letselschade

VR 2025/98 Letselschadezaak na verkeersongeval. Feitenonderzoek door verzekeraar. Geen redelijk vermoeden van fraude.

Jurisprudentie

Op 14 december 2019 vond een verkeersongeval plaats waarbij X en een verzekerde van Nationale-Nederlanden (NN) betrokken waren. NN erkende de aansprakelijkheid voor het ongeval namens haar verzekerde. X claimde daarop (letsel)schade en zijn belangenbehartiger heeft documenten ter onderbouwing van de schadeclaim gestuurd. In het ingezonden rapport werd beschreven dat X klachten had aan de onderrug, rechterbeen en lies. Door deze klachten kon hij zijn werk als pandenverhuurder niet meer uitvoeren. Er werd een schadebedrag van € 3.760,50 opgevoerd, inclusief verlies aan verdienvermogen. Op 9

VR 2025/96 Deelgeschil. Blijvende letselschade door aanrijding. Gebonden aan rapport deskundige.

Jurisprudentie

Op 28 juni 2010 werd X op haar fiets aangereden door een motorfietser. Deze reed door na de aanrijding. X werd met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en meldde pijn aan haar linkerknie en verlammingsverschijnselen. Medische onderzoeken wezen aanvankelijk op mogelijke zenuwbeschadiging, maar later werd ook de erfelijke spierziekte Charcot-Marie-Tooth (CMT) vastgesteld. Daarnaast suggereerden specialisten dat de klachten mogelijk veroorzaakt werden door een conversiestoornis. De bestuurder van de motorfiets was verzekerd bij Allianz en die erkende aansprakelijkheid voor het ongeval

VR 2025/95 Ongeval tussen scooterrijder en fietser. Reflexwerking artikel 185 WVW. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 2 maart 2023 vond er op een kruising een verkeersongeval plaats tussen scooterrijder A en fietser X. A kwam ten val en raakte gewond. Hij is met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en is daar een aantal dagen opgenomen geweest. Tijdens de opname is hij geopereerd aan een botbreuk met breuken aan beide botten van het onderbeen. Daarna volgde een revalidatietraject van enkele maanden. In onderhavig deelgeschil verzoekt A de rechtbank om X volledig aansprakelijk te stellen voor het ongeval, en vordert daarbij een voorschot van € 15.000,- op zijn schade en vergoeding van de proceskosten

VR 2025/94 Deelgeschil. Verkeersongeval tussen fietser en auto. Letselschade. Recht op smartengeld.

Jurisprudentie

Op 19 september 2022 werd verzoekster X op haar racefiets aangereden door een auto die verzekerd was bij ZLM. Ze raakte ernstig gewond: zes ribben waren gebroken, vier van haar ruggenwervels waren beschadigd, en haar linkernier was zo ernstig beschadigd dat deze verwijderd moest worden. Vier maanden later kreeg ze ook klachten aan haar linkerschouder. Inmiddels is haar medische toestand stabiel, maar de gevolgen van het ongeluk blijven zwaar. ZLM heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend en partijen hebben de schaderegeling ter hand genomen. Ze kwamen overeen over bijna

VR 2025/90 Letselschade na verkeersongeval. Schadeomvang. Onjuist gebruik van het blokkeringsrecht.

Jurisprudentie

X is geboren in Italië en is al jaren woonachtig in Duitsland. Op 26 oktober 2020 werd hij in Nederland op zijn motor aangereden door een personenauto. Hij liep hierdoor ernstig letsel op, onder andere een klaplong en diverse botbreuken. Na enkele dagen werd hij overgeplaatst naar een ziekenhuis in Wesel (Duitsland) en werd hij daar geopereerd. De bestuurder van de personenauto had een WAM-verzekering bij Nh1816. De verzekeraar heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Als gevolg van het ongeval ondervindt X dagelijks veel pijn, ongemak en hinder. Sinds medio 2020 exploiteerde hij

VR 2025/89 Beroepsaansprakelijkheid rechtshulpverlener. Personenschade. Verjaring.

