fiets

VR 2023/113 Fietshelm voor kinderen:

Artikel
Het aantal verkeersslachtoffers blijft jaarlijks stijgen, ondanks alle interventies, in plaats van de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verwachte en gewenste daling. Het aantal ernstige verkeersgewonden steeg van 2000-2018 met 36%. Van 2013-2022 is de stijging bij fietsers met ernstig letsel 40%. In 2022 waren dit 57.000 fietsers met ernstig letsel. “Voorkomen is beter dan genezen”. Zeker geldt dit spreekwoord voor de ernstige en vaak invaliderende hoofdhersenletsels, die door fietsongevallen te regelmatig ontstaan. Fietshelmen kunnen het optreden van schedelhersenletsel aanzienlijk beperken en de ernst reduceren. Het Centraal Planbureau berekende in 2020 dat ieder jaar 45 verkeersdoden en 1.400 ernstige verkeersgewonden voorkomen kunnen worden door het verplichten van een fietshelm voor kinderen tot de leeftijd van 12 jaar en voor E-bikers. Daarom zijn veel artsen een voorstander van het dragen van een fietshelm, zeker voor kinderen. Hoewel – vooral voor kinderen tot 18 jaar – het dragen van een fietshelm in meerdere landen bij wet formeel verplicht gesteld is, blijft het standpunt van de verantwoordelijke ministers: geen wettelijke verplichting, maar “vrijwillig gebruik stimuleren”.

VR 2023/46 Scooter botst tegen fietser die plotseling rechtsaf slaat. Scooter mocht niet rechts inhalen.

Jurisprudentie

Op 29 oktober 2020 is een verkeersongeval ontstaan doordat de twaalfjarige fietser Y naar rechts afsloeg, terwijl ze rechts ingehaald werd door scooterrijder X. Zij kwamen beiden ten val en X liep hierbij letsel op. X stelt ASR, de WA-verzekeraar van Y, aansprakelijk. ASR wijst aansprakelijkheid af. X verzoekt een verklaring voor recht dat ASR aansprakelijk is voor zijn schade. Y zou namelijk in strijd met art. 17 lid 1 sub a en lid 2 RVV en art. 18 RVV hebben gehandeld door geheel links te sorteren op het fietspad, waarna Y zonder richting aan te geven plotseling rechtsaf sloeg. ASR en de

VR 2023/29 Wielrenner komt ten val door slingerende fietser. Geen uitzonderlijke slingerbeweging; geen onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 19 april 2020 vindt een ongeval plaats. Wielrenner X fietst op een fiets-/wandelpad van zes meter breed. Voor hem fietsen A en diens dochter B, in dezelfde richting. B heeft net een nieuwe 'grote' fiets gekregen. Als reactie op een stuurbeweging van B maakt A een slingerbeweging naar links, waarna hij remt en tot stilstand komt. X reed op dat moment achter A en knijpt vol in zijn remmen, waardoor hij over de kop slaat. Daarbij breekt hij een rib, zijn lendewervel, linkerpols en rechter elleboog. X vordert, onder meer, een verklaring voor recht dat A aansprakelijk is voor de schade van X

VR 2021/146 Aanrijding scooter en fiets; voorrang; fietser aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2018 is een scooterrijder (A) aangereden door een fietser (B). A reed op een voorrangsweg/fietspad in een stoet van fietsers met zijn scooter de Erasmusbrug op. Twee fietsers reden voor A. B kwam van rechts vanaf een fietspad met haaientanden aangefietst. Uit getuigenverklaringen blijkt dat B geen vaart minderde, maar de bocht (naar rechts) is ingedraaid in de richting van de Erasmusbrug. B is toen in aanraking gekomen met A, waardoor A is gevallen. B vordert een verklaring voor recht dat A aansprakelijk is voor de schade van B als gevolg van het ongeval. De kantonrechter oordeelt (kort

