VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som

VR 2019/49

 

Over verdeling van een verzekerde som

Een terugblik op schadeafwikkeling na het schietincident in Alphen aan den Rijn in de vorm van een interview

Prof. mr. S.D. Lindenbergh *

* Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam.

Op zaterdag 9 april 2011 schoot een jongeman in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn zes mensen dood en verwondde een groot aantal anderen. Na zijn daad beroofde hij zichzelf van het leven. Verschillende personen leden hierdoor verschillende soorten schade: nabestaanden, lichamelijk gewonden, psychisch getroffenen, ondernemers. Een aantal van hen startte een juridische procedure tegen de Politie Hollands-Midden en de Staat.1) Ondertussen had, daartoe aangesproken door een deel van de benadeelden van de schietpartij, de particuliere aansprakelijkheidsverzekeraar van de schutter de verzekerde som (€ 454.000) beschikbaar gesteld. Omdat de som van de individuele schades de verzekerde som onder de aansprakelijkheidsverzekering naar verwachting aanzienlijk zou overtreffen, heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar in overleg met de betrokken belangenbehartigers besloten een vereffeningsprocedure te starten. Een schade-expert kreeg de opdracht de schades te begroten, waarna de verzekerde som over de benadeelden is verdeeld.

Deze bijdrage biedt het verslag van een dubbelinterview met de advocaat van de zijde van de aansprakelijkheidsverzekeraar (mw. mr. H.Th. Vos, advocaat bij NN Advocaten, hierna: HV) en met de vereffenaar (E.S. Groot, belangenbehartiger en directeur van Letselschade.com, hierna: ESG) en beoogt inzicht te geven in de praktische aspecten van verdeling van een verzekerde som.

 

Hoe begon voor u de betrokkenheid bij deze zaak?

HV:

Op enig moment (de procedure tegen de Politie Hollands-Midden en de Staat loopt dan al) wordt duidelijk dat de schutter ten tijde van de schietpartij een aansprakelijkheidsverzekering particulieren (AVP) heeft lopen bij Nationale-Nederlanden. Door één van de betrokken advocaten (die ongeveer 60 slachtoffers vertegenwoordigt) wordt namens zijn cliënten een beroep gedaan op deze aansprakelijkheidsverzekering.

Nationale-Nederlanden beoordeelt de dekking van de AVP. Mede gezien de enorme gevolgen van het handelen van de verzekerde en de overige impact van het incident ziet Nationale-Nederlanden af van discussie over de vraag of mogelijk dekking op de polis kan worden afgewezen. Besloten wordt om de verzekerde som (€ 454.000, te vermeerderen met wettelijke rente) integraal ter beschikking te stellen aan slachtoffers en nabestaanden, en NN Advocaten in te schakelen om de afwikkeling van de schade juridisch te begeleiden.

ESG:

Nadat duidelijk was dat door Nationale-Nederlanden de verzekerde som (en wettelijke rente) aan de benadeelden uitgekeerd zou worden, is er tussen de verzekeraar en de betrokken advocaten overleg geweest over de verdere aanpak van deze kwestie. Door partijen gezamenlijk ben ik gepolst of ik bereid zou zijn om in een neutrale en onafhankelijke rol het proces van schadevaststelling en verdeling van de beschikbare som voor mijn rekening te nemen. Mede op basis van mijn ervaring als mediator – waar ik als belangenbehartiger ook een neutrale positie heb – heb ik positief gereageerd op dit verzoek.

 

Wat waren voor u de dilemma’s?

HV:

Aan de uitkering op grond van de polis zaten wel wat haken en ogen, mede in verband met het overlijden van de verzekeringnemer/verzekerde. Een vraag was onder meer of, nu de verzekerde was overleden, wel een directe actie van benadeelden op grond van artikel 7:954 lid 1 BW mogelijk was. Namens de verzekerde was geen beroep gedaan op uitkering onder de polis. Ook kon de verzekerde niet in het geding worden geroepen. Verder was duidelijk dat de schietpartij een groot aantal slachtoffers had geëist, maar dat deze zich lang niet allemaal met hun schade bij Nationale-Nederlanden hadden gemeld. De vraag was hoe al deze benadeelden konden worden bereikt, zodat ook zij bij de afwikkeling konden worden betrokken.

