deelgeschil

VR 2025/98 Letselschadezaak na verkeersongeval. Feitenonderzoek door verzekeraar. Geen redelijk vermoeden van fraude.

Jurisprudentie

Op 14 december 2019 vond een verkeersongeval plaats waarbij X en een verzekerde van Nationale-Nederlanden (NN) betrokken waren. NN erkende de aansprakelijkheid voor het ongeval namens haar verzekerde. X claimde daarop (letsel)schade en zijn belangenbehartiger heeft documenten ter onderbouwing van de schadeclaim gestuurd. In het ingezonden rapport werd beschreven dat X klachten had aan de onderrug, rechterbeen en lies. Door deze klachten kon hij zijn werk als pandenverhuurder niet meer uitvoeren. Er werd een schadebedrag van € 3.760,50 opgevoerd, inclusief verlies aan verdienvermogen. Op 9

VR 2025/97 Deelgeschil. Achterop aanrijding. Diverse deskundigenrapporten. Juridisch causaal verband.

Jurisprudentie

Op 26 april 2019 was X (47 jaar) betrokken bij een kop-staartbotsing in de Velsertunnel (A22). De bestuurder van de personenauto die haar van achteren aanreed, was verzekerd bij Allianz. Allianz heeft ook aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Direct na het ongeval meldde X klachten zoals hoofdpijn, nekpijn, rugpijn en concentratieproblemen. In de jaren daarna onderging ze diverse behandelingen bij specialisten, waaronder psychologen, fysiotherapeuten en pijnspecialisten. In maart 2024 startte ze een revalidatietraject bij de Stichting Revalidatiegeneeskunde Nederland (SRN). Na drie

VR 2025/96 Deelgeschil. Blijvende letselschade door aanrijding. Gebonden aan rapport deskundige.

Jurisprudentie

Op 28 juni 2010 werd X op haar fiets aangereden door een motorfietser. Deze reed door na de aanrijding. X werd met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en meldde pijn aan haar linkerknie en verlammingsverschijnselen. Medische onderzoeken wezen aanvankelijk op mogelijke zenuwbeschadiging, maar later werd ook de erfelijke spierziekte Charcot-Marie-Tooth (CMT) vastgesteld. Daarnaast suggereerden specialisten dat de klachten mogelijk veroorzaakt werden door een conversiestoornis. De bestuurder van de motorfiets was verzekerd bij Allianz en die erkende aansprakelijkheid voor het ongeval

VR 2025/94 Deelgeschil. Verkeersongeval tussen fietser en auto. Letselschade. Recht op smartengeld.

Jurisprudentie

Op 19 september 2022 werd verzoekster X op haar racefiets aangereden door een auto die verzekerd was bij ZLM. Ze raakte ernstig gewond: zes ribben waren gebroken, vier van haar ruggenwervels waren beschadigd, en haar linkernier was zo ernstig beschadigd dat deze verwijderd moest worden. Vier maanden later kreeg ze ook klachten aan haar linkerschouder. Inmiddels is haar medische toestand stabiel, maar de gevolgen van het ongeluk blijven zwaar. ZLM heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend en partijen hebben de schaderegeling ter hand genomen. Ze kwamen overeen over bijna

VR 2025/67 Deelgeschil letselschade. Meerdere aanrijdingen en verzekeraars. Verzoeken onnodig en onterecht.

Jurisprudentie

De zaak draait om drie achterop-aanrijdingen waarbij verzoeker betrokken was. Bij het eerste ongeval op 29 april 2019 was Allianz betrokken als verzekeraar in het kader van de WAM en de SVI. Bij het tweede ongeval op 29 mei 2020 is Univé betrokken als WAM-verzekeraar en Allianz als SVI-verzekeraar. Bij het derde ongeval op 21 januari 2023 is Achmea betrokken als WAM-verzekeraar. Verzoeker claimde letsel na de ongevallen, maar de verzekeraars twijfelden aan de echtheid ervan en boden pragmatische regelingen aan. Medisch advies wees op verergering van klachten na de ongevallen, maar er waren ook

VR 2025/66 Dwarslaesie door duik in ondiepe recreatieplas. Aansprakelijkheid exploitant en provincie als toezichthouder.

