Zoeken

61 resultaten gevonden

  1. VR 2024/41 Onderzoek naar de rijgeschiktheid. Rijden onder invloed van verdovende middelen. Weigeren medewerking te verlenen aan speekseltest en bloedonderzoek.

    Jurisprudentie

    De verzoeker is door drie politieagenten geobserveerd bij het distributiecentrum waar hij werkt, vanwege een openstaande boete. Nadat de verzoeker het parkeerterrein op kwam rijden, spraken de agenten hem aan. De agenten zagen dat hij traag sprak, lome bewegingen maakte en waterige, lichtrood doorlopen ogen had. De agenten troffen daarnaast verdovende middelen aan in zijn voertuig. De verzoeker weigerde vervolgens zijn medewerking te verlenen aan een speekseltest en een bloedonderzoek. Het CBR heeft daarop een onderzoek naar het drugsgebruik van de verzoeker opgelegd. Volgens de rechtbank

  2. VR 2024/42 Ongeldig verklaard rijbewijs vanwege verslavingsproblematiek.

    Jurisprudentie

    Het CBR heeft het rijbewijs van de betrokkene ongeldig verklaard vanwege verslavingsproblematiek. Hiertegen is de betrokkene in beroep en hoger beroep gegaan. Hierbij komt hij op tegen het psychiatrische rapport dat ten grondslag ligt aan de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Volgens de rechtbank en de Raad van State is het rapport voldoende onderbouwd. De psychiater ondersteunt zijn diagnoses met aanwijzingen die uit verklaringen van de verdachte zelf volgen, waaronder de opname in een verslavingskliniek.

  3. VR 2024/43 Ongeldigverklaring rijbewijs, drugsmisbruik in ruime zin, psychiatrisch rapport.

    Jurisprudentie

    Wederpartij werd verplicht mee te werken aan een psychiatrisch onderzoek naar zijn drugsgebruik nadat de politie had geconstateerd dat hij onder invloed van cannabis een auto had bestuurd. De psychiater heeft in het psychiatrisch rapport de diagnose drugsmisbruik gesteld. Op basis van deze diagnose achtte het CBR de wederpartij ongeschikt om een voertuig te besturen en verklaarde zijn rijbewijs ongeldig. De diagnose was gebaseerd op de aanwezigheid van opiaten in de urine en de eigen verklaringen van wederpartij. In zijn bezwaarschrift heeft wederpartij een aannemelijke medische verklaring

  4. VR 2024/44 Parkeren op parkeergelegenheid bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen. Laadpaal buiten werking. Aangewezen doel parkeerplek.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een parkeergelegenheid die bestemd is voor het opladen van elektrische voertuigen. De gemachtigde van de betrokkene stelt dat de laadpaal al maanden buiten werking was en ook niet kon worden gerepareerd. De betrokkene heeft er vervolgens voor gekozen om alsnog te parkeren op de parkeerplek, zonder zijn voertuig op te laden. De stelling van de ambtenaar dat andere bestuurders door de betrokkene hun voertuig niet konden opladen, zou derhalve onjuist zijn. Naar het oordeel van het hof hebben de aangevoerde

  5. VR 2024/45 Kentekenaansprakelijkheid deelscooter.

    Jurisprudentie

    Aan het deelscooterbedrijf 'Check' is een sanctie opgelegd in het kader van overtreding van de Wahv vanwege een verkeerd geparkeerde bromfiets. Tegen deze sanctie is door Check beroep ingesteld. Volgens Check is zij niet aansprakelijk als kentekenhouder aangezien de scooter ten tijde van de gedraging nog was verhuurd. Volgens de algemene voorwaarden van Check eindigt de huurovereenkomst pas wanneer de scooter correct is geparkeerd. Op basis hiervan meent Check dat de beschikking dient te worden vernietigd op grond van art. 8 sub b Wahv. De kantonrechter overweegt dat deze conclusie niet volgt