De nalatenschap van de verzekerde was reeds afgewikkeld op het moment dat namens een deel van de benadeelden een beroep werd gedaan op uitkering onder de AVP. Het voorstel was de uitkering van de verzekerde som op de aansprakelijkheidsverzekering via de nalatenschap van verzekerde te laten lopen. Op die manier kon de verdeling van de verzekerde som aan de benadeelden via een wettelijke procedure worden gewaarborgd. Om dit mogelijk te maken diende wel eerst de nalatenschap te worden heropend.

Artikel 7:954 BW geeft aan benadeelden met personenschade de bevoegdheid om rechtstreeks van de verzekeraar betaling te vorderen van hetgeen degene die voor de schade aansprakelijk is, van zijn aansprakelijkheidsverzekeraar te vorderen heeft. De directe actie van artikel 7:954 BW is alleen van toepassing op schade door dood of letsel. Dit bracht met zich dat alleen de schade van de betrokkenen die ten gevolge van het schietincident letsel hebben opgelopen en de schade van de nabestaanden van de schietpartij, kon worden meegenomen in de vereffening. Andere partijen (bijvoorbeeld ondernemers met bedrijfsschade) kwamen in dit traject dus niet aan bod.

Verder was het voor de uitkering van de verzekerde som van belang dat alle benadeelden met personenschade tijdig en tegelijkertijd bij de afwikkeling van de schade zouden worden betrokken. Alleen dan zou de verzekerde som naar evenredigheid van de omvang van een ieders schade kunnen worden verdeeld. Ook was van betekenis dat de afwikkeling van de schade binnen een redelijk tijdsbestek zou plaatsvinden.

ESG:

Het is een uitdaging om schade op een eenduidige wijze en binnen een beperkte tijd vast te stellen. Er dient rekening te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de individuele betrokkenen en tegelijkertijd is het van belang dat de schadevaststelling onderling vergelijkbaar is.

Een ander aspect betreft de belangenbehartiging. Niet alle slachtoffers hadden een belangenbehartiger, wellicht uit vrije keuze, maar het bleek ook dat slachtoffers soms niet op de hoogte waren van de mogelijkheid daartoe.

Dat kwam ook tot uiting in het feit dat verschillende slachtoffers gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om een financiële compensatie te ontvangen van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, terwijl andere slachtoffers met deze mogelijkheid niet bekend waren.

 

Hoe verliep het proces dat tot de vereffening heeft geleid?

HV:

Namens Nationale-Nederlanden is begin 2014 een verzoek ingediend bij de Kantonrechter in Gouda om de nalatenschap van verzekerde te heropenen en een vereffenaar te benoemen.

Tijdens een zitting bij de kantonrechter op 15 april 2014 hebben alle belanghebbenden (waaronder de ouders van verzekerde, alsmede de benadeelden die op de zitting waren verschenen) aangegeven zich te kunnen verenigen met het verzoek van Nationale-Nederlanden.

Vervolgens is eind april door de kantonrechter besloten dat de nalatenschap van de verzekerde kon worden heropend en dat Berth Groot zou worden benoemd tot vereffenaar.2)

 

Hoe verliep het contact met de benadeelden en hun belangenbehartigers?

ESG:

Omdat de betrokken advocaten vertrouwen hadden in de rol en deskundigheid van de vereffenaar, was het mogelijk ten aanzien van de feitelijke informatie rechtstreeks met slachtoffers en nabestaanden te communiceren. Daardoor was een efficiënte behandeling mogelijk en kon de voortgang goed worden bewaakt.

Persoonlijk contact is essentieel. Om die reden zijn veel benadeelden bij ons op kantoor geweest of thuis bezocht en was er veel telefonisch overleg.

