Zoeken

37 resultaten gevonden

  1. VR 2025/24 Aanrijding tussen speed-pedelec en voetganger. Civiele aansprakelijkheid. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 7 juni 2023 vond een ongeval plaats bij het treinstation in Duiven tussen voetganger X en fietser A op een elektrische mountainbike. X liep vanaf het station en wilde het plein oversteken, terwijl A met een snelheid van ongeveer 30 km/u vanuit een fietspad het plein op fietste. Beiden kwamen door de botsing ten val. X liep een gebroken schouder op, waarvoor zij later een schouderprothese kreeg. De elektrische fiets van A veroorzaakte een geschil over de verzekering. Zijn aansprakelijkheidsverzekeraar (Achmea) weigerde dekking, omdat de fiets sneller kon dan 25 km/u, wat niet onder de polis

  2. VR 2025/28 Artikel 6 WVW 1994. Verkeersongeval met dodelijke afloop. Roekeloos rijgedrag.

    Jurisprudentie

    Het hof acht bewezen dat verdachte als bestuurder van een personenauto een verkeersongeval heeft veroorzaakt door roekeloos te rijden. Hij overschreed een dubbele doorgetrokken streep, reed met een hogere snelheid dan was verantwoord gezien de weersomstandigheden en heeft een andere auto aangereden. Hierbij is de passagier om het leven gekomen en heeft de bestuurder zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 5 jaren. Verdachte toonde eerder

  3. VR 2025/29 Artikel 6 WVW 1994. Opzettelijk in ernstige mate schenden meerdere verkeersregels. Rijden onder invloed van alcohol. Overlijden fietser. Geslaagde mediation.

    Jurisprudentie

    De verdachte reed, na alcohol te hebben gedronken, met een huurscooter van Amsterdam Centraal Station naar het Rembrandtplein. Hij negeerde daarbij verkeersborden, reed in een voetgangersgebied en filmde met zijn telefoon. Bij het Muntplein botste hij tegen een fietser, die ter plaatse overleed. De verdachte verliet de plaats van het ongeval en werd later aangehouden in Breda. Zijn bloedalcoholgehalte was significant hoger dan toegestaan. Het gedrag van de verdachte is aanmerkelijk onvoorzichtig geweest. De rechtbank stelt vast dat de verdachte bewust de verkeersregels heeft geschonden en

  4. VR 2025/30 Artikel 6 WVW 1994 met dodelijke afloop. Botsing met achterlangs lopend slachtoffer bij achteruitrijden. Uitkomst mediation meegewogen bij bepaling straf.

    Jurisprudentie

    De verdachte stond met zijn bestelauto geparkeerd bij de ingang van een appartementencomplex om een pakketje af te leveren. Na het bezorgen van het pakketje reed hij ongeveer 50 meter achteruit in een poging om het terrein te verlaten. Tegelijkertijd liep het slachtoffer achter de bestelauto langs, waardoor zij werd geraakt, ten val kwam en werd overreden. Als gevolg hiervan is het slachtoffer om het leven gekomen. De rechtbank constateert dat de verdachte bij het uitvoeren van de bijzondere manoeuvre het slachtoffer voorrang had moeten verlenen en derhalve een ernstige verkeersfout heeft

  5. VR 2025/31 Tramongeval met voetganger. Aansprakelijkheid werkgever van trambestuurder.

    Jurisprudentie

    Op 15 december 2014 werd appellante als voetganger aangereden door een tram van HTM in Den Haag. Zij stak de tramrails over zonder te kijken. Ze raakte ernstig gewond en werd later volledig arbeidsongeschikt verklaard. HTM wees volledige aansprakelijkheid af, maar bood aan om 60% van de schade te vergoeden. Appellante weigerde dit aanbod. De trambestuurder verklaarde dat de tram niet op tijd kon stoppen en dat de voetganger waarschijnlijk door rood licht liep. Haar zicht werd mogelijk belemmerd door een paraplu. Deze feiten staan vast en worden in hoger beroep niet betwist. Eerder oordeelde de

  6. VR 2025/32 Schadevergoeding. Opvolgende persoonlijke onderzoeken. Onrechtmatig verkregen bewijs.

    Jurisprudentie

    Op 29 september 2015 werd X van achteren aangereden door een auto. Aegon, de WAM-verzekeraar van de autobestuurder die X aanreed, had de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. X was vijf jaar lang in loondienst werkzaam als technisch adviseur c.q. rayonleider voordat hij in 2005 zelfstandig ondernemer in de spuitmachinebranche was geworden. Na het ongeval werkte hij ondanks medische beperkingen 15-20 uur per week. Anonieme tips over mogelijke fraude leidden niet tot onderzoek. In latere jaren ontving X leningen en waren er re-integratiepogingen. Er ontstonden financiële en medische

