Datum uitgave: 
              
          
VR 2020/123 Eenzijdig fietsongeval; uitritconstructie; wegbeheerder aansprakelijk; 80% eigen schuld.
  A is met zijn fiets gevallen. Toen hij vanuit laan X linksaf sloef om laan Y - een straat met een uitritconstructie - in te fietsen, is hij met zijn voorwiel tegen een trottoirband met trottoirkolk aangekomen, waardoor hij is gevallen. A verzoekt dat de rechtbank voor recht verklaart dat de gemeente op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden. De rechtbank overweegt dat een onverharde driehoek van het wegdek aan het einde van laan Y (de kant waar A laan Y in fietste) recent is bestraat, waardoor laan Y nu breder is dan de uitrit
        
VR 2020/124 Reikwijdte van art. 1019w Rv en verzoek vergoeding buitengerechtelijke kosten.
  Op 30 november 2016 is verzoeker in zijn busje van achteren aangereden door een ingevolge de WAM bij Unigarant verzekerde auto. Na het ongeval ervaart verzoeker nek-, rug- en schouderklachten, in verband waarmee hij zijn werk aanvankelijk tijdelijk heeft neergelegd. Drie maanden na het ongeval heeft verzoeker zijn werk weer volledig hervat, ondanks het persisteren van de klachten. Unigarant heeft aansprakelijkheid erkend voor het ontstaan van de aanrijding. Het eerste verzoek strekt ertoe dat de kantonrechter op de voet van art. 1019w e.v. Rv Unigarant zal veroordelen tot betaling van de