 

Hoe is de vereffenaar uitgekozen?

HV:

Van belang was dat de vereffenaar werkzaam is als belangenbehartiger in de personenschade, zodat slachtoffers, nabestaanden en hun advocaten op voorhand vertrouwen hadden in zijn deskundigheid en neutraliteit. Voor borging van de kwaliteit is van belang dat het een expert is die is ingeschreven in het register van het NIVRE. Verder is gekeken naar specifieke deskundigheid op het gebied van de rekentechnische aspecten (verlies van arbeidsvermogen en derving van levensonderhoud) van de schadebegroting. Het feit dat de vereffenaar tevens actief is als mediator is een pre. Voor Nationale-Nederlanden was ook van belang dat de vereffenaar in staat zou zijn om binnen een bepaalde (beperkte) tijd alle benadeelden te zien en te spreken en hun schade op eenvormige wijze in kaart te brengen en te begroten.

 

Hoe is de vereffenaar te werk gegaan?

ESG:

De taak van de vereffenaar is om inzicht te verkrijgen in de vorderingen van de benadeelden, deze zo volledig mogelijk in kaart te brengen en vervolgens een verdeelsleutel hierop toe te passen, waardoor ieder naar evenredigheid van zijn schade een deel van de beschikbare som kan ontvangen.

Na de beschikking van de rechter op 29 april 2014 is in een aantal landelijke en regionale dagbladen een advertentie geplaatst dat de nalatenschap van verzekerde zou worden heropend. Benadeelden van de schietpartij werden in de advertentie opgeroepen zich bij mij als vereffenaar te melden.

Na plaatsing van de advertenties is er een periode van drie maanden afgekondigd waarin de benadeelden zich konden melden. Deze termijn liep af op 29 juli 2014. In deze periode heeft zich naast de reeds bekende benadeelden nog een groot aantal andere benadeelden gemeld. In totaal gaat het om 126 meldingen.

Vanaf begin augustus 2014 is door de experts van Letselschade.com met ruim zestig benadeelden een persoonlijk gesprek gevoerd ter inventarisatie van het door hen opgelopen letsel en daaruit voortvloeiende schade. Ook de schade van de nabestaanden is geïnventariseerd. Aansluitend aan het gesprek met de expert hebben alle benadeelden die zelf letsel hadden opgelopen, een gesprek gevoerd met een van de medisch adviseurs van de Bureaus / Het Medisch Bureau (te Utrecht) voor een toestandsbepaling. Hiervoor was bij Letselschade.com in Papendrecht een onderzoeksruimte ingericht. Met de benadeelden die minder ernstige klachten hadden opgelopen, heeft intensief telefonisch en schriftelijk overleg plaatsgevonden.

Het fysieke letsel bestond onder meer uit kogelwonden en verwondingen opgelopen tijdens het vluchten voor de schutter. Daarnaast is bij vele betrokkenen sprake van een meer of minder ernstige vorm van PTSS (posttraumatische stressstoornis). Voor een aantal van hen heeft deze PTSS ook lichamelijke klachten tot gevolg.

Van alle mensen met letsel werd medische informatie opgevraagd bij de behandelende sector. Daarnaast werd uiteraard ook onderbouwing verzameld van de geleden vermogensschade, waaronder verlies van arbeidsvermogen.

Aan de hand van de gesprekken en de verzamelde informatie is zo volledig mogelijk per persoon de geleden schade in kaart gebracht. Dit was een intensief en tijdrovend proces. Ook in logistieke zin was het een uitdaging iedereen binnen een beperkt tijdsbestek te zien en te spreken. Niet in alle gevallen was het mogelijk al een afgeronde rapportage te maken, omdat er ook benadeelden waren die nog steeds onder behandeling waren van artsen en/of therapeuten.

Toch is er naar gestreefd om voor alle betrokkenen een zo volledig mogelijk beeld vast te stellen van de schade. Waar nodig werd een zo goed mogelijke inschatting gemaakt.