  7. VR 2025/33 Forse overtreding maximumsnelheid. Eigen schuld. Causaliteitsverdeling.

    Jurisprudentie

    Op 6 januari 2023 vond op de Nieuweweg in Valkenburg een botsing plaats tussen twee auto’s. De Volvo van A draaide stapvoets uit een hoteluitrit en werd door de Volkswagen Golf van X aangereden. X reed met 110 km/u, terwijl de maximumsnelheid 50 km/u was. A verklaarde dat hij beperkt zicht had en de Golf niet tijdig zag. Aanvankelijk zei X 50 à 60 km/u te rijden, maar de gegevens toonden een snelheid van 110 km/u aan. Getuigen bevestigden dat A stapvoets reed en dat de snelheid van X te hoog was. De politie concludeerde dat de hoge snelheid van X en het niet verlenen van voorrang door A de

  8. VR 2025/34 Letsel na val kunstmatige skibaan. Onrechtmatige gevaarzetting. Schending zorgplicht.

    Jurisprudentie

    A is een indoor skicentrum met een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering bij Interpolis. In hun algemene voorwaarden staat dat skiën risico’s met zich meebrengt en dat het dragen van een helm wordt aanbevolen, vooral voor kinderen en snowboarders. Blessures zijn voor eigen risico. X volgde van 2016 tot 2019 meerdere skilessen bij A, waarbij hij geen helm droeg. Tijdens een skiles in 2019 verloor X zijn balans en viel hij met zijn hoofd op de skimat of de achterrol van de skimat. De skibaan draaide toen met een snelheid van 17 km/u. De skileraar drukte meteen op de noodstop, maar X raakte

  9. VR 2025/38 Vervallenverklaring tenaamstelling. Verlies geldigheid kentekenbewijs.

    Jurisprudentie

    De uitspraak betreft een geschil tussen AVB Roosendaal en de RDW over de vervallenverklaring van de tenaamstelling van een voertuig vanwege twijfels over de identiteit na schadeherstel. Het voertuig was hersteld met onderdelen van een donorvoertuig, waardoor de RDW concludeerde dat het een samengesteld voertuig was als bedoeld in de Regeling voertuigen. Zo bepaalt het grootste deel van de carrosserie de identiteit van het voertuig. Omdat de achterzijde van het voertuig afkomstig was van een ander voertuig en dit het grootste deel van de carrosserie vormde, werd vastgesteld dat het VIN

  10. VR 2025/39 Ongeldig verklaard rijbewijs vanwege onjuist verstrekte gegevens op het aanvraagformulier.

    Jurisprudentie

    Het rijbewijs van betrokkene is door Poolse autoriteiten ingenomen. Vervolgens heeft betrokkene een vervangend rijbewijs aangevraagd. Op het aanvraagformulier heeft betrokkene ingevuld dat hij zijn rijbewijs 'verloren' was. Het op basis van deze verklaring verstrekte rijbewijs is vervolgens ongeldig verklaard door de burgemeester aangezien het rijbewijs niet zou zijn verstrekt indien hem de ware feitelijke toedracht bekend zou zijn geweest. Artikel 124 lid 1 aanhef en onder a Wegenverkeerswet 1994 is dwingend geformuleerd en kent geen ruimte voor een belangenafweging. Daarnaast gaat het om een

  11. VR 2025/40 Proceskostenvergoeding. Verminderingsfactoren. Overgangsrecht.

    Jurisprudentie

    Het hoger beroep van de betrokkene is niet-ontvankelijk verklaard door een gebrek aan belang bij een inhoudelijke beoordeling, nu de inleidende beschikking houdende de administratieve sanctie is vernietigd. De toe te kennen proceskostenvergoeding dient te worden berekend aan de hand van artikel 13a Wahv. Door een wetswijziging bepaalt artikel 13a lid 2 Wahv sinds 1 januari 2024 dat de op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht toe te kennen vergoeding wordt vermenigvuldigd met factor 0,25 indien de bestreden administratieve sanctie wordt vernietigd of het sanctiebedrag wordt gewijzigd

