strafrechtelijke aansprakelijkheid

VR 2023/16 Compassie met veroorzakers van ernstige verkeersongevallen?

Column 14 februari 2023
In dagblad Trouw van 2 februari 2022 stond een bijdrage van de advocaten Willem Backer en Rafael Schreudering getiteld ‘Onderbuikpolitiek ondergraaft legitimiteit strafrecht’. Zij gingen in op het maatschappelijk sentiment en reacties in politiek en samenleving die dikwijls worden opgeroepen door ernstige verkeersongevallen, vooral als de veroorzaker van een ongeval zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verkeerswangedrag. De publieke opinie is voor veroorzakers van ernstige verkeersongevallen vaak vernietigend en reacties in politieke kringen bestaande uit een oproep tot strenge bestraffing worden herhaaldelijk beheerst door de onderbuik. Ter illustratie wijzen Backer en Schreudering op de commentaren die verschenen naar aanleiding van het verkeersongeval dat is veroorzaakt door de voetballer Rai Vloet. Die berichtgeving hebben Backer en Schreudering ‘met ergernis’ gevolgd. Als het onderzoek door de politie evenwel nog gaande is en de zaak zelfs nog voor de rechter moet worden gebracht, is terughoudendheid geboden met de roep om vergelding. Als tegenwicht tegen de publieke opinie en politieke onderbuikgevoelens is in de strafrechtelijke procedure een kritisch oordelende strafrechter onmisbaar, zo geven Backer en Schreudering aan.

VR 2022/25 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Onverlichte aanhangwagen. Duisternis.

Jurisprudentie
Terwijl de zon al was ondergegaan, heeft verdachte zijn aanhanger geparkeerd aan de linkerzijde van een onverlichte weg buiten de bebouwde kom zonder verlichting aan de voorzijde van de aanhanger. Een bromfietser is tegen de voorzijde van de aanhangwagen aangereden en heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen. De verdachte heeft niet enkel artikel 39 RVV 1990 overtreden, maar ook zo'n gevaarlijke situatie doen ontstaan dat hij zich aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gedragen.

VR 2020/154 Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking

Artikel
VR 2020/154 Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking Prof. C.R.J.J. Rijken * * Conny Rijken is hoogleraar Mensenhandel en Globalisering aan de Tilburg Law School van Tilburg University. Inleiding Op 5 juli 2017 werd bekendgemaakt dat Nederland de vervolging en berechting van de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014, ter hand zou nemen. Op 19 juni 2019 kondigde de officier van justitie de vervolging aan van vier verdachten betrokken bij deze ramp. Op 9 maart 2020, bijna zes jaar na de ramp, ging het proces tegen deze vier verdachten

VR 2020/163 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Doorrijden na ongeval. Strafmaat en mediation.

Jurisprudentie
De verdachte, bestuurder van een personenauto, was al rijdend zoekende naar een asbak, waarvan hij dacht dat die misschien bij of onder de rechter passagiersstoel was gevallen. In plaats van goed op de weg te letten, was hij daarmee bezig. Dit heeft er toe geleid dat hij op de verkeerde weghelft is beland, waar op dat moment het slachtoffer, mevrouw X, aan het oversteken was. Vervolgens heeft de aanrijding met haar plaatsgevonden. Het letsel dat mevrouw X hieraan heeft overgehouden kwalificeert de rechtbank, gezien de aard, de ernst en de langdurigheid van het herstel ervan, als zwaar

VR 2020/161 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Straf.

Jurisprudentie
De verdachte is de rotonde opgereden via een weghelft die bedoeld was voor het verkeer van de tegengestelde richting en is zonder te stoppen voor de haaientanden de rotonde vlot overgereden (eigen waarneming van de beelden door het hof ter terechtzitting in hoger beroep). Daarbij heeft hij zijn snelheid niet aangepast aan de onoverzichtelijke en drukke situatie ter plaatse en is hij zonder oplettend te zijn of er zich verkeer bevond op de rotonde met diezelfde snelheid rechtsaf geslagen zonder richting aan te geven en zonder voorrang te geven aan de op de rotonde rijdende fietsster. Met dit

VR 2020/159 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Rijden onder invloed. Straf.