Op basis daarvan was het mogelijk een totaal beeld van de individuele schades te verkrijgen, waarna er dus een evenredige verdeling van de beschikbare som kon plaatsvinden. De verdeling van de verzekerde som is verwerkt in een slotuitdelingslijst. Via advertenties in de krant is kenbaar gemaakt dat en waar de uitdelingslijst kon worden ingezien. Door belanghebbenden kon eventueel bezwaar worden gemaakt tegen de verdeling. Na het verstrijken van de bezwaartermijn en nadat was vastgesteld dat er geen bezwaar was tegen de verdeling, heeft Nationale-Nederlanden conform de uitkeringslijst de schade aan de benadeelden uitgekeerd.

 

Wat was de relevantie van andere bronnen van vergoeding (Schadefonds? Nog andere bronnen?)?

ESG:

De ouders van de verzekerde waren (in hun hoedanigheid van erfgenamen) ingevolge de wet beiden vereffenaar van de nalatenschap. Zij hebben de erfenis beneficiair aanvaard. De uit de nalatenschap voortvloeiende baten zijn beschikbaar gesteld aan de Stichting Slachtoffers Schietincident Ridderhof Alphen aan den Rijn. Een deel van de uitkeringen gedaan door de Stichting Slachtoffers Schietincident Ridderhof Alphen aan den Rijn is dus vanuit de nalatenschap van de dader gefinancierd.

Medische kosten zijn veelal betaald door de zorgverzekeraars van de slachtoffers. Zorgverzekeraars die een benadeelde schadeloos hebben gesteld, kunnen niet via de directe actie van artikel 7:954 BW regres nemen op de verzekeraar van de schadeveroorzaker (zie lid 7 van artikel 7:954 BW).

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft (beperkte en gemaximeerde) betalingen verricht aan diverse benadeelden. Daarvoor was een melding/aanvraag van de benadeelde noodzakelijk. Achteraf is gebleken dat niet alle betrokkenen op de hoogte waren van de mogelijkheid om een beroep te doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

De relevantie van andere bronnen van vergoeding was klein. Enerzijds had dat te maken met de beperkte omvang van de uitkeringen die door de Stichting en het Schadefonds zijn gedaan. Anderzijds was de relevantie ook in die zin beperkt dat de schade in het kader van de vergoedingen die door deze partijen zijn verstrekt niet in beeld is gebracht en geïnventariseerd zoals dat in het kader van de verdeling van de verzekerde som door Nationale-Nederlanden uiteindelijk wel is gebeurd. Voor de uitkeringen die zijn gedaan door de Stichting en het Schadefonds was daar op zich ook geen noodzaak toe. Door de schadeafwikkeling door de vereffenaar is echter wel duidelijk geworden dat met name ook het medisch in beeld brengen van de schade voor de slachtoffers een duidelijke meerwaarde heeft gehad. Door de afwikkeling werd het veroorzaakte leed en letsel benoemd en kreeg het daarmee erkenning als schade die ten gevolge van het schietincident is ontstaan. In enkele gevallen heeft de medisch adviseur ook actief kunnen bijdragen aan het initiëren en intensiveren van noodzakelijke medische behandelingen.

 

Waaruit zijn de kosten van de vereffenaar voldaan?

HV:

De kosten van de vereffenaar en de overige kosten van de procedure heeft Nationale-Nederlanden boven de verzekerde som voor haar rekening genomen, waardoor de verzekerde som integraal beschikbaar is gekomen aan de slachtoffers en de nabestaanden van het schietincident.

 

Hoe is het verdelingsproces verlopen?

HV:

Uiteindelijk moest een verdeling plaatsvinden van de verzekerde som inclusief rente, die Nationale-Nederlanden op grond van de AVP had uit te keren. Gezien het grote aantal benadeelden was deze uitkering onvoldoende om de totale schade te dekken. Er moest om die reden worden gewerkt met een verdeelsleutel. In de wet is bepaald dat als de verzekerde som ontoereikend is om de schade te dekken, de benadeelden gelijk dienen te worden behandeld en de verschuldigde uitkering naar evenredigheid moet worden toegerekend aan de schade van elk van de benadeelden.