  6. VR 2024/46 Kentekenaansprakelijkheid deelscooter.

    Jurisprudentie

    Aan het deelscooterbedrijf 'Felyx' is een sanctie opgelegd in het kader van overtreding van de Wahv vanwege een verkeerd geparkeerde bromfiets. Tegen deze sanctie is door Felyx beroep ingesteld. Volgens Felyx is zij niet aansprakelijk als kentekenhouder aangezien de scooter ten tijde van de gedraging nog was verhuurd. Volgens de algemene voorwaarden van Felyx eindigt de huurovereenkomst pas wanneer de scooter correct is geparkeerd. Ingevolge hiervan meent Felyx dat de beschikking dient te worden vernietigd op grond van art. 8 sub b Wahv. De kantonrechter overweegt dat aangezien Felyx enkel

  7. VR 2024/47 Veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. Roekeloosheid. Rijden onder invloed. Verlaten van plaats van ongeval.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft onder invloed van alcohol een verkeersongeval veroorzaakt waarbij hij met hoge snelheid op het voertuig van het slachtoffer is ingereden. Het slachtoffer was op slag dood. De verdachte is - nadat hij constateerde dat hij het slachtoffer niet meer kon helpen - gevlucht van de plaats van het ongeval. Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij zich vanwege het drinken van teveel alcohol weinig van de aanrijding kan herinneren. Uit gegevens van de verkeersregel-installatie blijkt dat de verdachte een rood licht heeft genegeerd en het slachtoffer een groen licht had toen

  8. VR 2024/48 Mediation. Strafoplegging. Art. 6 WVW 1994.

    Jurisprudentie

    Verdachte heeft met zijn auto een fietser aangereden die als gevolg van het ongeval zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De verdachte verkeerde tijdens het ongeval onder de invloed van alcohol en overschreed de toegestane maximale snelheid. De straf die verdachte opgelegd krijgt is in hoger beroep lager dan in eerste aanleg, vanwege een succesvol afgerond mediation traject (art. 51h lid 2 Sv).

  9. VR 2024/49 Doodslag in het verkeer, meermalen gepleegd. Rijden onder invloed. Grove overschrijding snelheidslimiet. Filmen van eigen verkeersovertredingen.

    Jurisprudentie

    De verdachte wordt verweten dat hij onder invloed van alcohol met hoge snelheid achterop een auto is gebotst waarbij alle vier de inzittenden van dat voertuig om het leven zijn gekomen. In het bloed van de verdachte is een alcoholpercentage van drie keer de toegestane hoeveelheid aangetroffen. Daarnaast volgt uit de gegevens van de Event Data Recorder van zijn voertuig dat de verdachte in de periode voor het ongeval een minimale snelheid van 225 kilometer per uur heeft gereden, waar 130 kilometer per uur was toegestaan. Verder heeft de verdachte tot kort voor het ongeval beeld- en

  10. VR 2024/50 Letselschade. Auto-ongeval. Gebondenheid aan rapportages deskundigen.

    Jurisprudentie

    Op 4 juni 2003 werd eiser van achter aangereden door een bij ASR verzekerde automobilist, waardoor hij in de sloot belandde. ASR heeft de aansprakelijkheid erkend en er werd een expertisetraject gestart. In 2008 werd een psychiatrische expertise uitgevoerd en de opvolgende twee jaren onderging eiser verschillende behandelingen en onderzoeken. In 2011 werd op verzoek van eiser een deskundige benoemd en werd er een rapportage opgesteld. Vanwege onenigheid over de schaderegeling zijn in januari 2013 afspraken gemaakt voor een arbeidsdeskundigenonderzoek. De arbeidsdeskundige concludeerde dat