  12. VR 2025/41 Het uitzicht belemmerende onnodige voorwerpen. Smartphone en navigatiesysteem bevestigd op de voorruit.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het voorzien van uitzicht belemmerende onnodige voorwerpen aan de voorruit. Het zou daarbij gaan om een smartphone en een navigatiesysteem die middels houders op het raam zijn bevestigd. Volgens de gemachtigde van de betrokkene valt niet in te zien dat de voorwerpen het zicht dusdanig belemmeren dat sprake is van gevaarlijk weggebruik. Eveneens zouden dit geen onnodige voorwerpen zijn. Op foto's in het dossier is te zien dat de apparaten zich in het midden van de voorruit bevinden in houders die op het raam zijn gemonteerd. Naar het

  13. VR 2025/42 Deskundige. Fair trial. Art. 6 WVW 1994.

    Jurisprudentie

    Verdachte is veroordeeld voor art. 6 WVW 1994. In hoger beroep voert hij aan dat er een schending van art. 6 EVRM zou hebben plaatsgevonden wegens de betrokkenheid van een deskundige bij een rapport die (mede) ten grondslag ligt aan zijn veroordeling. De deskundige zou namelijk betrokken zijn geweest bij het politieonderzoek naar het strafbare feit alvorens hij het deskundigenrapport heeft geschreven. Het hof oordeelt dat er geen schending is van art. 6 EVRM aangezien er zowel door de politie als door het NFI onderzoek gedaan is naar het strafbare feit, meerdere deskundigen aan het NFI-rapport

  14. VR 2025/43 Verzekeringsrecht. Uitleg polisbepaling. Beperkende werking redelijkheid en billijkheid.

    Jurisprudentie

    Een manegehouder organiseert bosritten waarbij deelnemers tegen betaling en onder begeleiding van een medewerker een rit op hun paarden maken. In april 2018 was tijdens zo’n bosrit een deelnemer van haar paard gevallen. Zij heeft hierbij ernstig letsel opgelopen. De deelnemer heeft de manegehouder aansprakelijk gesteld voor haar schade. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de manegehouder, NN, heeft een clausule in de verzekeringspolis die vereist dat de verhuur van rijpaarden alleen gedekt is onder specifieke voorwaarden. In dit vrijwaringsgeding stelt de manegehouder dat het schadevoorval

  15. VR 2025/44 Aanrijding. Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid. Geen eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 27 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats op een kruising bij een luchthaven tussen een autotransporter van X BV en een vrachtwagen van Sita Recycling. De autotransporter reed de kruising op om linksaf te slaan en bevond zich op de rechterstrook. De vrachtwagen kwam van rechts de kruising opgereden met groen licht. Door wachtende vrachtwagens hadden beide bestuurders slecht zicht op kruisend verkeer, waardoor de voertuigen elkaar raakten. Een getuige verklaarde dat de vrachtwagen van Sita groen licht had, maar slecht anticipeerde en rechts inhaalde met ongeveer 40-45 km/u. Een

  16. VR 2025/45 Deelgeschil. Personenschade. Voordeelstoerekening. Arbeidsongeschiktheidsverzekering.

    Jurisprudentie

    In 2015 boekte X een rondreis door Mexico bij Djoser B.V. Tijdens de reis vond een ongeval plaats waarbij de bus waarin X zat tegen een geparkeerde vrachtwagen botste. Hierdoor liep X meerdere verwondingen op. Amlin, de verzekeraar van Djoser B.V., erkende aansprakelijkheid voor de schade die X hierdoor leed. Op het moment van het ongeval werkte X in het VieCuri Ziekenhuis en raakte zij door het ongeval arbeidsongeschikt. X had sinds 1 juni 2009 een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) bij Movir, waarop zij na het ongeval een beroep deed. Movir keerde uit op basis van een

  17. VR 2025/46 Deelgeschil. Aanrijding auto-fietser. Toepassing 50%-regel.

    Jurisprudentie

    Op 13 september 2020 vond in Rotterdam een botsing plaats tussen fietser X en een auto die bestuurd werd door A. X reed op zijn racefiets rechtdoor, terwijl A met zijn auto linksaf sloeg. De fietser botste tegen de rechterachterkant van de auto en raakte hierbij gewond. Beide bestuurders stonden voor een rood licht voordat ze de kruising opreden. Toen het groen werd, trokken zowel A als bestuurder B op. B verklaarde dat A agressief en snel reed. Ook heeft B bevestigd dat X tegen de achterkant van de auto reed. Voorts had B het vermoeden dat de fietser door rood licht was gegaan. In een

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!