verkeersstrafrecht

VR 2022/178 Frictie tussen bestuursrecht en strafrecht:

Artikel
De Wvw 1994 wordt vooral strafrechtelijk, maar ook voor een deel bestuursrechtelijk gehandhaafd. De oplegging van een onderzoek naar de rijvaardigheid of -geschiktheid is een voorbeeld van een bestuursrechtelijke handhavingsmodaliteit. De naleving van de schorsing van het rijbewijs tijdens dat onderzoek wordt echter weer strafrechtelijk gehandhaafd. Dat er dan frictie kan ontstaan blijkt uit de in deze bijdrage te bespreken uitspraak van de Afdeling Rechtspraak (de Afdeling) van 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:243.

VR 2022/163 Toezicht op en in het strafproces

Artikel
In de Senaatszaal van de Groningse universiteit hangt een groot aantal geschilderde portretten van oud-hoogleraren van de Groningse universiteit, waaronder het portret van mijn oude leermeester, prof. Th. W. van Veen, die tot 1987 hoogleraar straf- en strafprocesrecht was. Ikzelf heb ook nog onder professor Van Veen gewerkt en daarvóór van hem les gehad. Zijn colleges leverden allerlei wijsheden op waarvan ik nu nog denk te profiteren. Eén van die wijsheden gaat over het verschil tussen opsporing en controle, of toezicht. Politieambtenaren beschikken vaak over beide soorten bevoegdheden, bijvoorbeeld op grond van de Wegenverkeerswet: dan mogen zij in het kader van toezicht op de handhaving van de verkeerswetgeving een bestuurder staande houden, om zijn papieren vragen en het voertuig aan een controle onderwerpen. Veel van die bevoegdheden lijken op de opsporingsbevoegdheden die dezelfde politieman of -vrouw ook mag uitoefenen en die uiteindelijk samen dienen ter handhaving van het verkeersrecht. Maar er is een wezenlijk verschil tussen toezicht en opsporing, aldus professor Van Veen in een van zijn colleges: opsporing gaat er vanuit dat de mensen het fout doen, ze zijn verdachten, terwijl bij toezicht er juist van wordt uitgegaan dat de burgers het goed doen. En het toezicht heeft als functie om de burgers ook het gevoel te geven dat ze het goed doen. Idealiter vinden mensen het plezierig om onderworpen te worden aan een controle, bijvoorbeeld in het verkeer. De bestuurder voelt zich prettig omdat hij inderdaad de verplichte autogordel draagt en, als hij moet blazen voor de controle op alcohol, voelt hij zich helemaal okay, omdat hij, de bob zijnde, niet heeft gedronken. Toezicht bevestigt zodoende de norm, draagt daardoor bij aan de naleving ervan, en voorkomt normoverschrijdend gedrag oftewel werkt generaal preventief. Om die functies te kunnen vervullen, moet wel aan een paar basisvoorwaarden worden voldaan: toezicht moet geregeld plaatsvinden en moet liefst ook zichtbaar zijn voor de rechtsgenoten. Aldus Van Veen.

VR 2022/78 Hoe handhaaf je het verbod op handheld telefoongebruik in het verkeer?

Artikel
Afleiding is een risico in het verkeer en de mobiele telefoon en vooral ook de smartphone is een belangrijke bron van afleiding. Sinds 2002 is er in Nederland wetgeving die het handheld bedienen van een mobiele telefoon voor bestuurders van motorvoertuigen verbiedt; sinds 2019 geldt er een verbod op het vasthouden van mobiele telefoon of een ander mobiel elektronisch apparaat voor communicatie of informatieverwerking voor alle verkeersdeelnemers, dus ook voor fietsers. Het betrouwbaar en objectief vaststellen of er tijdens verkeersdeelname sprake is van handheld bedienen van een mobiele telefoon of een ander mobiel apparaat voor communicatie is echter niet eenvoudig. En daarmee is ook het handhaven van deze wet niet eenvoudig. SWOV heeft in 2020 geïnventariseerd welke handhavingsmethoden op dat moment in Nederland en elders gebruikt werden, wat de desbetreffende voor- en nadelen zijn en welke (technische) ontwikkelingen handhaving op termijn zouden kunnen vereenvoudigen. Deze bijdrage schetst de achtergrond en doet verslag van de belangrijkste bevindingen, waar mogelijk en nuttig aangevuld met recente ontwikkelingen.

