schadevergoeding

VR 2025/97 Deelgeschil. Achterop aanrijding. Diverse deskundigenrapporten. Juridisch causaal verband.

Jurisprudentie

Op 26 april 2019 was X (47 jaar) betrokken bij een kop-staartbotsing in de Velsertunnel (A22). De bestuurder van de personenauto die haar van achteren aanreed, was verzekerd bij Allianz. Allianz heeft ook aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Direct na het ongeval meldde X klachten zoals hoofdpijn, nekpijn, rugpijn en concentratieproblemen. In de jaren daarna onderging ze diverse behandelingen bij specialisten, waaronder psychologen, fysiotherapeuten en pijnspecialisten. In maart 2024 startte ze een revalidatietraject bij de Stichting Revalidatiegeneeskunde Nederland (SRN). Na drie

VR 2025/96 Deelgeschil. Blijvende letselschade door aanrijding. Gebonden aan rapport deskundige.

Jurisprudentie

Op 28 juni 2010 werd X op haar fiets aangereden door een motorfietser. Deze reed door na de aanrijding. X werd met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en meldde pijn aan haar linkerknie en verlammingsverschijnselen. Medische onderzoeken wezen aanvankelijk op mogelijke zenuwbeschadiging, maar later werd ook de erfelijke spierziekte Charcot-Marie-Tooth (CMT) vastgesteld. Daarnaast suggereerden specialisten dat de klachten mogelijk veroorzaakt werden door een conversiestoornis. De bestuurder van de motorfiets was verzekerd bij Allianz en die erkende aansprakelijkheid voor het ongeval

VR 2025/95 Ongeval tussen scooterrijder en fietser. Reflexwerking artikel 185 WVW. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 2 maart 2023 vond er op een kruising een verkeersongeval plaats tussen scooterrijder A en fietser X. A kwam ten val en raakte gewond. Hij is met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en is daar een aantal dagen opgenomen geweest. Tijdens de opname is hij geopereerd aan een botbreuk met breuken aan beide botten van het onderbeen. Daarna volgde een revalidatietraject van enkele maanden. In onderhavig deelgeschil verzoekt A de rechtbank om X volledig aansprakelijk te stellen voor het ongeval, en vordert daarbij een voorschot van € 15.000,- op zijn schade en vergoeding van de proceskosten

VR 2025/94 Deelgeschil. Verkeersongeval tussen fietser en auto. Letselschade. Recht op smartengeld.

Jurisprudentie

Op 19 september 2022 werd verzoekster X op haar racefiets aangereden door een auto die verzekerd was bij ZLM. Ze raakte ernstig gewond: zes ribben waren gebroken, vier van haar ruggenwervels waren beschadigd, en haar linkernier was zo ernstig beschadigd dat deze verwijderd moest worden. Vier maanden later kreeg ze ook klachten aan haar linkerschouder. Inmiddels is haar medische toestand stabiel, maar de gevolgen van het ongeluk blijven zwaar. ZLM heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend en partijen hebben de schaderegeling ter hand genomen. Ze kwamen overeen over bijna

VR 2025/93 Aansprakelijkheid fietser voor schade aan auto bij verkeersongeval. Geen overmacht.

Jurisprudentie

Op 9 september 2022 vond op een fietsoversteekplaats een aanrijding plaats tussen gedaagde en A, de partner van eiser. De fiets van gedaagde raakte beschadigd en hij liep letsel op. De verzekeraar van eiser erkende 50% aansprakelijkheid voor de letselschade. Het geschil draait om de materiële schade aan de auto van eiser. Eiser vordert betaling van schade aan zijn auto, expertisekosten, buitengerechtelijke kosten en proces- en nakosten met rente. Hij stelt dat A geen enkel verwijt treft en dat de fout van gedaagde onaannemelijk was. Als er geen overmacht was, stelt eiser dat het verkeersgedrag

VR 2025/92 Aanrijding met kei. Aansprakelijkheid wegbeheerder. Zorgplicht. Schadevergoeding.

