Datum uitgave: 
              
          
VR 2018/159 Dood door schuld? Aanmerkelijke schuld? Gevaar. Dode hoek.
  De verdachte is linksaf afgeslagen en heeft daarbij de weghelft van het tegemoetkomende verkeer gekruist. Hierbij heeft verdachte verzuimd slachtoffer S, motorrijder, voor te laten gaan. Daarmee heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het niet verlenen van voorrang, zoals bedoeld in artikel 18.1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De verdachte heeft verklaard het slachtoffer niet te hebben gezien, mogelijk vanwege de (rechter) A-stijl, de voorste dakstijl tussen de voorruit en de voorportieren, in de auto.Er valt niet vast te stellen dat verdachte direct voorafgaand,
 of
        
        VR 2018/160 Shaken baby; uitleg opzetclausule in AVP; maatschappelijke
functie. 
      
        
  
  
                In januari 2008 heeft verweerder zijn destijds 5 maanden oude zoontje meermalen met kracht door elkaar geschud. Als gevolg daarvan is een zgn. 'shaken baby syndroom' ontstaan. In deze procedure staat de vraag centraal of Reaal (de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder) dekking voor de aansprakelijkheid van verweerder kan weigeren met een beroep op de zgn. opzetclausule. De Hoge Raad zet vooraf, in het belang van de
 rechtseenheid, uitgebreid uiteen hoe een beroep op de opzetclausule moet worden
 beoordeeld. Daarbij is met name van belang dat het Verbond van Verzekeraars de
        
VR 2018/161 (Mede)aansprakelijkheid voor verkeersongeval.
  Op 7 april 2013 heeft omstreeks 18.20 uur een aanrijding plaatsgevonden waarbij appellant als bestuurder van een bestelwagen en geïntimeerde als bestuurder van een bromfiets betrokken waren. Geïntimeerde heeft daarbij letsel opgelopen. De weg waarop het ongeval plaatsvond is een fietsstraat met een bochtig verloop alwaar een adviessnelheid van 30 km/u geldt. De weg was verdeeld in twee weghelften door middel van een dubbele onderbroken stippellijn. Appellante is de aansprakelijkheidsverzekeraar van appellant. Met de grieven I tot en met II leggen appellant en
 appellante de vraag of appellant
        
        VR 2018/162 Aansprakelijkheid wegbeheerder; wegwerkzaamheden; voldoende
maatregelen. 
      
        
  
  
                In juli 2015 was in Rijswijk een gedeelte van de Haagweg opgebroken in verband met wegwerkzaamheden. Er was sprake van een gat in de weg van ca. 20 cm diep. Eiser is op de fiets met hoge snelheid dit gat ingereden, over het stuur van zijn fiets gelanceerd en met zijn hoofd tegen het uitgehakte deel van het asfalt aangekomen. Hij heeft daarbij onder meer ernstig hersenletsel opgelopen. Hij beschikt niet over een ziektekostenverzekering; in verband met zijn behandeling is ruim € 88.000,- in rekening gebracht. Eiser stelt de gemeente Rijswijk aansprakelijk op grond van
 art. 6:174 juncto 6:162 BW
        
        VR 2018/163 Verkeersongeval. Eigenaar wist dat bestuurder niet over
geldig rijbewijs beschikte. Geslaagd beroep op uitsluitingsclausule
polisvoorwaarden? 
      
        
  
  
                Op 29 april 2008 vond een verkeersongeval plaats. Bestuurder van de auto was de toenmalig echtgenoot (gedaagde in vrijwaring) van gedaagde. De bestuurder beschikte op dat moment niet over een geldig in Aruba uitgegeven rijbewijs. Ten tijde van het ongeval was de auto op naam van gedaagde verzekerd bij Citizens. Door het ongeval veroorzaakte schade aan de auto van een derde is door Citizens aan die persoon vergoed. In art. 12 van de polisvoorwaarden van Citizens wordt schade die is veroorzaakt door een bestuurder die niet in het bezit is van een geldig rijbewijs uitgesloten van