  11. VR 2024/51 WAM-verzekeraar verhaalt schade op verzekerde voor weigering bloedproef.

    Jurisprudentie

    Gedaagde is de eigenaar van een Ford Focus en heeft een WAM-verzekering bij Achmea. Op 28 juli 2018 veroorzaakte hij schade aan drie auto's. Na een positieve speekseltest nam de politie hem mee om een bloedproef af te nemen, maar deze is uiteindelijk niet afgenomen. De eigenaar en de verzekeraar van twee beschadigde auto’s hebben Achmea aansprakelijk gesteld voor de schade. Achmea heeft in totaal een bedrag van € 4.518,14 aan hen vergoed. Op 16 oktober 2018 informeerde Achmea gedaagde schriftelijk dat deze schade niet gedekt was, omdat hij een bloedproef geweigerd had en verzocht hem om het

  12. VR 2024/52 Verkeersongeval tussen scooter en auto. Onrechtmatige daad. Rijden onder invloed. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 20 juli 2022 vond er een aanrijding plaats in Dordrecht tussen een snorfiets bestuurd door A (verzoekster 1) met passagier B (verzoekster 2) en een personenauto bestuurd door C. Getuigenverklaringen variëren over de snelheid van de voertuigen en de toedracht van het ongeval. A beweert een normale snelheid te hebben gereden, terwijl een getuige schat dat de personenauto tussen de 40 en 45 km/u reed. De aanrijding resulteerde in letsel voor A en B, die beiden hun linker enkel braken en nu (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Univé, de verzekeraar van de personenauto, heeft aansprakelijkheid

  13. VR 2024/53 Verkeersongeval. Eigen schuld door onjuist dragen gordel. Rol lachgasgebruik bestuurder.

    Jurisprudentie

    Op 15 april 2019 raakte verzoekster als passagier betrokken bij een eenzijdig verkeersongeval, waarbij de bestuurder de controle over de auto verloor en in het water belandde. Verzoekster liep ernstig letsel op. Na het ongeval meldde zij zich ziek en ontving zij een Ziektewet-uitkering, gevolgd door een WIA-uitkering. De bestuurder werd strafrechtelijk veroordeeld vanwege het gebruik van lachgas tijdens het rijden. Verzoekster stelt dat Nationale Nederlanden (NN), de WAM-verzekeraar van de auto, volledig aansprakelijk is voor haar schade en beroept zich op de Schuldloze Derden-Regeling

  14. VR 2024/54 Het onderscheid tussen bedrijfsfouten in de rechtspraak en onrechtmatige rechtspraak

    Artikel
    In november 2023 verdedigde ik mijn proefschrift over de historische ontwikkeling van aansprakelijkheid voor onrechtmatige rechtspraak. Dit artikel gaat in op een aspect van aansprakelijkheid voor rechtspraak dat in het proefschrift kort aan de orde is gekomen: het onderscheid tussen schade die rechters kunnen veroorzaken door bedrijfsfouten en schade die het gevolg is van een rechterlijke uitspraak. Rechtspraak valt in beginsel buiten de sfeer van aansprakelijkheid. Specifieke, strenge criteria gelden om vast te stellen of rechtspraak onrechtmatig is. Deze komen erop neer dat een daad van rechtspraak niet snel onrechtmatig geacht wordt.
  15. VR 2024/55 Procesfonds voor collectieve acties… en de rechterlijke macht dan?

    Column
    Sinds de introductie van de WAMCA op 1 januari 2020 staat procesfinanciering weer volop in de belangstelling. Voor degenen die dat gemist hebben: deze wet maakt de collectieve vordering van schadevergoeding mogelijk en neemt als uitgangspunt dat commerciële procesfinanciering daarbij een nuttige rol kan vervullen. Daarmee liep Nederland voorop in Europa. Veel lidstaten moesten voor het eerst serieus nadenken over de fundamentele keuzes die gemaakt moeten worden bij het ontwerp van een collectieve actie-regeling naar aanleiding van de implementatie van de Richtlijn (EU) 2020/1828 betreffende representatieve vorderingen (de “Richtlijn”). Deze moest per 25 juni 2023 geïmplementeerd zijn, maar volgens een vertegenwoordiger van de Europese Commissie had slechts 50% van de lidstaten dat tijdig gedaan.
  16. VR 2024/56 Eenzijdig auto-ongeval, uitsluiting motorrijtuigrisico in polis, goed werkgeverschap.

