Nog eens de Rijbewijsevolutie: begeleid rijden van 17-jarigen

Column 22 december 2004

Het discussiestuk over het rijbewijs heeft intussen zijn tweede verjaardag achter de rug. Volgens de plannen zou, na afloop van de discussie, het onderdeel ‘begeleid rijden’ in eerste instantie tot een uitgebreide regionale proef moeten leiden, waarna invoering zou kunnen worden overwogen. De operatie sluit aan bij het al oudere plan ‘Rijopleiding in Stappen’ waarmee geëxperimenteerd wordt. ‘Begeleid rijden’ zou dan op de een of andere manier als ‘ervaringsmodule’ in dat plan moeten worden geïntegreerd, waarbij ook nog een ander idee, de afzonderlijke ‘gevaarherkenningstoets’, in het systeem zou kunnen worden opgenomen. Al met al is de verwezenlijking van de plannen toch een kwestie van lange adem. De veelheid van nieuwigheden leidt mogelijk tot een file-probleem. De benaming ‘revolutie’ lijkt dan ook niet meer zo op zijn plaats (vandaar waarschijnlijk de typefout in het opschrift).

Zou het ‘begeleid rijden van 17-jarigen’ niet enige voorrang moeten krijgen? In Noorwegen, Zweden en Frankrijk bestaat het begeleid rijden reeds een jaar of tien; in die landen kan men zelfs al op 16-jarige leeftijd beginnen. De regelingen kennen uiteraard een aantal voorwaarden. In Zweden moet de begeleider tenminste 24 zijn en al vijf jaar lang in het bezit zijn van een rijbewijs. In Frankrijk is de regeling gebaseerd op een contract met een rijschoolhouder: de kandidaat moet eerst tenminste twee echte lessen nemen en zich verbinden er in het totaal tien lessen te nemen, doch in de tussentijd kan de Apprenti naar hartelust oefenen. Een van de voorwaarden zou zelfs zijn dat 3.000 kilometers worden afgelegd.

In het begin waren de berichten over het succes positiever dan de laatste tijd; het effect schijnt weer te zijn weggeëbt. De reden daarvan is niet helemaal duidelijk. Het kan zijn dat er heel andere negatieve factoren zijn die het zicht benemen op positieve resultaten. Het kan ook zijn dat het aanvankelijk succes gezichtsbedrog was. Het (eventuele) resultaat wordt voor zover ons bekend slechts afgemeten naar het aantal verkeersongevallen of zelfs alleen maar het aantal (en de leeftijd van) slachtoffers. Dat behoeft uiteraard niet de enige maatstaf te zijn: als er geen negatief resultaat gemeten kan worden kan de regeling reeds positief zijn, omdat het hoe dan ook in veel individuele gevallen leidt tot meer ervaring alvorens de nieuwe bestuurder voor het eerst alleen in de auto zit. Dus zelfs al zou het zo zijn dat de beginnende bestuurders die van zo’n regeling gebruik maken toch al tot de categorie ‘veilige rijders’ zouden behoren, dan nog kunnen voordelen aan het systeem verbonden zijn. Het moet ons Nederlanders toch aanspreken dat de huidige reguliere rijopleiding langzamerhand een vermogen kost, en toch maar ca 1.000 kilometer broodnodige rijervaring geeft, terwijl met het ‘begeleid rijden’ gemakkelijk 3.000 kilometer extra-ervaring opgedaan kan worden.