ESG:

Bij de vereffening van de schade heeft voor het bepalen van de vergoeding van de immateriële schade een indeling plaatsgevonden in categorieën. Daarbij speelden verschillende factoren een rol. Zo is gekeken naar de impact van de schietpartij. Daarbij was onder meer bepalend of en in hoeverre het slachtoffer direct met de schutter is geconfronteerd, al dan niet zelf beschoten is en fysiek gewond is geraakt, dan wel geconfronteerd is met (andere) slachtoffers. Daarnaast was uiteraard van belang wat de psychische gevolgen van de schietpartij waren ten tijde van de vereffeningsprocedure. Er waren slachtoffers die op dat moment nauwelijks nog psychische klachten ondervonden, personen die psychisch volledig waren gedecompenseerd en alle gradaties daar tussenin.

De vermogensschade (onkosten, verlies van arbeidsvermogen) is zo concreet mogelijk vastgesteld. In de gevallen waarin nog geen sprake was van een medische eindtoestand, is de schade geschat, of gefixeerd op het moment waarop de feitelijke verdeling van de verzekerde som heeft plaatsgevonden.

Buitengerechtelijke kosten vormen een onderdeel van de door slachtoffers en nabestaanden te vorderen schadevergoeding. De betrokkenen werden vertegenwoordigd door verschillende advocaten(kantoren). Om op een eenduidige wijze de buitengerechtelijke kosten vast te stellen, is gebruik gemaakt van het convenant tussen het Personenschade Instituut Verzekeraars (PIV) en aangesloten belangenbehartigers, de zogenaamde PIV-overeenkomst BGK. Daarbij werden de buitengerechtelijke kosten gefixeerd op een bedrag gerelateerd aan de hoogte van de vastgestelde schade.

 

Hoe kijkt u terug op de afwikkeling?

ESG:

De beslissing van Nationale-Nederlanden om – zonder langdurige discussie over aansprakelijkheid en dekking – de schade met de benadeelden af te wikkelen, getuigt van een maatschappelijk betrokken en constructieve opstelling van deze verzekeraar en is voor de slachtoffers, die op dat moment al jaren in onzekerheid verkeerden ten aanzien van een eventuele schadevergoeding, een belangrijk signaal geweest.

Als expert optredend namens slachtoffers, kruis ik dagelijks de degens met verzekeraars. Dat is vaak een harde, soms zelfs onaangename, strijd. Het is goed om te weten dat het ook anders kan, met wederzijds respect en op een manier waarbij het slachtoffer daadwerkelijk centraal staat. Het kan altijd beter, maar gelukkig is dat niet alleen het geval bij dit soort “grote” zaken, maar ervaren we een vergelijkbare opstelling met regelmaat ook in de meer “reguliere” dossiers.

HV:

De afwikkeling is een heel bijzondere ervaring geweest. Geen afwikkeling van een personenschadezaak is hetzelfde. Wat de afwikkeling van deze schade speciaal maakt, is dat er zoveel benadeelden waren en dat ten gevolge van één gebeurtenis zo’n diversiteit aan schade heeft kunnen ontstaan. De schietpartij heeft veel leed en schade veroorzaakt. De uitkering door Nationale-Nederlanden was gezien de beperkte verzekerde som maar een druppel op een gloeiende plaat. Uit reacties is echter duidelijk geworden dat de afwikkeling van de schade door Nationale-Nederlanden in ieder geval voor een aantal benadeelden heeft bijgedragen aan het verwerken van alle leed en verdriet. Door de wil van de verschillende betrokkenen om samen te werken, het vertrouwen over en weer, alsmede de volledige inzet van partijen bij de afwikkeling, is het gelukt een complexe schade binnen een relatief kort tijdsbestek op een transparante en (kosten)efficiënte manier tot een einde te brengen.

