shockschade

VR 2023/61 Moord. Benadeelde partij. Shockschade. Geestelijk letsel.

Jurisprudentie

De zoon resp. de broer van de benadeelde partijen is vermoord. Zij vorderen vergoeding van schade, veroorzaakt door confrontatie met het dode slachtoffer. Het recht op vergoeding van schade die is veroorzaakt door het onrechtmatig teweegbrengen van een hevige emotionele schok is beperkt tot de schade die volgt uit geestelijk letsel. Het hof heeft vastgesteld dat met een slagvoorwerp hevig geweld is toegepast op het lichaam en het hoofd van het slachtoffer; onder meer dat de schedel is ingeslagen, de neus is verbrijzeld en de bovenkaak is gebroken. Het hof heeft overwogen dat de benadeelde

VR 2023/37 Doodslag. Benadeelde partij. Shockschade. Maatstaf. Samenloop van shockschade en affectieschade.

Jurisprudentie

Hoge Raad preciseert zijn rechtspraak over shock- of schokschade vervat in HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356. Iemand die een ander door zijn onrechtmatige daad doodt of verwondt, kan - afhankelijk van de omstandigheden waaronder die onrechtmatige daad en de confrontatie met die daad of de gevolgen daarvan, plaatsvinden - ook onrechtmatig handelen jegens degene bij wie die confrontatie een hevige emotionele schok teweeg brengt. Het recht op vergoeding van schade is beperkt tot de schade die volgt uit door die laatste onrechtmatige daad veroorzaakt geestelijk letsel. Gezichtspunten die

VR 2021/02 Ontwikkelingen vergoeding immateriële schade in 2020

Artikel
VR 2021/2 Ontwikkelingen vergoeding immateriële schade in 2020 * Prof. mr. A.J. Verheij ** * Dit artikel is tevens gepubliceerd in de 26e druk van het Smartengeldboek, verschenen januari 2021, ISBN 978-90-830299-1-7. ** Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hoofdredacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding In 2020 wezen feitenrechters verschillende interessante uitspraken over smartengeld. Deze bijdrage doet daaruit een greep zonder de pretentie van volledigheid. In paragraaf 2 respectievelijk 3 worden enkele uitspraken over shock- en

VR 2020/118 Shockschade; dodelijk verkeersongeval; confrontatievereiste; identificatie in mortuarium.

Jurisprudentie
X, geboren in 1994, is als 20-jarige als au pair naar Nederland gekomen. Zij verbleef bij een gastgezin in Rotterdam. Toen zij enige maanden in Nederland was, is zij overleden als gevolg van een ongeval waarbij zij met haar fiets onder een vuilniswagen is terechtgekomen. De ouders en broer van X, appellanten, zijn direct nadat zij op de hoogte waren gebracht van het ongeval naar Nederland gereisd en hebben X geïdentificeerd in het mortuarium. De chauffeur van de vrachtwagen is strafrechtelijk vervolgd voor dood door schuld. ABN AMRO is de WAM-verzekeraar van de vuilniswagen. Zij heeft

VR 2019/103 Verkeersongeval: omkeringsregel, proportionele
aansprakelijkheid en shockschade.

Jurisprudentie
In het tussenvonnis is onder meer overwogen dat de overtreding van art. 5 lid 2 Landsverordening Wegverkeer ertoe leidt dat ingevolge de zogenaamde 'omkeringsregel' tot op tegenbewijs moet worden uitgegaan van het bestaan van het voor aansprakelijkheid vereiste causaal verband tussen het onrechtmatig handelen - het rijden onder invloed - en het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade. Het is dan aan appellant en aan New India om te stellen, en bij betwisting aannemelijk te maken, dat het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade er ook zonder het onrechtmatig handelen van appellant

VR 2018/132 Dodelijk verkeersongeval; shockschade? Vergoeding voor
affectieschade?

Jurisprudentie
X is in februari 2015 op de fiets aangereden door een vrachtauto en ter plekke overleden. X was afkomstig uit Frankrijk en werkte sinds enkele maanden in Nederland als au pair. Eisers zijn respectievelijk de ouders en de broer van X. De betrokken vrachtauto was WAM-verzekerd bij ABN AMRO. ABN AMRO heeft aansprakelijkheid erkend en de uitvaartkosten vergoed. Eisers vorderen (1) een verklaring voor recht dat is voldaan aan het zgn. confrontatievereiste in het kader van de shockschadejurisprudentie en (2) een veroordeling van ABN AMRO tot betaling van € 17.500,- aan ieder van hen als

VR 2017/088 Slachtofferrechten in het strafproces - de theorie en de praktijk

Artikel
VR 2017/88 Slachtofferrechten in het strafproces – de theorie en de praktijk Mr. A.J.J.G. Schijns * * Advocaat bij Beer advocaten te Amsterdam en onderzoeker aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. 1. Inleiding Er is de afgelopen decennia en jaren sprake van een toenemende aandacht voor de rechtspositie van slachtoffers van misdrijven. Het slachtoffer heeft sinds 2011 een eigen titel in het Wetboek van Strafvordering 1) , en daarmee een eigen positie in het strafproces. Ook andere regelgeving en beleid met betrekking tot de positie van slachtoffers zijn in betrekkelijk korte tijd binnen het