Verkeersrecht 2025-7/8

Editie
VR 2025 7/8-cover
Datum uitgave: 

VR 2025/69 Het bestaan en de schadeloosstelling van immateriële schade (in België)

Artikel
VR 2025 7/8 - illu
Dit artikel biedt een samenvatting van de bevindingen uit het doctoraal proefschrift van Victor Schollaert over het bestaan en de schadeloosstelling van morele schade in het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Het werpt nieuw licht op het begrip en de behandeling van morele schade in het aansprakelijkheidsrecht. Het biedt vooreerst een duidelijk kader om morele schade(posten) te begrijpen en te beoordelen. Verder innoveert het onderzoek door de schadeloosstelling van morele schade op te splitsen in een plicht tot herstel én een plicht tot compensatie. Dit onderzoek draagt bij aan een en meer theoretische consistente benadering van morele schade.

VR 2025/70 Contact met de ander helpt

Artikel
Na een verkeersongeval blijven slachtoffers en veroorzakers vaak met onbeantwoorde vragen en emotionele worstelingen achter. Perspectief Herstelbemiddeling (hierna: Perspectief) biedt beiden de mogelijkheid om vrijwillig met elkaar in gesprek te gaan. Contact met de ander kan een belangrijke stap zijn in het verwerkingsproces. Het kan slachtoffers helpen om helderheid te krijgen en erkenning te vinden. Veroorzakers geeft het de kans om excuses te maken, vragen te stellen en hun kant van het verhaal te vertellen. Ondanks de waarde van begeleid contact tussen ongevalsbetrokkenen, blijft de optie van herstelbemiddeling nog vaak onbenut. Dit artikel geeft enkele feiten en cijfers omtrent herstelbemiddeling weer, bespreekt hoe herstelbemiddeling werkt en laat aan de hand van het verhaal van Manon zien wat herstelbemiddeling kan betekenen voor slachtoffers en veroorzakers. Ook wordt besproken waarom het belangrijk is dat betrokkenen van een verkeersongeval weten dat herstelbemiddeling bestaat en dat zij hierin een keuze kunnen maken. Tot slot komt de rol van professionals aan de orde bij het bespreekbaar maken van herstelbemiddeling, welke drempels zij mogelijk ervaren en hoe deze kunnen worden weggenomen. Ter inleiding wordt echter eerst de juridische context geschetst waarbinnen herstelbemiddeling plaatsvindt.

VR 2025/71 Intrekken van verklaring rijgeschiktheid naar aanleiding van melding examinator. Autismespectrumstoornis. Opvallend afwijkend rijgedrag.

Jurisprudentie

De verklaring rijbevoegdheid van de appellant is ingetrokken nadat de examinator melding had gemaakt bij het CBR dat de appellant hem had gemeld Asperger te hebben en de examinator het afwijkende rijgedrag van appellant hem opviel. De Afdeling oordeelt dat het CBR dat terecht heeft gedaan. De melding van de examinator over de autismespectrumstoornis van appellant bracht aan het licht dat een verplicht medisch onderzoek niet had plaatsgevonden. De vader van appellant had het CBR wel vragen gesteld over autisme, maar niet expliciet gemeld dat appellant een stoornis had. Bovendien gaf appellant

VR 2025/72 Uitspraak na prejudiciële beslissing Hof van Justitie. Beperkt horizontaal gezichtsveld. Na 10 jaar beroepschauffeur te zijn geweest geen verklaring geschiktheid verleend.

Jurisprudentie

De Afdeling oordeelt over de weigering van het CBR om appellant een verklaring van geschiktheid te geven vanwege een beperkt gezichtsveld van minder dan 160 graden, zoals vereist door de Rijbewijsrichtlijn. Uit prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie blijkt dat de richtlijn geen ruimte laat voor afwijkingen, ook niet als medische deskundigen iemand feitelijk geschikt achten. Het Hof benadrukt het belang van uniforme toepassing ter bevordering van verkeersveiligheid en de onderlinge erkenning van rijbewijzen. Hoewel appellant 10 jaar lang schadevrij heeft gereden, is er volgens het Hof

VR 2025/73 Bezwaren tegen toewijzing oplaadpunten voor elektrische voertuigen. Belangenafweging.

Jurisprudentie

Het college van burgemeesters en wethouders van IJsselstein heeft twee parkeerplaatsen binnen de gemeente aangewezen voor elektrische auto's, onder meer om de oplaadvoorziening te optimaliseren, de weg bruikbaar te houden, verkeersoverlast te beperken, milieueffecten te verminderen en energieverbruik efficiënt te maken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college in zijn besluiten onterecht geen rekening had gehouden met bezwaren over de locatie van de parkeerplaatsen. Het college moet bij verkeersbesluiten alle relevante belangen afwegen en mag deze verantwoordelijkheid niet afschuiven op