eigen schuld

VR 2017/099 Aanrijding persoon op de snelweg; aan opzet grenzende
roekeloosheid?

Jurisprudentie
Eiser reed in november vroeg in de morgen op de snelweg toen hij een lekke band kreeg. Hij heeft zijn auto tot stilstand gebracht op de wisselrijstrook, die dient als zowel uit- als invoegstrook. Eiser is vervolgens uitgestapt en naar achteren gelopen om zijn gevarendriehoek uit de kofferbak te pakken. Op dat moment is hij aangereden door X. Ten tijde van het ongeval was het nog donker en was het druk op de weg. De wisselrijstrook ligt in het verlengde van een vluchtstrook en gaat na enkele kilometers opnieuw over in een vluchtstrook. De WAM-verzekeraar van X (ZLM) weigert aansprakelijkheid te

VR 2017/49 Deelgeschil; verkeersongeval auto en fietser, overmacht.

Jurisprudentie
Automobilist X stond op een smalle weg (ca. 3 meter breed) half in de berm stil om een tegemoetkomende auto (Y) te laten passeren. De weg is zo smal dat auto's elkaar in beginsel alleen kunnen passeren als één auto voor de andere uitwijkt. Terwijl Y langs X reed, fietste verweerder op een racefiets met hoge snelheid tussen de auto's door. Hij raakte daarbij spiegel van de auto van X en kwam ten val. De WAM-verzekeraar van X vraagt een verklaring voor recht dat sprake is van overmacht in de zin van art 185 WVW. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van overmacht. Van het feit dat X zijn auto

VR 2017/48 Verkeersongeval, geen voorrang verlenen, afslaan.

Jurisprudentie
Op 30 januari 2016 reden X en Y op dezelfde weg. Y wilde linksaf slaan en kwam daarbij in botsing met X, die hem aan het inhalen was. X vordert schadevergoeding van Univé en stelt dat Y heeft gehandeld in strijd met art. 18 en 54 RVV door X niet te laten voorgaan. Volgens X stond Y stil op de rijbaan en was niet duidelijk waarom hij dit deed, zodat X kon besluiten om hem links te passeren. Tijdens deze manoeuvre zou Y ineens linksaf zijn geslagen. Univé stelt dat Y niet onrechtmatig heeft gehandeld. Hij heeft richting aangegeven en even kort stilgestaan om zich ervan te vergewissen dat er geen

VR 2017/47 Verkeersongeval; terugkomen van eindbeslissing deelgeschil;eigen schuld.

Jurisprudentie
X reed op een bromfiets op de rechterzijde van de weg. Hij schrok van Y in een taxi (verzekerd bij Aegon) die vooruit rijdend uit een parkeervak kwam aan de linkerzijde van de weg, remde abrupt en kwam ten val. Er is geen contact tussen de voertuigen geweest. Y heeft na het ongeval bij de politie verklaard dat hij al enige tijd stilstond op de linkerzijde van de weg, omdat hij X zag aankomen. Hij zag dat X kennelijk schrok en ten val kwam. Een deel van de getuigen volgt deze verklaring, een ander deel (vrienden van X) verklaren dat Y plotseling en hard uit het parkeervak kwam rijden. In een

VR 2017/28 Gebondenheid aan eenzijdige expertise; looptijd schade;
factoren smartengeld.

Jurisprudentie
Na een auto-ongeval stellen eisers blijvende beperkingen te ervaren. De aansprakelijke verzekeraar betwist het bestaan van de gestelde schade en vordert in reconventie medewerking aan onafhankelijk medisch onderzoek, omdat de bestaande medische informatie eenzijdig opgesteld en verouderd zou zijn. Het gerecht oordeelt met betrekking tot eiser 1: uit de medische informatie blijkt dat het ongeval heeft geleid tot blijvende klachten en beperkingen. De verzekeraar heeft deze conclusies niet gemotiveerd weersproken. Van een partij die de juistheid van een rapport betwist mag zulks wel worden

VR 2017/23 Aansprakelijkheid wegbeheerder; scheur in wegdek.

Jurisprudentie
De tienjarige X keerde in de schemer terug van het strand, met K achterop en P op de fiets achter hen. Tijdens een vrij steile afdaling in het duinpad kwam zij ten val, waarbij zij hersenletsel heeft opgelopen. Op de plaats van het ongeval zat een scheur in het fietspad van ongeveer 5 meter in de lengterichting, met aan het eind een andere scheur er haaks op. De moeder van X (appellante) heeft de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk gesteld. Een door appellante ingeschakelde deskundige (Y) heeft vastgesteld dat de weg ter plaatse niet voldeed aan de CROW-normen en er ook anderszins niet zo

VR 2017/01 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders

Artikel
VR 2017/1 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders Mr. Pauline Woudenberg * * Advocaat te Haarlem. Inleiding Het dragen van een veiligheidsgordel in de auto is sinds 1975 wettelijk verplicht. 1) In veel gevallen kan een gordel de kans op ernstig letsel drastisch verminderen. 2) Toch kunnen zich situaties voordoen waarin de gordel het ontstaan van letsel niet kan voorkomen. De vraag rijst wat de consequenties zijn voor de automobilist die geen gordel draagt en in een ongeval verzeild raakt, terwijl een andere partij aansprakelijk is voor de schade. De directe oorzaak van het ongeval

VR 2017/14 Aanrijding fietsster, eigen schuld, billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Ongeval tussen fietsster en automobilist. Eiseres was 15 jaar oud en kwam uit de fietsenstalling van school. Zij moest twee rijbanen oversteken en deed dit toen de eerste rijbaan vrij was, kennelijk zonder (voldoende) te kijken of ook de tweede rijbaan vrij was. Zij is daarop aangereden door Y. Niet in geschil is dat de verzekeraar van Y aansprakelijk is en dat er geen sprake is van overmacht. De verzekeraar wil 70% vergoeden, maar eiseres wil volledige vergoeding. De rechtbank stelt voorop dat het gevaar van het besturen van een motorvoertuig al volledig is verdisconteerd in de 50%-regel

VR 2017/07 Kop-staartbotsing; (geen) eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 24 april 2009 vond er op de N242 een kop-staartbotsing plaats, waarbij X (WAM-verzekerd bij de rechtsvoorganger van Allianz) achterop geïntimeerde is gebotst. Geïntimeerde stelt Allianz aansprakelijk op grond van het feit dat X niet erin is geslaagd om haar auto tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, en daarmee de verplichting van artikel 19 RVV heeft geschonden. Allianz verweert zich door te stellen dat geïntimeerde een noodstop heeft gemaakt terwijl X dat niet hoefde te verwachten. Het hof stelt voorop dat het enkele feit dat

VR 2016/175 Deelgeschil; verkeersaansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker is, rijdend op een motor, in een 30 km/u-zone met een veel te hoge snelheid tegen een auto aangereden die uit een parkeervak kwam. Hij heeft de bestuurder van deze auto aansprakelijk gesteld op grond van overtreding van art. 54 RVV, dat bepaalt dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren het overige verkeer moeten laten voorgaan. De bestuurder heeft aangevoerd dat hij geen rekening hoefde te houden met de buitensporige snelheidsovertreding van verzoeker. De rechtbank overweegt dat iedere verkeersdeelnemer tot op zekere hoogte rekening dient te houden met fouten van andere