Jurisprudentie

Op 3 juni 2020 liep de toenmalige 16-jarige X een hoge dwarslaesie op na een duik in het ondiep water in de recreatieplas Stroombroek. Hij rende met vrienden het water in en dook onder een drijflijn door, waarbij hij zijn hoofd tegen de bodem stootte en zijn vijfde nekwervel brak. Leisurelands, de eigenaar en beheerder van de plas, had de drijflijn geplaatst. Bij de toegangswegen naar de recreatieplas stonden borden die waarschuwden voor een maximale waterdiepte van 1,30 meter. Echter, er waren geen borden op de route die X en zijn vrienden namen. Door droogte voorafgaand aan het ongeval was

VR 2025/65 Gymongeval op basisschool. Letselschade. Schending zorgplicht.

Jurisprudentie

Tijdens een gymles op de basisschool liep een 11-jarig meisje letsel op. De gymles werd gegeven door een gecertificeerde sportdocent. Zij is in dienst van het Beweegburo. Tijdens de les werden verschillende activiteiten uitgevoerd, waaronder een wendsprong met een minitrampoline. Na het verkrijgen van toestemming van de gymdocent voerde een klasgenoot een handstand overslag uit, waarna het meisje hetzelfde probeerde. Dit leidde tot een val waarbij ze ernstig rugletsel opliep. DAS rechtsbijstand stelde namens de ouders van het meisje het Beweegburo aansprakelijk. De

VR 2025/46 Deelgeschil. Aanrijding auto-fietser. Toepassing 50%-regel.

Jurisprudentie

Op 13 september 2020 vond in Rotterdam een botsing plaats tussen fietser X en een auto die bestuurd werd door A. X reed op zijn racefiets rechtdoor, terwijl A met zijn auto linksaf sloeg. De fietser botste tegen de rechterachterkant van de auto en raakte hierbij gewond. Beide bestuurders stonden voor een rood licht voordat ze de kruising opreden. Toen het groen werd, trokken zowel A als bestuurder B op. B verklaarde dat A agressief en snel reed. Ook heeft B bevestigd dat X tegen de achterkant van de auto reed. Voorts had B het vermoeden dat de fietser door rood licht was gegaan. In een

VR 2025/45 Deelgeschil. Personenschade. Voordeelstoerekening. Arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Jurisprudentie

In 2015 boekte X een rondreis door Mexico bij Djoser B.V. Tijdens de reis vond een ongeval plaats waarbij de bus waarin X zat tegen een geparkeerde vrachtwagen botste. Hierdoor liep X meerdere verwondingen op. Amlin, de verzekeraar van Djoser B.V., erkende aansprakelijkheid voor de schade die X hierdoor leed. Op het moment van het ongeval werkte X in het VieCuri Ziekenhuis en raakte zij door het ongeval arbeidsongeschikt. X had sinds 1 juni 2009 een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) bij Movir, waarop zij na het ongeval een beroep deed. Movir keerde uit op basis van een

VR 2025/34 Letsel na val kunstmatige skibaan. Onrechtmatige gevaarzetting. Schending zorgplicht.

Jurisprudentie

A is een indoor skicentrum met een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering bij Interpolis. In hun algemene voorwaarden staat dat skiën risico’s met zich meebrengt en dat het dragen van een helm wordt aanbevolen, vooral voor kinderen en snowboarders. Blessures zijn voor eigen risico. X volgde van 2016 tot 2019 meerdere skilessen bij A, waarbij hij geen helm droeg. Tijdens een skiles in 2019 verloor X zijn balans en viel hij met zijn hoofd op de skimat of de achterrol van de skimat. De skibaan draaide toen met een snelheid van 17 km/u. De skileraar drukte meteen op de noodstop, maar X raakte