VR 2021/124 De verkeersrechtelijke regulering van eBikes en speed-pedelecs

Artikel
VR 2021/124 De verkeersrechtelijke regulering van eBikes en speed-pedelecs: een misstap voor slachtofferbescherming in het aansprakelijkheidsrecht Mw. mr. L.R. Daman * * Advocaat bij Ruesink & Baggerman Letselschade Advocaten. De opkomst van de elektrische fiets De elektrische fiets is eind jaren ’90 van de vorige eeuw op de markt gekomen en wint sindsdien flink aan populariteit. Zo betrof de aankoop van een nieuwe fiets in 2020 in 50% van de gevallen een elektrische fiets, terwijl dat in 2010 nog maar een percentage van 14% was. 1) Ook het totaal aantal speed-pedelecs in Nederland is in 2019

VR 2021/122 Aanrijding auto en fiets; automobilist 100% aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is een fietser (A) aangereden door een automobilist (B). Voorafgaand aan het ongeval fietste A op een fietspad naast een ventweg, B reed op de ventweg. B is bij het oversteken van het fietspad rechtsaf geslagen, terwijl A op de fiets van rechts kwam. B heeft A niet gezien en is tegen de linker zijkant van A gereden, waardoor A is gevallen. Een getuige (G) heeft 112 gebeld en A is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. G heeft aan de politie verklaard dat zij zag dat A voorafgaand aan het ongeval met haar telefoon "bezig was". Tussen partijen is niet in geschil dat de WAM

VR 2021/108 Aanrijding fietser en auto kruising; rood licht voor fietser: automobilist aansprakelijk; 50% eigen schuld fietser.

Jurisprudentie
Op een kruising in Hengelo (Overijssel) heeft in 2015 een aanrijding plaatsgevonden nabij een ROC. Een 16-jarige scholier (E) reed op haar fiets de kruising op. Zij is toen aangereden door een automobilist (X) die (voor E) van links kwam. Twee getuigen (A en B) hebben verklaard dat het verkeerslicht voor E op rood stond en dat het verkeerslicht voor X op groen stond. E vordert een verklaring voor recht dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van X (V) op grond van art. 185 WVW aansprakelijk is voor de schade die E door het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. V heeft erkend dat zij voor 50%

VR 2021/71 Aanrijding snorfiets en fiets; reflexwerking art. 185 WVW; overmacht; eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2018 heeft een ongeval plaatsgevonden in Den Haag tussen een snorfietser (A) en een fietser (B). A reed op de fietsstrook van straat X. B reed aan de andere kant van straat X in tegengestelde richting. B sloeg op enig moment linksaf over straat X om straat Y in te fietsen. Hierbij fietste B voor een stilstaande stadsbus langs die uit dezelfde richting kwam als A. B is bij het oversteken van de fietsstrook tegen A gebotst. Hierbij zijn A en B gevallen. De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (VB) heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval, maar zij meent dat A 50% eigen

VR 2021/37 Ongeval fietser en voetganger op fietspad; geen overmacht; fietser aansprakelijk.

Jurisprudentie
Op 11 januari 2020 is een 84-jarige voetganger (A) door een racefietser (B) aangereden op een fietspad. A is hierbij ernstig gewond geraakt en heeft een hersenbeschadiging opgelopen. (De curator van) A verzoekt een verklaring voor recht dat B aansprakelijk is voor de schade van A als gevolg van het ongeval en beroept zich op art. 19 RVV. Dit artikel bepaalt dat een bestuurder in staat moet zijn om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. B verweert zich met de stelling dat A direct voorafgaande aan de botsing plotseling

VR 2021/35 Aanrijding jeep en fietser op kruising Texel.

Jurisprudentie
In 2014 heeft een aanrijding plaatsgevonden tussen een automobilist en een fietser op een T-kruising op Texel. De automobilist reed in haar jeep richting de kruising, terwijl de fietser van links kwam. De jeep heeft de fietser op de kruising geraakt, waarbij de fietser is gevallen en ernstig letsel heeft opgelopen. De zorgverzekeraar van de fietser (A) heeft de medische kosten van de fietser als gevolg van het ongeval vergoed. A wil dat de WAM-verzekeraar van de jeep (B) het bedrag dat A aan de fietser heeft uitgekeerd vergoedt. B heeft hierop 40% van het bedrag aan A betaald. B geeft daartoe