    Jurisprudentie

    X en Y zijn vennoten van pizzeria Mussie met bezorgservice. A (appellant) bezorgde in de weekenden pizza's voor Mussie met een auto van het bedrijf. Op 18 maart 2018 raakte hij ernstig gewond bij een eenzijdig auto-ongeval tijdens het bezorgen van pizza’s. De auto is verzekerd bij Goudse voor wettelijke aansprakelijkheid en Mussie heeft een AVB-verzekering bij Goudse. A heeft Mussie aansprakelijk gesteld, maar ze hebben dit niet erkend. Goudse wees de claim af vanwege uitsluiting van schade door motorvoertuigen in de AVB. De kantonrechter wees de vorderingen af vanwege het ontbreken van een

  17. VR 2024/57 Subrogatie. Zelfstandig wettelijk regresrecht. Doorwerking van billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    In januari 2017 vond er een ongeval plaats tussen scooterbestuurder A en bestuurder B van een bestelauto. A heeft de verzekeraar van B aansprakelijk gesteld voor de schade. B is afkomstig uit Duitsland en is tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij de Duitse verzekeraar Kravag. De schaderegelaar van Kravag in Nederland is Achmea Schadeverzekeringen N.V. Partijen werden het eens dat B voor 50% aansprakelijk is en er een billijkheidscorrectie van 25% ten gunste van A wordt toegepast. Nu A arbeidsongeschikt is geworden en een WIA-uitkering ontvangt, heeft het UWV Achmea

  18. VR 2024/58 Verkeersongeval auto - motorscooter. Ernstige letselschade. Billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 28 februari 2011 was X betrokken bij een ernstig verkeersongeval in Eindhoven. Hij werd op zijn motorscooter aangereden door een rechts afslaande auto. X was destijds 17 jaar oud en liep ernstig blijvend letsel op. Uit het politieonderzoek blijkt dat X en zijn duopassagier met hoge snelheid over het fietspad reden terwijl de auto rechts afsloeg. Er werden geen remsporen gevonden. De politie concludeert dat de autobestuurder geen voorrang verleend had en dat de motorscooter de maximumsnelheid van 30 km/u ruimschoots overschreed. Verschillende getuigen hebben hun waarnemingen bevestigd. X en

  19. VR 2024/59 Ongeval, roekeloos rijgedrag, verhaalsrecht, WAM-verzekeraar, minnelijke regeling.

    Jurisprudentie

    Bij dit geschil gaat het om een ongeluk waarbij A, de bestuurder van de bedrijfsauto van v.o.f. 1, achterop een auto reed die zonder verlichting de rijbaan opreed vanaf een tankstation. Hierbij is Allianz de WAM-verzekeraar van v.o.f. 1. Allianz werd aangesproken door de bestuurder van de aangereden auto, B, en trof buiten de rechtbank een regeling van € 11.500. Allianz eist nu van v.o.f. 1 vergoeding van deze uitkeringen en andere kosten, totaal € 34.205,34, op basis van een verhaalsbeding in de verzekeringsvoorwaarden. Ze beweert dat ze gerechtigd is deze bedragen te verhalen, omdat het

  20. VR 2024/60 Vrijwaringszaak, verkeersongeval, onrechtmatigheid.

    Jurisprudentie

    Dit betreft een vrijwaringszaak die is verbonden aan C/15/292019/ HA ZA 19-518. Automobilist X loopt met passagier Y letsel op tijdens een auto-ongeluk, waarbij ze tegen een paal in de middenberm aanbotsen. Op dezelfde rijbaan bevond automobilist B zich samen met passagier C. Automobilist X is WAM en SVI verzekerd. Automobilist X vordert een bedrag van € 435.000 van de eigen verzekeraar, NH1816. NH1816 beweert dat automobilist B onrechtmatig heeft gehandeld jegens automobilist X, waardoor de schade is ontstaan. Automobilist B is verzekerd bij ZLM. NH1816 stelt automobilist B aansprakelijk is

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!