Verkeersrecht 2020-1

Editie
Datum uitgave: 

VR 2020/15 Rijden onder invloed. Recidive. Beoordeling rijvaardigheid.Ontvankelijkheid in de vervolging.

Jurisprudentie
Op zich levert het feit dat een bestuurder zich zowel bestuursrechtelijk aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid door het CBR moet onderwerpen als strafrechtelijk wordt vervolgd, geen vervolgingsbeletsel op. In casu is echter het onderzoek naar de rijgeschiktheid al geheel succesvol afgerond voordat het Openbaar Ministerie besluit tot vervolging dan wel deze voortzet, terwijl daarbij vaststaat dat die vervolging van rechtswege zal leiden tot verval van de geldigheid van het rijbewijs zonder dat daarbij door het Openbaar Ministerie of de rechter rekening kan worden gehouden met de

VR 2020/16 Verzekeringsrecht; directe actie; reikwijdte uitzondering op meldingsvereiste.

Jurisprudentie
Op 20 juli 2009 is eiser een arbeidsongeval overkomen, waarbij hij blijvend ernstig letsel heeft opgelopen. Eiser spreekt op 5 november 2010 zijn (materiële) werkgever aan voor deze schade, maar deze blijkt failliet te zijn verklaard op 12 mei 2010. Ten tijde van het ongeval was de werkgever tegen aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea. De aansprakelijkheidsverzekering is door het faillissement geëindigd. Eiser spreekt Achmea aan op grond van een directe actie (art. 7:954 lid 1 BW). Achmea weigert echter uitkering, omdat de werkgever het ongeval niet heeft gemeld, hetgeen voor een directe

VR 2020/17 50% eigen schuld slachtoffer ongeval botsing tussen fietsers nabij pont over het IJ.

Jurisprudentie
Op 28 november 2013 zijn geïntimeerde en appellant betrokken geraakt bij een ongeval. Geïntimeerde haalde appellant aan diens linkerzijde in terwijl appellant al fietsend naar links bewoog. Partijen raakten elkaar en geïntimeerde kwam ten val. In eerste aanleg vorderde geïntimeerde op grond van art. 6:162 BW een verklaring voor recht dat appellant aansprakelijk is voor de schade die geïntimeerde heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden als gevolg van de aanrijding en een veroordeling van appellant tot betaling aan geïntimeerde van de schade, nader op te maken bij staat. Bij het bestreden

VR 2020/18 Overheidsaansprakelijkheid; geen schadevergoeding wegens onverbindende regeling over alcoholslotprogramma.

Jurisprudentie
Op 1 januari 2013 is appellant aangehouden wegens rijden onder invloed. Zijn rijbewijs is toen ingevorderd. Bij besluit van 14 januari 2013 (het Besluit) heeft het CBR het rijbewijs van appellant ongeldig verklaard en appellant verplicht om aan het alcoholslotprogramma (ASP) deel te nemen om weer in het bezit van een geldig rijbewijs te komen. Dit Besluit was gebaseerd op art. 17 lid 1 Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 (de Regeling). Appellant heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit Besluit, waardoor het Besluit formele rechtskracht heeft gekregen. Appellant heeft

VR 2020/19 Botsing tussen opgevoerde snorfiets en auto; eigen schuld; billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Op 14 augustus 2017 is gedaagde met zijn auto uit een uitrit een fietspad opgereden. Op dat moment kwam eiser van links op het fietspad aangereden met een snorfiets. Toen eiser de auto van gedaagde opmerkte, heeft hij geremd. Daarbij is hij, zonder de auto te raken, ten val gekomen. Als gevolg van het ongeval heeft eiser letsel opgelopen en is de snorfiets beschadigd. De snorfiets was opgevoerd en kon volgens een rollerbankmeting 57 km per uur rijden. Eiser is zzp'er en is door het ongeval volledig arbeidsongeschikt geweest. Hij heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Achmea heeft als