Jurisprudentie

Op 1 juni 2011 bezocht eiseres een playbackshow in een sporthal in Annen die georganiseerd werd door Stichting Commissie Dorpsbelangen Annen (Dorpsbelangen). De horecagelegenheid in de sporthal werd geëxploiteerd door Sportcafé Annen V.O.F. (Catering Fantasia). Voor de show was Event Music V.O.F. ingeschakeld om het licht en geluid te verzorgen. Tijdens de show botste vennoot A van Event Music tegen een stellage, waardoor een lamp van circa 80 kg op het hoofd van eiseres viel. Dit resulteerde in licht traumatisch schedel hersenletsel. Fantasia had een aansprakelijkheidsverzekering bij ASR en

VR 2025/88 Verkeersongeval door bestuurder van gehuurde auto. Verhaalsrecht artikel 15 WAM.

Jurisprudentie

Op 10 september 2019 vond er in de nacht in het centrum van Amsterdam een verkeersongeval plaats tussen de door X bestuurde personenauto en een fietser. De fietser heeft daarbij ernstig letsel opgelopen. X had de auto gehuurd via de app van deelautoverhuurder Car2go Nederland B.V. De auto was door Car2go bij Allianz verzekerd. Allianz heeft de afwikkeling van de (letsel)schade van de fietser ter hand genomen. Allianz wil dat X de door Allianz aan de fietser betaalde en nog te betalen schadevergoeding vergoedt aan Allianz. Volgens Allianz heeft X de schade met opzet veroorzaakt of is hij

VR 2025/85 Ongeval tussen fietser en geparkeerde bestelbus. Onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 18 april 2023 fietste X (verzoekster) met een vriendin in Daarlerveen. Een door AXA verzekerde DPD-bestelbus van A (verweerder) blokkeerde het fietspad. Om de bus te passeren, fietste X door het gras en kwam zij bij terugkeer op het fietspad ten val over een opstaande rand. Als gevolg van de val heeft X ernstig letsel opgelopen. AXA wees aansprakelijkheid af ondanks verdere correspondentie. X verzoekt de kantonrechter te verklaren dat AXA c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor haar schade door het ongeval. Daarnaast verzoekt ze vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en proceskosten

VR 2025/69 Het bestaan en de schadeloosstelling van immateriële schade (in België)

Artikel
VR 2025 7/8 - illu
Dit artikel biedt een samenvatting van de bevindingen uit het doctoraal proefschrift van Victor Schollaert over het bestaan en de schadeloosstelling van morele schade in het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Het werpt nieuw licht op het begrip en de behandeling van morele schade in het aansprakelijkheidsrecht. Het biedt vooreerst een duidelijk kader om morele schade(posten) te begrijpen en te beoordelen. Verder innoveert het onderzoek door de schadeloosstelling van morele schade op te splitsen in een plicht tot herstel én een plicht tot compensatie. Dit onderzoek draagt bij aan een en meer theoretische consistente benadering van morele schade.

VR 2025/54 Beoordeling van pijnklachten in de letselschadepraktijk

Column 18 juni 2025
In de letselschadepraktijk worstelen artsen met pijn. Pijn is subjectief, moeilijk te meten en het toekennen van beperkingen aan pijn betekent mogelijk dat er grond is voor vergoeding van schade wegens verlies verdienvermogen, kosten huishoudelijke hulp en verlies zelfwerkzaamheid. Het slachtoffer moet bewijzen dat hij of zij schade heeft geleden. Mag je dan zomaar afgaan op zijn of haar woord als het gaat om (de ernst van de) pijn? Dit dilemma speelt niet alleen in de letselschadepraktijk, maar ook bij bijvoorbeeld de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en bij arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op basis van de sociale zekerheidswetgeving (WIA).