Datum uitgave: 
              
          
VR 2020/61 Inhalen. Doorgetrokken streep.
  Het bepaalde in artikel 62 van het RVV 1990 in verbinding met artikel 76 van het RVV 1990 houdt een absoluut verbod in. De enkele omstandigheid dat de doorgetrokken streep is overschreden, is dan ook voldoende voor de vaststelling van de gedraging. Er is derhalve geen uitzondering van toepassing op dit verbod, ook niet als de doorgetrokken streep korter is dan voorgeschreven in artikel 2, vierde lid, van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens. Het is vaste rechtspraak van dit hof dat de bepalingen in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de
        
VR 2020/62 Digitale handhaving. Geslotenverklaring.
  Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “handelen in strijd met geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen; bord C12/20”.In bijlage L van de Beleidsregels, zoals die ten tijde van de oplegging van de sanctie luidde, is het toepasselijk kader opgenomen voor, zoals hier, digitale handhaving door buitengewoon opsporingsambtenaren op categorie C borden. Als voorwaarde waaraan bij de uitoefening van de bevoegdheid voldaan moet worden, staat daarin onder meer vermeld dat het C-bord zichtbaar op de foto moet
        
VR 2020/63 Toedracht van het ongeval en zorgplicht assurantietussenpersoon.
  Het slachtoffer van een fietsongeval spreekt de ouders van de minderjarige veroorzaker van het ongeval aan. Zij verschillen van mening over de toedracht van het ongeval. Het hof acht de toedracht zoals gesteld door het slachtoffer voorshands bewezen. Het hof staat het de ouders van de minderjarige veroorzaker van het ongeval toe om tegenbewijs te leveren. In de tweede plaats stellen de ouders van de minderjarige veroorzaker van het ongeval dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden door geen aansprakelijkheidsverzekering voor het gezin af te sluiten, terwijl hij de
        
VR 2020/64 Eigen schuld en verplicht verwijderen persoonsgegevens uit het Interne Verwijzingsregister van verzekeraar?
  Eiser is betrokken geraakt bij een aanrijding met een auto bestuurd door naam 1, hierna: X, wier auto verzekerd was bij Allianz. Eiser reed op de rotonde en is tegen de linker voorzijde van de van rechts komende auto van X aangereden. De door X bestuurde auto bevond zich op het moment van de botsing met de voorwielen en het linkerachterwiel voorbij de op het wegdek aangebrachte haaientanden en stond stil kort voordat eiser daar tegenaan reed. De auto van eiser bevond zich ten tijde van de botsing met het linkerachterwiel op de linkerrijstrook van de rotonde en voor het overige op de
        
VR 2020/65 Verzekeringnemer en autobestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor uitgekeerd bedrag van verzekeraar aan benadeelde.
  In juli 2014 heeft gedaagde 1 (hierna: verkoper) een auto verkocht en geleverd aan gedaagde 2 (hierna: koper). Verkoper heeft bij AIG een verzekering afgesloten die ten aanzien van zijn auto de wettelijke aansprakelijkheid dekt. De verkoper heeft na de verkoop en levering van de auto het verzekeringsbewijs in strijd met art. 12 van de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (LAM) niet bij de verzekeraar ingeleverd. Evenmin heeft de koper een nieuwe verzekering afgesloten die ten aanzien van de auto de wettelijke aansprakelijkheid dekt, conform art. 2 van de LAM. Nadat de