Jurisprudentie

Op 26 april 2023 parkeerde eiseres haar auto op een parkeerterrein die beheerd wordt door X (gedaagde). Bij het verlaten van het terrein raakte zij met haar auto een kei. Zij stelt X aansprakelijk voor de schade vanwege de plaatsing van de kei. X betwist deze aansprakelijkheid. De kantonrechter beoordeelt de zaak aan de hand van de zorgplicht van X als wegbeheerder om de veiligheid van de weg te waarborgen, zoals bepaald in artikel 6:174 BW en artikel 6:162 BW. Een wegbeheerder is aansprakelijk voor gebreken die samenhangen met de verkeersfunctie van de weg. De kei had geen verkeersfunctie en

VR 2025/91 Verkeersongeval tijdens werkzaamheden. Onverzekerde werkgever aansprakelijk.

Jurisprudentie

Gedaagde in het verzet (A) heeft littekens in zijn ogen door een toxoplasmose-infectie die hij in 2002 had gekregen. Daarnaast heeft hij diabetes type 1. A trad op 1 december 2020 als bezorger in dienst bij eisers in het verzet (X) op basis van een nul-urencontract. Op 13 januari 2021 kreeg A een verkeersongeval met een door de werkgever verstrekte scooter. Tijdens het bezorgen reed hij tegen een paaltje en liep hierdoor letsel op. Op 14 juni 2023 stelde hij X aansprakelijk, omdat de werkgever verplicht zou zijn een behoorlijke verzekering af te sluiten voor arbeidsgerelateerde

VR 2025/90 Letselschade na verkeersongeval. Schadeomvang. Onjuist gebruik van het blokkeringsrecht.

Jurisprudentie

X is geboren in Italië en is al jaren woonachtig in Duitsland. Op 26 oktober 2020 werd hij in Nederland op zijn motor aangereden door een personenauto. Hij liep hierdoor ernstig letsel op, onder andere een klaplong en diverse botbreuken. Na enkele dagen werd hij overgeplaatst naar een ziekenhuis in Wesel (Duitsland) en werd hij daar geopereerd. De bestuurder van de personenauto had een WAM-verzekering bij Nh1816. De verzekeraar heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Als gevolg van het ongeval ondervindt X dagelijks veel pijn, ongemak en hinder. Sinds medio 2020 exploiteerde hij

VR 2025/85 Ongeval tussen fietser en geparkeerde bestelbus. Onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 18 april 2023 fietste X (verzoekster) met een vriendin in Daarlerveen. Een door AXA verzekerde DPD-bestelbus van A (verweerder) blokkeerde het fietspad. Om de bus te passeren, fietste X door het gras en kwam zij bij terugkeer op het fietspad ten val over een opstaande rand. Als gevolg van de val heeft X ernstig letsel opgelopen. AXA wees aansprakelijkheid af ondanks verdere correspondentie. X verzoekt de kantonrechter te verklaren dat AXA c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor haar schade door het ongeval. Daarnaast verzoekt ze vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en proceskosten

VR 2025/69 Het bestaan en de schadeloosstelling van immateriële schade (in België)

Artikel
VR 2025 7/8 - illu
Dit artikel biedt een samenvatting van de bevindingen uit het doctoraal proefschrift van Victor Schollaert over het bestaan en de schadeloosstelling van morele schade in het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Het werpt nieuw licht op het begrip en de behandeling van morele schade in het aansprakelijkheidsrecht. Het biedt vooreerst een duidelijk kader om morele schade(posten) te begrijpen en te beoordelen. Verder innoveert het onderzoek door de schadeloosstelling van morele schade op te splitsen in een plicht tot herstel én een plicht tot compensatie. Dit onderzoek draagt bij aan een en meer theoretische consistente benadering van morele schade.