Jurisprudentie
De verdachte heeft onder invloed van alcohol een auto bestuurd, is zonder aanwijsbare oorzaak op de verkeerde weghelft terecht gekomen en heeft een frontale aanrijding veroorzaakt. Deze omstandigheden, in samenhang bezien, leiden tot het oordeel dat de verdachte zich als verkeersdeelnemer 'aanmerkelijk onvoorzichtig' heeft gedragen. Het hof acht voorts bewezen dat verdachte door het gebruik van alcohol niet tot behoorlijk sturen in staat moest worden geacht zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de WVW 1994. Bij het ongeval hebben de slachtoffers zwaar lichamelijk letsel opgelopen

VR 2020/132 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Zeer onvoorzichtig en onoplettend.

Jurisprudentie
De verdachte heeft op 9 september 2018 een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Hij heeft met zijn auto op een oversteekplaats een voetganger en een fietsster aangereden. Verdachte reed harder dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur en hij heeft zijn snelheid bij het naderen van de oversteekplaats niet verminderd. Dit terwijl kort vóór en ten tijde van de aanrijding op het fietspad langs de weg en op de oversteekplaats een (bijna) constante stroom van fietsers reed, in verband met een publieksevenement. De verkeerssituatie was overzichtelijk en de fietsers waren

VR 2020/49 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk of zeer onvoorzichtig?

Jurisprudentie
De verdachte is met de door hem bestuurde auto op de achterste van een rij stilstaande auto's gebotst ten gevolge waarvan een ander zwaar lichamelijk letsel opliep. De rij met auto’s moet over langere afstand duidelijk zichtbaar zijn geweest voor de verdachte. Het hof concludeert dan ook dat de verdachte gedurende enige momenten - in gedachten verzonken - niet heeft opgelet op de weg en het verkeer dat zich op de weg bevond. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte bekend was met de verkeerssituatie en dus wist dat hij verkeerslichten naderde.Daarbij verkeerde de verdachte tijdens

VR 2019/207 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Hoge mate van schuld maar geen roekeloosheid. Rijden onder invloed.

Jurisprudentie
Door verdachte is een zeer gevaarlijke inhaalmanoeuvre verricht, waarbij hij twee voor hem rijdende auto’s heeft ingehaald en vervolgens een middengeleider met een voetgangersoversteekplaats links heeft gepasseerd, omdat er onvoldoende uitwijkruimte was om terug te gaan naar de rechter rijbaan. De verdachte is daarna over een afstand van ongeveer 90 meter tot de plaats van het ongeval gedeeltelijk links blijven rijden en zelfs gaan accelereren, terwijl hij een onoverzichtelijke bocht met een voetgangersoversteekplaats naderde. Voorafgaand en tijdens deze onverantwoorde inhaalactie heeft

VR 2019/167 Verdrinking in zwembad. Zweminstructeur. Garantenstellung.
Dood door schuld.

Jurisprudentie
Op 21 september 2015 verdrinkt de dan negenjarige S in het diepe (wedstrijd-)bad van een badinrichting te Rhenen nadat zij in het ondiepe bad zwemles had gekregen. Zij sprak de Nederlandse taal niet en kon niet zwemmen; zij was van Syrische afkomst en verbleef pas enkele maanden in Nederland. Aan de drie op dat moment in de badinrichting werkzame zweminstructeurs, te weten: verdachte en twee andere toezichthouders (zie ten aanzien van de andere toezichthouders ECLI:NL:GHARL:2018:9899 en ECLI:NL:GHARL:2018:9901), wordt 'dood door schuld' verweten. De schuld zou, kort gezegd, hebben bestaan in