onrechtmatige daad

VR 2023/127 Zaakwaarneming door uitwijken in het verkeer

Artikel
VR2023-10_illu
Elke onverplichte handeling in het belang van een ander kan zaakwaarneming zijn. Daarom is het nuttig om aan zaakwaarneming te denken als er schade ontstaat bij een belangenbehartiging die zonder contract is verricht. Toch wordt er in het verkeersrecht weinig over zaakwaarneming geschreven. Er zijn echter tal van situaties waarin het handelen van een verkeersdeelnemer zaakwaarneming is. Dit artikel gaat in op de vraag of het uitwijken om een aanrijding te voorkomen, zaakwaarneming is. Eerst wordt uiteengezet wat zaakwaarneming inhoudt en of uitwijken als een zaakwaarnemingshandeling kan worden gezien (par. 2). Daarna wordt specifiek ingegaan op het vereiste van ‘willens en wetens’ andermans belang behartigen. Voor een goed begrip van het vereiste komt eerst het rechtshistorisch en rechtsvergelijkend perspectief aan bod (par. 2.1). Vervolgens komt aan de orde of iemand ‘willens en wetens’ uitwijkt (par. 2.2). Schoordijk stelde in 1985 dat uitwijken een vorm van zaakwaarneming is, wat in 1986 betwist is door Hartkamp in de Asser-serie. De argumenten van Hartkamp staan nog ongewijzigd in de Asser-serie, terwijl ze niet heel overtuigend zijn (par. 2.3). Dat dit onderwerp sinds 1986 bijna geen aandacht heeft gekregen, is voor de praktijk een gemis. Soms kan schade namelijk alleen verhaald worden met een vordering uit zaakwaarneming. Daarnaast is de stelplicht en bewijslast van de bestuurder lichter bij zaakwaarneming dan bij een vordering uit onrechtmatige daad (par. 3).

VR 2023/99 Doos valt op toerist in souvenirwinkel. Souvenirwinkel aansprakelijk.

Jurisprudentie

Op 26 juni 2018 is X een ongeval overkomen. In een souvenirwinkel gooide de ene medewerker een doos van maximaal 2 kg omhoog naar een collega, die op een hoger gelegen opslag in de winkel stond. De doos werd niet gevangen, maar viel weer naar beneden en landde op de nek van X. In een tussenvonnis is geoordeeld dat de souvenirwinkel door als beschreven te handelen, zonder te nemen veiligheidsmaatregelen, onrechtmatig jegens X heeft gehandeld. Om het causale verband tussen het ongeval en de klachten vast te stellen, heeft een descente en een getuigenverhoor plaatsgevonden. In dit eindvonnis

VR 2023/96 Verkeersongeval, onrechtmatige daad, eigen schuld, geen groepsaansprakelijkheid.

Jurisprudentie

Op 5 april 2017 vond er een aanrijding plaats tussen voetganger en gedaagde 1 c.s. terwijl voetganger aan de rechterkant van de weg (straat 1) liep en gedaagde 1 op dat moment fietste in straat 1. Voetganger liep ernstig letsel op en is volledig arbeidsongeschikt verklaard. De politie heeft onderzoek gedaan naar het ongeval, en er is een proces-verbaal opgesteld met getuigenverklaringen. Gedaagde 1 verklaarde dat hij de vrouw niet kon ontwijken en frontaal tegen haar aanreed. Er was geen tijd meer om te remmen en hij reed op dat moment 29 km/u. Gedaagde 2 riep "Ho" naar de voetganger en kon

VR 2023/95 Eindvonnis, aansprakelijkheid wegbeheerder, geen eigen schuld, ernstige oneffenheid, CROW-richtlijnen, hoogteverschil wegdek en put.

Jurisprudentie

Op 8 april 2017 is persoon x ten val gekomen met zijn scooter door een putdeksel in de Rondom, gemeente Lansingerland. Hij heeft hierbij ernstig letsel opgelopen, waaronder drie schedelfracturen, diverse bloedingen en schaafwonden. Bewakingscamera's van de Jumbo-supermarkt hebben het ongeval vastgelegd. Persoon x heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade, maar de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente, Melior, heeft geweigerd dekking te verlenen omdat zij van mening zijn dat de gemeente niet aansprakelijk is. Melior heeft Bosscha Ongevallenanalyse B.V. opdracht gegeven

VR 2023/92 Dubbele beenbreuk bij voetbalwedstrijd. Onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op zondag 4 mei 2014 speelde appellant een voetbalwedstrijd met zijn team Odin 3 tegen het team VSC 4, waarin geïntimeerde speelde. Tijdens de wedstrijd maakte geïntimeerde een sliding tackle op appellant, waardoor appellant een ernstige dubbele beenbreuk opliep. De scheidsrechter, tevens voorzitter van Odin, gaf geïntimeerde na afloop van de wedstrijd een rode kaart vanwege een buitensporige overtreding. De scheidsrechter vulde verschillende rapporten in waarin hij de overtreding van geïntimeerde en de gevolgen daarvan beschreef. De toen aanwezige grensrechter heeft eveneens een schriftelijke

VR 2023/61 Moord. Benadeelde partij. Shockschade. Geestelijk letsel.

