VR 2020/82 Herziening. Novum. Gegeven.

Jurisprudentie

De aanvrager is veroordeeld ter zake besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. Het rijbewijs van de aanvrager is in 2007 door het CBR ongeldig verklaard omdat de aanvrager niet heeft meegewerkt aan de EMA. De omstandigheid dat de aanvrager in 2016 door het hof Amsterdam is vrijgesproken van het rijden onder invloed van alcohol in 2006, brengt niet mee dat het (onherroepelijke) besluit van het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van aanvrager - met terugwerkende kracht en van rechtswege - is komen te vervallen.