 

Ziet u andere gevallen waarin deze methode succesvol zou kunnen zijn?

ESG:

Bij rampen en massaschade is duidelijk is dat er veel spelers zijn (betrokkenen, overheid, onderzoeksinstellingen, belangengroepen, gezondheidszorg, hulporganisaties, media etc.). Al deze spelers kunnen elkaar helpen en versterken, maar zeker ook voor de voeten lopen. Dat is in de rampenbestrijding en de hulpverlening het geval, maar ook in de juridische en financiële afwikkeling die veelal op een massaschade volgt.

Rampen lijken altijd ver weg, maar zijn opeens heel dichtbij. In een korte tijdsspanne voltrekt zich de ramp. Na zo’n ramp is het leven van velen ingrijpend en blijvend veranderd. En als samenleving houdt het ons langdurig in de ban. In de afgelopen 20 jaar is dat vaker gebeurd dan we zouden hopen: denk aan de legionellabesmetting bij de Westfriese Flora, de vuurwerkramp in Enschede, de cafébrand in Volendam, de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn, vliegramp MH 17 en de gebeurtenis met de monstertruck in Haaksbergen.

Hoe gaan we met massaschade om vanuit het gezichtspunt van de schaderegeling? Zijn we voldoende “georganiseerd” om het voor slachtoffers en nabestaanden op een vlotte, transparante en neutrale manier aan te pakken? Waar raken individuele belangenbehartiging en het collectieve belang van alle slachtoffers en nabestaanden elkaar?

De praktijk heeft aangetoond dat in het geval van het schietincident in Alphen aan den Rijn de gevolgde procedure heeft geleid tot een efficiënte, transparante en eerlijke verdeling van de beschikbare verzekerde som.

 

Waar zou dan in het bijzonder op moeten worden gelet?

ESG:

Het is goed dat velen zich het lot van de slachtoffers aantrekken. Zij zullen zich gesteund voelen door hun professionele en betrokken inzet. Maar jaren na het incident is ook duidelijk geworden dat er vaak te weinig samenwerking is geweest tussen de betrokken instanties en organisaties. De hulpverlening is niet genoeg op elkaar afgestemd. Er vindt onvoldoende coördinatie van de werkzaamheden plaats.

 

Het gevolg is onder andere dat sommige benadeelden gebruik hebben kunnen maken van financiële regelingen, zoals een uitkering van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, terwijl anderen die hier zeker voor in aanmerking zouden zijn gekomen, niets hebben ontvangen. Simpelweg omdat zij niet met de regeling bekend waren. In een aantal gevallen zaten benadeelden door de gevolgen van het incident financieel volledig aan de grond, waar dit mogelijk niet nodig was geweest.

Bij grootschalige rampen, zoals het schietincident in Alphen, zou er idealiter één coördinerende instantie moeten bestaan die kan dienen als centraal aanspreekpunt voor benadeelden. Allereerst om zorg te dragen voor doorverwijzing naar betrouwbare en gespecialiseerde belangenbehartigers. Individuele belangenbehartiging is van essentieel belang en in het geval van Alphen hadden teveel slachtoffers en nabestaanden bij aanvang van de vereffeningsprocedure nog geen advocaat/belangenbehartiger.

Een tragische gebeurtenis als de schietpartij in Alphen aan den Rijn op 9 april 2011 kan waarschijnlijk niet worden voorkomen. We kunnen er met elkaar wel voor zorgen dat de benadeelden van een dergelijk trauma adequaat worden geholpen en gelijk worden behandeld.

 

1. Zie Hof Den Haag 27 maart 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:541, opgenomen in deze aflevering onder nummer VR 2019/59.

2. Rb. Den Haag 29 april 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:5262.

 

aansprakelijkheidsrecht, onrechtmatige daad, schadevergoeding, massaschade, dekking schadeverzekering,