Jurisprudentie

De zoon resp. de broer van de benadeelde partijen is vermoord. Zij vorderen vergoeding van schade, veroorzaakt door confrontatie met het dode slachtoffer. Het recht op vergoeding van schade die is veroorzaakt door het onrechtmatig teweegbrengen van een hevige emotionele schok is beperkt tot de schade die volgt uit geestelijk letsel. Het hof heeft vastgesteld dat met een slagvoorwerp hevig geweld is toegepast op het lichaam en het hoofd van het slachtoffer; onder meer dat de schedel is ingeslagen, de neus is verbrijzeld en de bovenkaak is gebroken. Het hof heeft overwogen dat de benadeelde

VR 2023/57 Toeschouwer krijgt voetbal tegen hoofd. Speler niet aansprakelijk: sport en spel.

Jurisprudentie

Op 13 oktober 2018 is X een ongeval overkomen. Hij was toeschouwer bij een voetbalwedstrijd van zijn zoon. Y, een tegenspeler van zijn zoon, trapte de bal over de zijlijn het veld uit. De bal kwam hard tegen het hoofd van X, waardoor hij met zijn hoofd tegen een betonnen plaat viel en bewusteloos raakte. X heeft ongeveer een week in het ziekenhuis gelegen en houdt ernstig letsel over aan het ongeval: hij is doof aan zijn rechteroor, heeft tinnitus, heeft last van evenwichtsstoornissen, duizeligheid en cognitieve klachten en heeft geen reuk en smaak meer. X stelt dat Y aansprakelijk is voor

VR 2023/42 Een bekende onverwacht optillen en laten vallen na alcoholgebruik is onrechtmatig.

Jurisprudentie

Op 3 augustus 2019 waren X en A op een evenement in Amsterdam. Tijdens het dansen/bewegen op de muziek greep A plotseling X bij haar middel en tilde haar ongeveer 30 cm op. Toen hij haar probeerde neer te zetten, kwam X ten val, waarbij ze een breuk in haar voorvoet opliep. De aansprakelijkheidsverzekeraar van A, Bovemij, weigert aansprakelijkheid te erkennen. X verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat A en Bovemij aansprakelijk zijn. De rechtbank verklaart voor recht dat A en Bovemij aansprakelijk zijn voor de schade van X. Hiertoe overweegt zij als volgt. Of A onrechtmatig heeft

VR 2023/29 Wielrenner komt ten val door slingerende fietser. Geen uitzonderlijke slingerbeweging; geen onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 19 april 2020 vindt een ongeval plaats. Wielrenner X fietst op een fiets-/wandelpad van zes meter breed. Voor hem fietsen A en diens dochter B, in dezelfde richting. B heeft net een nieuwe 'grote' fiets gekregen. Als reactie op een stuurbeweging van B maakt A een slingerbeweging naar links, waarna hij remt en tot stilstand komt. X reed op dat moment achter A en knijpt vol in zijn remmen, waardoor hij over de kop slaat. Daarbij breekt hij een rib, zijn lendewervel, linkerpols en rechter elleboog. X vordert, onder meer, een verklaring voor recht dat A aansprakelijk is voor de schade van X

VR 2023/25 Peuter valt in vijver en raakt gehandicapt. Verhuurder aansprakelijk? Geen onrechtmatige daad of tekortkoming in nakoming huurovereenkomst.

Jurisprudentie

Op 4 oktober 2005 is de 19 maanden oude peuter X met zijn driewieler uit de achtertuin van zijn ouders weggereden. Hij is in de vijver in de voortuin van een andere woning beland, waarbij hij bijna is verdronken. Door langdurig zuurstofgebrek is X ernstig verstandelijk, lichamelijk en visueel gehandicapt geraakt. Hij functioneert op het niveau van een kind van 11 maanden en zal de rest van zijn leven volledig afhankelijk zijn van de hulp van anderen. A en B, de ouders van X, spreken de verhuurder van zowel hun eigen woning, als de woning waaraan de vijver lag, De Huismeesters, aan voor de