Verkeersrecht 2021-7-8

Editie
Datum uitgave: 

VR 2021/103 Rijden onder invloed. Strikte waarborgen. Zo spoedig mogelijk bezorgen van het bloedmonster.

Jurisprudentie
De bloedmonsters zijn op 4 mei 2018 - en daarmee 12 dagen na het afnemen daarvan - in een geaccrediteerd laboratorium in Duitsland aangekomen. Dit tijdsverloop kan naar het oordeel van het hof niet worden aangemerkt als ‘zo spoedig mogelijk bezorgen’, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder d van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Nu het voorschrift onderdeel uitmaakt van het stelsel van strikte waarborgen, dient het resultaat van het verrichte bloedonderzoek van het bewijs te worden uitgesloten.

VR 2021/104 Verhaal verzekeraar op andere verzekeraar in twee hoedanigheden.

Jurisprudentie
In 2011 heeft een aanrijding plaats gevonden tussen een Lexus en een Mercedes. De Lexus werd door een medewerker van de garage opgehaald bij de berijder voor een onderhoudsbeurt in de garage. Het ophalen voorafgaand aan het onderhoud vond plaats in het kader van een "Red Carpet Treatment" die de garage biedt aan bezitters van een Lexus. De Lexus kwam tijdens het ophalen op de verkeerde weghelft terecht en kwam in aanrijding met de Mercedes. De Mercedes is WAM, casco en SVI verzekerd bij A. De Lexus is WAM-verzekerd bij B. De garagehouder heeft een garagepolis bij A, met daarop WAM-dekking voor

VR 2021/105 Eenzijdig fietsongeval; wegbeheerder aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is A met haar elektrische fiets gevallen op een fietspad waarvan B de wegbeheerder is. Het ongeval vond plaats in een bocht, vlak voor de ingang van een fietstunnel. De bocht was betegeld met 30 x 30 cm betontegels. Vaststaat dat de tegels uit verband waren geraakt, dat tussen enkele tegels een groef was ontstaan en dat een hoogteverschil tussen de tegels bestond. A stelt B aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval op grond van art. 6:174 BW en vordert schadevergoeding. Het hof gaat ervan uit dat de groef tussen de tegels zo'n 3 cm breed en zo'n 1,5 cm diep was. Aangezien een

VR 2021/106 Eenzijdig auto-ongeluk; verlies verdienvermogen; voordeelstoerekening.

Jurisprudentie
In 2013 overkomt A (50 jaar oud) een eenzijdig verkeersongeval. Tijdens het autorijden verliest hij tijdelijk zijn bewustzijn, waardoor hij van de weg raakt en over de kop vliegt. A rijdt dan in een leaseauto van zijn werkgever B. B heeft voor de auto een ongevallen-inzittenden-verzekering (OIV) afgesloten bij X en een schadeverzekering inzittenden (SVI)/werkgeversaansprakelijkheid bestuurders van motorrijtuigen verzekering (WEGAS) bij Y. A ontvangt van X na het ongeval onder de OIV € 9.300. Op 1 april 2015 beëindigen A en B met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst van A. A ontvangt

VR 2021/107 Val over elektrabuizen in bouwmarkt; gevaarzetting; eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2018 is A in een vestiging van Hornbach gevallen over elektrabuizen die een klant ter hoogte van kassa 1 op de winkelvloer had gelegd. De elektrabuizen waren grijskleurig en lagen op een grijze vloer in het verlengde van de kassarij. A stapte overdwars op de buizen en viel achterover. Op het moment van de val stonden twee medewerkers van Hornbach (M1 en M2) achter de servicebalie naast kassa 1. M1 en M2 hebben een getuigenverklaring afgelegd. A spreekt Hornbach aan op grond van art. 6:162 BW en vordert vergoeding van de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden. De rechtbank