kunnen onder omstandigheden (poging tot) doodslag opleveren, met dien verstande dat in een geval waarin de gebezigde bewijsmiddelen nopen tot de gevolgtrekking dat de verdachte door zijn handelwijze ook zelf aanmerkelijk levensgevaar heeft gelopen, de rechter in zijn oordeel dient te betrekken dat - behoudens aanwijzingen voor het tegendeel - naar ervaringsregels niet waarschijnlijk is dat de verdachte de aanmerkelijke kans dat een frontale botsing met een tegemoetkomende auto zal plaatsvinden en hij als gevolg van zijn gedraging zelf het leven

VR 2017/21 Moord. Benadeelde partij. Shockschade. Onevenredige belasting van het strafgeding. Materiële schade. Wettelijke rente.

Jurisprudentie
Moord. Benadeelde partij vordert vergoeding van immateriële schade (shockschade). Hiervoor is vereist dat het bestaan van geestelijk letsel waardoor iemand in zijn persoon is aangetast in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In zijn overwegingen heeft het hof niet blijk gegeven te hebben onderzocht of in het onderhavige geval aan dat vereiste is voldaan. Het middel slaagt derhalve. Mede gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep namens de verdachte is aangevoerd met betrekking

VR 2015/74 Verdragsrechtelijke en conflictenrechtelijke aspecten van de MH17 crash

Artikel
VR 2015/74 Verdragsrechtelijke en conflictenrechtelijke aspecten van de MH17 crash Ingrid Koning * * Universitair docent bij het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht aan de Universiteit Utrecht. Zij is als onderzoeker verbonden aan de onderzoekscentra RENFORCE (http://renforce.rebo.uu.nl/en/) en UCALL (http://ucall.rebo.uu.nl/en/). Met dank aan Liesbeth Enneking en Clark Warren en voor commentaar op eerdere versies van deze bijdrage. Onverhoopte fouten of onvolkomenheden zijn vanzelfsprekend uitsluitend de verantwoordelijkheid van de auteur. 1. Introductie De MH17 crash op 17 juli 2014 had

VR 2013/113 Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de wegbeheerder

Artikel
113 Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de wegbeheerder E.F. Verheul * * Student aan de Rijksuniversiteit Groningen. Met dank aan mr. dr. H.D. Wolswijk voor zijn commentaar op eerdere versies van dit artikel. 1. Inleiding De aansprakelijkheid van de wegbeheerder is een onderwerp dat zich voornamelijk afspeelt in de sfeer van het privaatrecht. 1) Het verbaast dan ook niet dat deze aansprakelijkheid doorgaans uit civielrechtelijk oogpunt wordt bestudeerd. Met een vonnis van de Rechtbank Utrecht is hierin echter verandering gekomen. In die uitspraak is de Gemeente Stichtse Vecht veroordeeld