VR 2022/77 NAAR NUL

Artikel
VR 2022/77 NAAR NUL-illu
Nederland heeft binnen Europa jarenlang een leidende positie ingenomen op het gebied van verkeersveiligheid. Deze positie is Nederland inmiddels kwijt: Nederland scoorde in 2020 met 35 verkeersdoden per miljoen inwoners “gemiddeld” binnen de EU. In 2021 was het iets beter met 33 verkeersdoden per miljoen inwoners. De daling in het aantal verkeersdoden in Nederland is de laatste jaren gestagneerd tot het slechtste van Europa. Het streven is om het aantal verkeersdoden in 2050 te hebben gereduceerd tot (bijna) nul. Zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie zijn nog veel verbeteringen op het gebied van verkeersveiligheid noodzakelijk om dat streven waar te maken. In dit artikel zal het EU verkeersveiligheidsbeleid worden besproken en de positie van Nederland daarin ten opzichte van andere landen. Tevens wordt besproken welke maatregelen al zijn genomen en nog genomen kunnen worden om het aantal doden en gewonden in het verkeer terug te dringen en, hopelijk, die nul te behalen.

VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht

Artikel
VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht Bespreking van A.E. Harteveld en R. Robroek, Hoofdwegen door het verkeersrecht 1) H.D. Wolswijk * * Hoogleraar straf(proces)recht Rijksuniversiteit Groningen, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Vorig jaar verscheen de zevende druk van Hoofdwegen door het verkeersrecht. Het boek verschijnt niet langer in de serie Studiepockets, maar als een zelfstandige uitgave. Deze zevende druk is opnieuw verzorgd door Harteveld en Robroek, waarmee het boek in zeer deskundige handen is gebleven. Er was alle aanleiding voor een nieuwe druk (de vorige

VR 2022/51 Naar een strengere aanpak van rijden onder invloed – op de juiste weg?

Artikel
VR 2022/51 Naar een strengere aanpak van rijden onder invloed – op de juiste weg? Mr. E.R. Rensen * * Medewerker bij het Wetenschappelijk Bureau (sectie straf) van de Hoge Raad der Nederlanden. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel. Inleiding Rijden onder invloed van alcohol is een terugkerend thema in de politiek als het gaat om het verbeteren van de verkeersveiligheid. 1) Hoeveel invloed alcohol heeft op het aantal ongevallen in het verkeer, is niet exact vast te stellen. 2) Naar schatting leidde rijden onder invloed van alcohol in 2015 tot een aantal van 75 tot 140 verkeersdoden

VR 2021/134 De reële mogelijkheid tot staandehouding: voor elk wat wils?

Artikel
VR 2021/134 De reële mogelijkheid tot staandehouding: voor elk wat wils? De rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over het (on)terecht afzien van staandehouding in ‘mulderzaken’ Mr. I.N.D.J. (Indy) Rissema * * Wetenschappelijk docent rechtsgeleerdheid aan de Erasmus School of Law in Rotterdam en vanuit zijn onderneming Bezwaartegenverkeersboetes.nl werkzaam als professioneel gemachtigde in WAHV-zaken. 1. Inleiding Waar de praktijk rondom de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (hierna: Wahv) voor een belangrijk deel wordt beheerst door hard and fast rules

VR 2021/088 Herstelrecht en mediation in verkeersstrafzaken

Artikel
VR 2021/88 Herstelrecht en mediation in verkeersstrafzaken Prof. mr. Jacques Claessen * & Marlène Panis ** * Bijzonder hoogleraar herstelrecht en universitair hoofddocent strafrecht aan de Universiteit Maastricht en rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank Limburg. ** Mediator in strafzaken. De auteurs willen Hans Nijhout bedanken voor zijn meedenken bij en meelezen van dit artikel. 1. Inleiding Herstelrecht beleeft een opmars in Nederland. Herstelrecht kan worden omschreven als ‘Het handhaven van het recht door het herstellen van de schade die is veroorzaakt door een (vermoedelijk) strafbaar

VR 2021/29 Bestraffing van zware verkeersmisdrijven in België

Artikel
VR 2021/29 Bestraffing van zware verkeersmisdrijven in België Luc Brewaeys * * Rechter in de politierechtbank te Vilvoorde. 1. Inleiding De straffen die in België van toepassing zijn voor verkeersmisdrijven, staan opgenomen in de Wet betreffende de politie over het wegverkeer, afgekort WPW. 1) Met de bedoeling de verkeersveiligheid te verbeteren en het aantal verkeersdoden terug te dringen, werden de straffen op zware verkeersmisdrijven aanzienlijk verzwaard. Dit gebeurde door de wetten van 9 maart 2014 2) en 6 maart 2018 3). In deze bijdrage zullen de belangrijkste onderdelen van deze twee

VR 2020/129 Opzetheling. Bewijs.

Jurisprudentie
Gelet op het vluchtgedrag van verdachte en de omstandigheid dat hij - zoals kan worden afgeleid uit hetgeen hij ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verklaard - niet in het bezit was van het kentekenbewijs van de auto, gaat het hof er vanuit dat de verdachte wist dat de auto van misdrijf afkomstig was. Het hof gaat er voorts vanuit dat die wetenschap bij de verdachte reeds bestond op het moment van het voorhanden krijgen van de auto, nu aanwijzingen ontbreken dat de wetenschap van de herkomst uit misdrijf pas is ontstaan na het voorhanden krijgen van de auto.